Dit tussentijds opvolgingsrapport ziet er iets anders uit dan de voorbije edities. Dit is een bewuste keuze.
In de voorbije opvolgingsrapporten die in 2020 werden voorgelegd, hebben we vooral gefocust op het actieplanniveau: Wat is de stand van zaken van deze actieplannen? Zitten de actieplannen op schema, of doen er zich problemen voor en moet er bijgestuurd worden?
We zijn ondertussen bijna halverwege deze legislatuur en daarom willen we in dit opvolgingsrapport wat dieper ingaan op de resultaten op doelstellingenniveau. Hierbij stellen we ons niet zozeer de vraag of de acties en actieplannen, die we hadden vooropgesteld in het meerjarenplan, werden uitgevoerd. We willen vooral nagaan of we de gewenste effecten hebben bereikt.
We doen dit hoofdzakelijk aan de hand van de gemeente- en stadsmonitor die in juni gepubliceerd werd. De Gemeente-Stadsmonitor is een beleidsinstrument van het Agentschap Binnenlands Bestuur. Deze monitor bevat meer dan 300 omgevingsindicatoren, waarvan er ruim 100 worden verzameld door middel van een driejaarlijkse burgerbevraging.
Het Agentschap Binnenlands Bestuur verwerkte de resultaten van deze bevraging tot een rapport Gemeente-Stadsmonitor, dat samen met andere cijfers een unieke kijk geeft op de staat van elke gemeente of stad in Vlaanderen. Deze monitor is net bedoeld om het beleid van steden en gemeenten te analyseren, te evalueren en beleidsplannen eventueel bij te sturen. Waar mogelijk (en wenselijk) hebben we de gegevens van de stadsmonitor nog aangevuld met andere data of eigen informatie. Aan de leden van het clusteroverleg en aan de ondersteunende diensten werd gevraagd om hiertoe de nodige input door te geven. Deze input werd verwerkt in het opvolgingsrapport.
Het rapport geeft uiteraard geen volledig (gedetailleerd) beeld over de realisatie van al onze beleidsdoelstellingen, maar het geeft zeker een indicatie waar beleid en administratie verder mee aan de slag kunnen.
De volgende voortgangsrapporten zullen terug opgebouwd worden vanuit de indicatoren op actieplanniveau, waarop de verschillende diensten rapporteren in ORBA. Al zullen we ook op doelstellingenniveau waar mogelijk een aantal indicatoren blijven toevoegen.
Per beleidsdoelstelling en tactische doelstelling worden ook de financiële gegevens opgenomen. We gaan hier in dit rapport echter niet dieper op in. Enerzijds verwijzen we hiervoor naar de kwartaalrapportering die tevens in de raad van september wordt voorgelegd. Anderzijds verwijzen we naar de aanpassing van het meerjarenplan die later dit jaar op de raad wordt voorgelegd.
Er wordt akte genomen van het tussentijds opvolgingsrapport (september 2021) in het kader van de meerjarenplanning.
In een Huis van het Kind kunnen ouders en kinderen terecht voor alles rond opvoeden en opgroeien.
Het is een samenwerking tussen organisaties die je helpen met kinderopvang, gezondheidszorg, vrijetijdsaanbod, opvoedingsondersteuning, workshops en veel meer.
Met het samenwerkplan bouwen we de dienstverlening van Huis van het Kind Brugge verder uit. We spelen in op de noden/wensen van (kwetsbare) gezinnen om een laagdrempelige dienstverlening uit te bouwen, waar ouders (zonder een expliciete afspraak) terecht kunnen met al hun vragen rond kinderen, gezinnen, opvoeden, rechten, etc. ..
Willen we bovenstaande opdrachten tot een goed einde brengen, hebben we nood aan een extra medewerker die deze taken op zich kan nemen.
Op deze manier wordt Huis van het Kind Brugge meer en meer een structurele basisvoorziening voor gezinnen met kinderen/jongeren die bereikbaar, benaderbaar en bijgevolg voldoende laagdrempelig en toegankelijk is.
Vanuit OCMW Brugge en Spoor Brugge zijn we enthousiast om bijkomende taken op te nemen die kunnen inzetten op bestrijding van kinderarmoede.
Het takenpakket is redelijk omvangrijk. De huidige medewerkers (1,8 fte) kunnen die niet bovenop hun takenpakket bijnemen. Het zal interessant zijn om een extra medewerker aan te werven.
De raad voor maatschappelijk welzijn gaat akkoord dat de vernoemde acties van het lokaal sociaal beleidsplan opgenomen worden binnen Huis van het Kind en keurt de toelage-overeenkomst goed.
Mintus is eigenaar van volgende onroerende goederen:
Stad BRUGGE – 19 afdeling SINT KRUIS
De totale perceelsoppervlakte bedraagt aldus 3.800m² en de totale bebouwde oppervlakte 1.387m².
De woningen werden in 1976 opgetrokken met de meest goedkope materialen en voldoen thans op geen enkele manier nog aan de geldende normen qua energie, isolatie, elektriciteit, wooncomfort…
De woningen zijn absoluut en dringend toe aan een totale sanering met uiteraard hieraan verbonden enorme kosten. Deze kosten kunnen heel discreet en minimaal worden begroot op € 2.080.000,00 excl. btw (raming € 1.500/m²).
Initieel werden onderhandelingen gestart met de Brugse Maatschappij voor Huisvesting om de site aan te kopen, doch deze hebben laten weten geen interesse meer te hebben.
Er wordt tevens vastgesteld dat de woningen, stelselmatig worden afgewezen door kandidaat-huurders. De reden hiervoor is uiteraard de bouwfysische toestand van de woningen, de geringe oppervlaktes, het donker en besloten karakter van de woningen.
Gelet op de budgettaire impact, komt het thans aangewezen voor om de volledige site te verkopen.
Aangezien een schatting noodzakelijk is voor de openbare verkoop, werd intussen een schattingsverslag aangevraagd aan de Afdeling Vastgoedtransacties van de Vlaamse Belastingsdienst (het vroegere Aankoopcomité). De venale waarde van de totale site werd geschat op € 720.000,00.
Ter informatie wordt meegegeven dat bij een verkoop, Mintus steeds de betaling van alle kosten verbonden aan de verkoop, ten laste legt van de koper(s).
In het verleden werd door het OCMW/Mintus reeds beroep gedaan op de diensten van Covast. Covast is een online biedingsplatform voor het faciliteren van de verkoop van vastgoed van overheden. Covast maakt zich sterk de schattingsprijs te zullen behalen. De kosten die zij aanrekenen worden bijgerekend aan de koper (idem openbare notariële verkoop). Indien de schattingsprijs niet zou worden behaald, geldt het principe van ‘no cure, no pay’.
Door de technische dienst werd onderzocht of er nog marktspelers waren die hetzelfde aanbod hadden als Covast. Dit werd doorgelicht en de systematiek van Covast, mede versterkt door de goede ervaringen in het verleden (ook van anderen zoals Vivendo en de BMH), komt thans als het meest gepast naar voor om het pand te verkopen.
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn verleent voorafgaand zijn toestemming overeenkomstig artikel 10, § 1 van de statuten om nadien over te gaan tot de verkoop van de volledige site Acaciapad - Eikenberg zoals hierboven beschreven en hiertoe gebruik te maken van het bedieningsplatform voor verkoop van publieke onroerende goederen Covast en stelt notaris Moeykens aan.