Het nieuwe bovenlokale functionele fietsnetwerk (zie bijlage 2) doorkruist sentier nr. 23. Sentier nr. 23 wordt hierdoor in een westelijk segment en een oostelijk segment verdeeld (zie bijlage 3- Situering westelijk en oostelijk segment). Het westelijk segment wordt voorlopig vastgesteld om te supprimeren en betreft het gedeelte tussen sentier nr. 20 en de fietsverbinding. Het oostelijk segment van sentier nr. 23 wordt behouden en betreft het gedeelte tussen de nieuwe fietsverbinding en de Vaardijkstraat nr. 12. De afschaffing van het westelijk segment wordt aan het artikel 3 van het decreet gemeentewegen getoetst.
Artikel 3 decreet Gemeentewegen:
"Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen. Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
Toetsing aan artikel 3 decreet Gemeentewegen:
• De fijnmazigheid van het netwerk is bewaakt én wordt versterkt dankzij de in de steigers staande projecten;
• Het multiscalair karakter werd in deze projecten ook bewaakt, de projecten functioneren immers op meerdere schaalniveaus:
• Het multifunctioneel karakter werd in dit dossier ook bewaakt. Er kan onder meer gewezen worden op:
• Het dynamisch karakter is weerspiegeld in voorliggende analyse:
Aan artikel 3 wordt voldaan.
Artikel 4 decreet Gemeentewegen
"Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
Toetsing aan artikel 4 decreet Gemeentewegen
We verwijzen naar de toets aan artikel 3, d.w.z. de doelstellingen, van het decreet. Voorliggend dossier is te situeren binnen een resem andere dossiers in de onmiddellijke omgeving die de functionele en recreatieve verbindingen in het gebied wil versterken. Bij de screening van die andere dossiers dook ook het juridisch bestaan van de buurtweg sentier nr. 23 op. Echter bestaat deze reeds ruim 75 jaar feitelijk niet meer (cfr de bouw- en werkplaatsen van de NMBS / Infrabel), de functionele relatie is reeds 150 jaar verdwenen door de realisatie van de 2 spoorlijnen (zie hoger).
Wordt de zogenaamde ‘Ladder van Lansink’ gehanteerd:
Dankzij de in de steigers staande projecten wordt kwalitatieve – verkeersveilige (fiets)infrastructuur gerealiseerd waarbij (zie projectnota’s van de respectievelijke projecten) steeds bijzondere aandacht werd besteed aan de verkeersveiligheid.
De relatie van sentier 23 (als schakel Steenbrugge – Sint-Michiels) is na de fusie van Groot-Brugge als intra-gemeentelijk te bestempelen, waarbij andermaal kan opgemerkt worden dat deze relatie anno 21e eeuw weinig relevant is én dat er alternatieven voorhanden zijn. De nieuwe projecten spelen daarentegen wel een rol op een bovenlokaal niveau, de nieuwe fietsverbindingen zijn zo bijvoorbeeld te situeren binnen het BFF en het toeristisch – recreatief fietsknooppuntenwerk.
Het de iure supprimeren bevestigt het de facto reeds verdwenen karakter van de sentier. Het openstellen van de sentier zou niet enkel een beperkte meerwaarde hebben, dit zou ook tegen een grote kostprijs zijn (cfr noodzaak kunstwerk) en zou ook een impact op het bos langsheen de Leiselebeek betekenen. Bij de uitwerking van de nieuwe projecten werd steeds het principe van “de goede ruimtelijke ordening” in ogenschouw genomen (zie studies).
Aan artikel 4 wordt voldaan.
de min-/meerwaarde wordt als nihil beschouwd omwille van de volgende criteria:
1° De sentier nr. 23 is eind 19e eeuw op de gronden van de NMBS/Infrabel verdwenen naar aanleiding van de bouw van diverse werkhuizen en sporen. Hierdoor is de functionele en recreationele relatie tussen Sint-Michiels en Steenbrugge ook verdwenen (zie hierboven);
2° De sporen werden krachtens de ontwikkeling van het Belgische spoornetwerk in opdracht van de overheid aangelegd en beschikken over een geldige vergunning van voor 1 september 2019;
3° Het terug openstellen van deze buurtweg is niet realistisch gelet op de aanwezigheid van de spoorlijn Brussel – Oostende welke incontournable is en derhalve zo openstelling (quod non) een duur kunstwerk zou impliceren welke kosten-baten-gewijs (cfr gewijzigde functionele relaties en derhalve het beperkte potentieel) niet te verdedigen is.
De gemeenteraad keurt het voornemen tot afschaffing van het westelijk segment van sentier nr. 23 goed.
De gemeenteraad geeft opdracht om conform het decreet gemeentewegen een openbaar onderzoek te organiseren waarna de gemeenteraad binnen de 60 dagen na sluiten van het openbaar onderzoek definitief beraadslaagt over de afschaffing van het westelijk segment van segment nr. 23 (waar deze kruist met het toekomstige bovenlokale functionele fietstracé).
De deputatie van de provincie West-Vlaanderen ontvangt een afschrift van voorliggend besluit.
De cluster openbaar domein staat in voor de aanplakking van het openbaar onderzoek op de locatie.