Terug
Gepubliceerd op 28/09/2021

2021_GR_00388 - Omgevingsvergunning - Sint-Andries - Korte Molenstraat - Martens-Blommaert - bouwen van 15 eengezinswoningen en aanleggen van nieuwe wegenis - niet-goedkeuring voorgestelde rooilijnen, zaak der wegen en kosteloze grondafstand.

Gemeenteraad
ma 30/08/2021 - 18:30 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Annick Lambrecht, ; Dirk De fauw, ; Mathijs Goderis, ; Mercedes Van Volcem, ; Franky Demon, ; Philip Pierins, ; Jasper Pillen, ; Nico Blontrock, ; Minou Esquenet, ; Pieter Marechal, ; Pablo Annys, ; Hilde Decleer, ; Yves Buysse, ; Martine Matthys, ; Paul Jonckheere, ; Jean-Marie De Plancke, ; Wouter Bossuyt, ; Dolores David, ; Jos Demarest, ; Pascal Ennaert, ; Sandrine De Crom, ; Pol Van Den Driessche, ; Mieke Hoste, ; Martine Bruggeman, ; Geert Van Tieghem, ; Sandra Wintein, ; An Braem, ; Alexander De Vos, ; Heidi Hoppe, ; Karin Robert, ; Stefaan Sintobin, ; Carlos Knockaert, ; Nele Caus, ; Raf Reuse, ; Karel Scherpereel, ; Doenja Van Belleghem, ; Brigitte Balfoort, ; Joannes Logghe, ; Olivier Strubbe, ; Janos Braem, ; Benedikte Bruggeman, ; Dirk Barbier, ; Sandra De Schuyter, ; Florian De Leersnyder, ; Andries Neirynck, ; Chris Marain; Colin Beheydt

Afwezig

Charlotte Storme,

Secretaris

Colin Beheydt

Voorzitter

Annick Lambrecht,
2021_GR_00388 - Omgevingsvergunning - Sint-Andries - Korte Molenstraat - Martens-Blommaert - bouwen van 15 eengezinswoningen en aanleggen van nieuwe wegenis - niet-goedkeuring voorgestelde rooilijnen, zaak der wegen en kosteloze grondafstand. 2021_GR_00388 - Omgevingsvergunning - Sint-Andries - Korte Molenstraat - Martens-Blommaert - bouwen van 15 eengezinswoningen en aanleggen van nieuwe wegenis - niet-goedkeuring voorgestelde rooilijnen, zaak der wegen en kosteloze grondafstand.

Motivering

Motivatie

De aanvraag werd tussen 30 juni 2021 tot 29 juli 2021 aan een openbaar onderzoek onderworpen, in het kader waarvan geen bezwaarschriften werden ingediend.

Artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet bepaalt:

§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.

De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.

§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.

Artikel 3 en 4 van het decreet houdende de gemeentewegen bepalen:

Artikel 3.

Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.

Artikel 4.

Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.”

 

Omschrijving van de aanvraag

Het project dat men wenst te realiseren is voorzien op een binnengebied, toegankelijk via de Korte Molenstraat. De site bevindt zich achter de woningen van de Gistelse Steenweg, Korte Molenstraat en Pestelstraat. Op de te ontwikkelen zone staat momenteel een loods en het terrein is voor het overige quasi volledig verhard. In 2012 werd een vergunning afgeleverd voor het bouwen van zeven woningen aansluitend op twee woningen die reeds aan de ingang van dit binnengebied stonden. Voor de ontsluiting werd destijds een private weg aangelegd. Deze is op heden nog steeds privaat. Voorliggende aanvraag voorziet de bouw van nog eens 15 bijkomende woningen op dit binnengebied, palend aan twee doodlopende wegen: de bestaande private weg en een nieuw aan te leggen weg, daar loodrecht op. Er wordt een groenzone aangelegd ter hoogte van de aansluiting van beide. De wegenis en groenzone zullen op kosten van Dhr. en mevr. Martens Hugo en Blommaert Carine worden aangelegd, en vervolgens worden overgedragen aan de stad die daarna ook zal instaan voor het onderhoud. 

De zaak der wegen van de aanvraag bestaat uit het volgende:

  • Ligging en breedte van de gemeentewegen

Momenteel is een doodlopende private weg aanwezig in het binnengebied. Deze loopt van oost naar west en loopt langs de negen woningen. Het betreft een weg zonder voetpad. De wegenis wordt uitgebreid. Langs de bestaande weg voorziet men de aanleg van een fietspad. Het fietspad start voorbij de woningen die aan de noordzijde van de weg liggen. Er wordt een nieuwe weg aangelegd, die aantakt op de bestaande. Er worden verschillende openbare parkeerplaatsen aangelegd. Ter hoogte van de aansluiting van beide wegen wordt een groenzone met wadi aangelegd. Beide straten lopen dood en er is geen aansluiting mogelijk op een andere wegenis, aangezien de aanpalende terreinen reeds ontwikkeld zijn.
De wegenis heeft bij het inrijden een breedte van 5.73 m, 6.06 m inclusief goten en 6.42 m inclusief boordsteen. De nieuwe wegenis heeft een breedte van 4.78 m, 5.41 m inclusief goten.
Het begrip rooilijn wordt gedefinieerd als “de huidige of toekomstige grens tussen de openbare weg en de aangelande eigendommen, vastgelegd in een rooilijnplan. Als een rooilijnplan ontbreekt, is de rooilijn de huidige grens tussen de openbare weg en de aangelande eigendommen” (art. 2, 12° Decreet Gemeentewegen).
Bij de aanvraag is een plan met de over te dragen grond toegevoegd “BA_aanleg wegen_rooilijnplan_N_korte molenstraat”. Op dit plan is het toekomstige openbaar domein aangeduid. De grenzen van dit openbaar domein zijn de rooilijnen.

  • Uitrusting

De zaak der wegen omvat meer dan enkel de eigenlijke wegzate. De bevoegdheid van de gemeenteraad strekt zich uit over het tracé en de uitrusting van gemeentewegen, inclusief alle aanhorigheden bij een gemeenteweg, o.a. de trottoirs, de inrichting van de (eventuele) parkeerplaatsen, de ligging, aansluiting en de materialen van de nutsleidingen (rioleringen) en van de aan te leggen groenvoorzieningen, de ligging, breedte en diepte van de nieuw te delven gracht naast de nieuw ontworpen weg, de afwatering, waterzuivering, noodzakelijke uitbreiding van maatschappelijke infrastructuur, … (zie MvT, Parl.St. Vl.Parl. 2018-19, nr. 1847/1, 43).  Het tussen de rooilijnen gelegen gedeelte van de site, wordt ingericht als volgt:

  • Bij het inrijden van de site:
    Wegenis, aan de noordzijde parkeerplaatsen en aan de zuidzijde een voetpad
  • Voorbij de woningen aan de noordzijde:
    Wegenis, aan de noordzijde een fietspad aan de zuidzijde voetpad, parkeerplaatsen en groenzone
  • Nieuw aan te leggen wegenis
    Wegenis, aan de westelijke zijde parkeerplaatsen en groenzone, aan de oostelijke zijde voetpad
  • Groenzone
    Bevat de bestaande boom, aanleg van graszone en aanleg van wadi

Voor een meer uitgebreide beschrijving kan worden verwezen naar het aanvraagdossier, en in het bijzonder naar het inplantingsplan, de diverse detailplannen en het ontwerp bestek.

 

Beoordelingsbevoegdheid van de gemeenteraad

De gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid over de zaak der wegen. De gemeenteraad beschikt evenwel niet over de bevoegdheid om zich uit te spreken over de vergunningsaanvraag, nu deze dient te worden beoordeeld door de vergunningverlenende overheid.
De gemeenteraad dient zich uit te spreken over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein, rekening houdend met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
De gemeenteraad dient daarbij wel rekening te houden met het project waar de aanvraag deel van uitmaakt.

 

Beoordeling

De gemeenteraad heeft kennis genomen van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. Er zijn geen bezwaren ingediend.

Artikel 12 van het decreet houdende de gemeentewegen bepaalt:
§ 2. In afwijking van artikel 11 kan de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.

In voorliggende aanvraag is er een legaliteitsbelemmering:

De aanvrager beroept zich voor de afwijkingsmogelijkheden van het BPA op art. 4.4.9/1 VCRO.

“Artikel 4.4.9/1.

Het vergunningverlenende bestuursorgaan mag bij het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de stedenbouwkundige voorschriften van een bijzonder plan van aanleg, voor zover dit plan ouder is dan vijftien jaar op het ogenblik van de indiening van de aanvraag.
Afwijkingen kunnen niet toegestaan worden voor wat betreft wegenis, openbaar groen en erfgoedwaarden.”

Het tweede lid van artikel 4.4.9/1 VCRO stelt uitdrukkelijk dat er geen afwijkingen kunnen toegestaan worden voor wat betreft wegenis, openbaar groen en erfgoedwaarden.  Dit moet zo gelezen worden dat het niet mogelijk is om voor die thema’s op grond van artikel 4.4.9/1 VCRO iets anders te vergunnen dan wat in het BPA is vastgelegd. 

Het is dus niet mogelijk om andere functies dan wegenis toe te staan in een zone die bestemd is voor wegenis. Het is onmogelijk om die zone bijvoorbeeld te (laten) bebouwen. 

In het BPA is zone 32 aangeduid als een te realiseren wandel- en fietspad. Er wordt weliswaar een fietspad voorzien op de plannen maar uit het advies van de dienst mobiliteit blijkt dat het aanleggen van fietspaden in dergelijke projecten niet gebeurd. De dienst legt dan ook als voorwaarde op dat er geen fietspad mag worden aangelegd. De voorziene locatie van het fietspad is daarbij ook zo gekozen dat er geen connectie mogelijk is met de Pestelstraat. Dit dient weliswaar te gebeuren over het perceel van een derde. Door de gekozen locatie worden de ontwikkelingsmogelijkheden bij de buur volledig gehypothekeerd. 

Het fiets- en wandelpad wordt bijgevolg niet gerealiseerd. Binnen voorliggend ontwerp wordt bebouwing voorzien op de zone die in het BPA is aangeduid als zone voor fietspad. Deze zone voor fietspad kan weliswaar verschoven worden, maar in dat geval loopt er een weg voor gemotoriseerd verkeer over de zone voor fietspad, wat eveneens een afwijking is. 

De nu voorgestelde afwijking is dan ook juridisch niet aanvaardbaar.

 

Toetsing aan de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.

De in artikel 3 van het gemeentewegendecreet vernoemde doelstellingen zijn:

  • De uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
  • De herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief vlak als op functioneel vlak.

De in artikel 4 van het gemeentewegendecreet vernoemde principes zijn:

  • Wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
  • Een wijziging, verplaatsing, of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
  • De verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
  • Wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
  • Bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoefte van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.

In de toekomst zal het fietspad dat nu voorzien wordt doodlopen op de het aangrenzende perceel. Als in de toekomst de verdere ontsluiting naar de Pestelstraat op het aangrenzende perceel voorzien zal worden, zal door de locatie van het ingetekende fietspad de aantekening zeer moeilijk zijn. Als de fietsers op de rijbaan gestoken worden, zoals hierboven gevraagd, zal de doorgang veel beter gerealiseerd kunnen worden. De overgang van de straat naar het aangrenzende perceel moet drempelloos voorzien worden zodat én voetgangers én fietsers op een veilige en comfortabele manier van deze doorsteek gebruik kunnen maken.

Met de huidige plannen wordt er voor gezorgd dat, zelfs in deze korte doodlopende straat, alles wijkt voor het beperkte lokale verkeer. Dit zorgt voor een verlaagde verkeersleefbaarheid bij de bewoners. Deze locatie, zeker de noord-zuidverbinding, is ideaal om aan te leggen als woonerf. Op deze manier kan de straat voor meer dan alleen verkeer gebruikt worden. Alle parkeerplaatsen binnen deze zone dienen, conform de bepalingen van de wegcode, voorzien te worden van een aanduiding ‘P’.

De aansluiting op de Korte Molenstraat kan aangelegd worden als ‘normale’ straat. Hier moeten dan wel voetpaden voorzien worden zodat de doorsteek veilig en comfortabel kan gebeuren. Op de plannen wordt er een fietspad voorzien in de Korte Molenstraat vanaf de zijstraat tot het doodloopt. Binnen een zone dertig worden er in Brugge geen fietspaden meer aangelegd, maar gaan we voor gemengd verkeer.

De vier langsparkeerplaatsen in het begin van de straat zijn niet conform de afmetingen (slechts 1,89 à 1,90 meter breed) en zijn voor ons dan ook niet bruikbaar. Deze dienen aangepast te worden zodat ze de minimale afmetingen (2 meter breedte) krijgen.

De toetsing aan het gemeentewegendecreet van de vooropgestelde infrastructuur is gunstig, mits rekening te houden met de eerder gemaakte opmerkingen en voorwaarden.

Het voorstel is bijgevolg in deels overeenstemming met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. Het project kan in overeenstemming gebracht worden door het opleggen van voorwaarden.

Besluit

De Gemeenteraad keurt eenparig het volgende besluit goed.
De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

Er wordt kennis genomen van de resultaten van het openbaar onderzoek. Er werden geen bezwaren en/of opmerkingen ingediend.

Artikel 2

De gemeenteraad

  • Gaat niet over tot goedkeuring van het rooilijnenplan
  • Stemt niet in met de zaak der wegen van de omgevingsvergunningsaanvraag van het dossier OMV 2021078508
  • Beslist niet tot opname in het openbaar domein van de gronden binnen de rooilijnen.

Dit gelet op de legaliteitsbelemmering

De aanvrager beroept zich voor de afwijkingsmogelijkheden van het BPA op art. 4.4.9/1 VCRO.

 “Artikel 4.4.9/1.

Het vergunningverlenende bestuursorgaan mag bij het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de stedenbouwkundige voorschriften van een bijzonder plan van aanleg, voor zover dit plan ouder is dan vijftien jaar op het ogenblik van de indiening van de aanvraag.

Afwijkingen kunnen niet toegestaan worden voor wat betreft wegenis, openbaar groen en erfgoedwaarden.” 

Het tweede lid van artikel 4.4.9/1 VCRO stelt uitdrukkelijk dat er geen afwijkingen kunnen toegestaan worden voor wat betreft wegenis, openbaar groen en erfgoedwaarden.  Dit moet zo gelezen worden dat het niet mogelijk is om voor die thema’s op grond van artikel 4.4.9/1 VCRO iets anders te vergunnen dan wat in het BPA is vastgelegd. 

Het is dus niet mogelijk om andere functies dan wegenis toe te staan in een zone die bestemd is voor wegenis. Het is onmogelijk om die zone bijvoorbeeld te (laten) bebouwen.