1) Projectnota
De basisprincipes van het herinrichtingsproject, zoals gevat in de resultaten van de startnota, werden in de projectnota binnen die uitgezette krijtlijnen verder uitgewerkt. Waar de startnota belangrijke en grotere knopen doorhakte, werd in de projectnota vooral verfijnd en uitgediept.
Hieronder worden de belangrijkste elementen kort opgesomd. Maar de projectnota wordt integraal toegevoegd aan deze nota en ook analoog bezorgd aan alle betrokken stakeholders (bijlage 2).
1.1. Aanvullingen startnota
Volgende wijzigingen – verfijningen werden doorgevoerd aan de concepten gevat in de startnota :
- de situering van de Vestenpassage werd verfijnd, waar in de startnota nog een ‘vork’ richting enerzijds Minnewater en anderzijds Koning Albert I-park / ’t Zand werd voorgesteld ter hoogte van het Ketsbruggepad, wordt deze ‘vork’ thans gesitueerd t.h.v. de Begijnenvest;
- een nadere afstemming werd gemaakt met het Masterplan ‘Groen Brugge’ en projectontwikkelaar Group GL, wat o.m. resulteerde in een verfijnde visie op een autovrije (m.u.v. leveringen en urgentiediensten) Hendrik Brugmansstraat;
- de situering van de onderdoorgang Vaartdijkstraat – Ketsbrugge-parking werd op basis van bijkomend onderzoek bijgestuurd naar een situering tussen de brug/draagconstructie van de R30;
- het fietspad langsheen de R30 aan de stadszijde zal de doorgaande fietsbeweging opvangen en zal kortom een fietssnelweg-status krijgen (dit mede als resultante van de gesprekken geïnitieerd op basis van collegebesluit 2021_CBS_04218).
1.2. Uitdieping ontwerpprincipes
Gelet op de prominente locatie van het project werden volgende ontwerpprincipes uitgediept
- leesbaarheid: als hét Brugse verkeersknooppunt spreekt het voor zich dat een leesbare, intuïtieve uitwerking van de infrastructuur bijdraagt aan een comfortabel en veilig toekomstig gebruik, dit werd o.m. bewaakt door een duidelijke hiërarchie in de publieke ruimtes (bvb. vertaald in uniforme maatvoering) te introduceren;
- herkenbare identiteit: gesitueerd op het raakvlak vesten, Station(splein) en stadsontwikkeling, Koning Albert I-park is het wenselijk om deze meervoudige identiteit te bewaken en zelfs te versterken in de detailuitwerking van het project;
- 'universal design': de lat naar toegankelijkheid werd gelegd op ‘universal design’ wat een integrale toegankelijkheid betekent met o.m. een Vestenpassage die een hellingspercentage van max. 4% zal kennen;
- integraal ontwerp: als de toegangspoort op Brugge is een hoge beeldkwaliteit cruciaal, dit werd o.m. bewaakt door het destilleren van ontwerpprincipes die een hoge ontwerpzuiverheid vooropstellen (weliswaar met respect voor de nodige architecturale vrijheden);
- duurzaamheid en klimaatadaptatie: duurzaamheid is in haar meervoudige betekenis te bewaken, bijzondere aandacht werd zo gedefinieerd aan o.m. het scherpstellen van hydrologische randvoorwaarden anticipatief op toekomstige klimaatverandering als aan het ontharden van de openbare ruimte.
1.3. Uitdieping deelgebieden
Voortbouwend op de startnota en de ontwerpprincipes werden ook de krijtlijnen voor de diverse deelgebieden verfijnd :
- R30: een maatvast ontwerp van de R30 en de kruispunten werd uitgewerkt waardoor de ontwerpprincipes uit de startnota werden verankerd in o.m. afdoende gedimensioneerde fiets- en voetpaden, hierbij werd uiteraard het groene ‘parkway’-karakter bewaakt;
- Stationsplein en Hendrik Brugmansstraat: de uitwerking van de Vestenpassage en de autovrije Hendrik Brugmansstraat werd verfijnd waarbij o.m. bewaakt werd over het verhogen van de verblijfskwaliteiten van het Stationsplein en de integratie van het concept combi-mobiliteit (o.m. via de verankering van het hoppinpunt). Ook werd de synergie met het project 'Groen Brugge' en het in opmaak zijnde RUP bewaakt;
- Vesten: met respect voor o.m. de aanwezige veteranenbomen (en bij uitbreiding de ontwerpprincipes uit het beheerplan Vesten) en de hydrologische randvoorwaarden (Vlaamse Waterweg en VMM) werd het concept van de Vestenpassage en de inpassing in de Vesten bewaakt, bijzondere aandacht werd besteed aan de inpassing van en de dimensionering van de passage alsook de ontwerpeisen voor de kunstwerken;
- Koning Albert I-park: de inpassing en de uitwerking van de Unesco-passage in het park als in het op te waarderen park aan zijde stadsontwikkelingsproject "Boevrie" werd nader uitgewerkt, hierbij werd vanzelfsprekend verder geborduurd op de ontwerpprincipes van de lopende heraanleg van het park in het kader van de bijna gerealiseerde uitbreiding van parking Centrum-Zand;
- Vaartdijkstraat: een gedetailleerd concept van de onderdoorgang Vaartdijkstraat – Ketsbruggeparking werd uitgewerkt met aandacht voor o.m. de randvoorwaarden vanuit De Vlaamse Waterweg en haar installaties.
1.4. Toelichting technische studies
Anticipatief aan toekomstige vervolgstappen en dit om proces/project-risico’s te verkleinen en idealiter zelfs te vermijden, werd ook in de projectnota-fase onderzoek verricht die buiten de scope van een klassieke (verkeerskundige) projectnota gaat. Zo kan o.m. gewezen worden op:
- het aspect 'Minder Hinder': een verkenning werd gemaakt naar mogelijke fasering waaruit geconcludeerd werd dat een 2 x 2 configuratie bewaakt kan worden waardoor een zware impact naar doorstroming vermeden zal kunnen worden, op basis van dialoog met o.m. Alstom, De Lijn en politie werden ook andere toekomstige ‘spelregels’ gedefinieerd die als eisen voor een vervolgopdracht gevat kan worden;
- microsimulaties: ter ondersteuning van een toekomstig verkeerslichtenplan werden bijkomende microsimulaties uitgevoerd die o.m. de spelregels voor de voetgangersoversteek Oostmeers opleverde.
Volledigheidshalve kan ook gewezen worden op studies naar bomen (VTA), archeologie, nutsleidingen, grondwater en grondmechanisch onderzoek.
Ook werden in de bijlages specifieke eisen naar toegankelijkheid (gepuurd uit dialoog met de toegankelijkheidsambtenaar en Inter), de kunstwerken en de waterhuishouding gevat.
2. Trajectbegeleidingsopdracht
2.2. Doelstelling
Vanwege de schaalgrootte, complexiteit en techniciteit van dit project is het noodzakelijk dat Stad Brugge en AWV zich, als gezamenlijke opdrachtgevers, inhoudelijk, administratief en juridisch/technisch maximaal te laten ondersteunen om zodoende enerzijds alle gestelde streefdata te halen en anderzijds alle kandidaatstellingen en later de projecten inhoudelijk, administratief en procedureel met kennis van zaken door experten te laten begeleiden. Het nut, belang en de noodzaak daarvan werd ondertussen duidelijk bij de begeleiding van de D&B-dossiers Beurssite (realisatie BMCC) en Museumsite (realisatie BRUSK). Gelet op het belang en de allure van het project en het budget dat ertegenover staat zien niet-geselecteerde kandidaten en de geselecteerden die opdrachten niet toegewezen krijgen alle documenten zeer grondig na. De inbreng van bijkomende expertise is dus cruciaal teneinde maximaal fouten en vertragingen te vermijden.
Hiervoor wordt dan ook een trajectbegeleidingsopdracht uitgeschreven met volgende vereiste expertises:
- jurist
- stabiliteitsingenieur (met specialisatie bruggen/tunnels)
2.2. Inhoud bestek
Voorliggend bestek (bijlage 3) bestaat uit:
- een lijst met definities die in het document voorkomen;
- het voorwerp van de opdracht;
- het verloop van de plaatsingsprocedure;
- de administratieve voorschriften met o.a. volgende gunningscriteria:
- financieel criterium (20 punten)
- projectteam en aanvullende expertise (60 punten)
- plan van aanpak (20 punten)
- de technische voorschriften
- hiervoor wordt verwezen naar de selectieleidraad van de opdracht 'Wegwerken van onveilige situaties op de R30 gecombineerd met de herinrichting van de stationsomgeving kant centrum Brugge' (zie hoofdstuk 3 van deze nota).
3. Selectieleidraad
3.1. Doelstelling project
De voorliggende opdracht behelst het 'Wegwerken van onveilige situaties op de R30 gecombineerd met de herinrichting van de stationsomgeving kant centrum Brugge'.
3.2. Inhoud selectieleidraad
Voorliggende selectieleidraad (bijlage 4) bestaat uit:
- een lijst met definities die in het document voorkomen;
- het voorwerp van de opdracht;
- het verloop van de plaatsingsprocedure;
- de administratieve bepalingen
- de technische voorschriften.
3.3. Verder verloop van de procedure
Op basis van voorliggende selectieleidraad is het de bedoeling om tot een kwalitatieve selectie van kandidaten te komen. Uit de kandidaten worden in principe drie teams gekozen die het bestek wordt toegestuurd en die op basis van het bestek een offerte kunnen indienen.
3.3.1. Selectiefase
In de eerste fase kunnen geïnteresseerde teams, op basis van de selectieleidraad, een 'aanvraag tot deelneming' indienen. Deze aanvragen worden eerst beoordeeld op de vormvereisten (volledigheid en vormelijke regelmatigheid) en op het 'toegangsrecht' (het toegangsrecht heeft betrekking op de toestanden waarbij een kandidaat de toegang tot een procedure kan worden ontzegd). De aanvragen die daaraan voldoen worden vervolgens beoordeeld aan de hand van de kwalitatieve selectiecriteria. Enkel de kandidaten die, aan de hand van deze criteria, hun financieel-economische draagkracht en technische bekwaamheid aantonen, kunnen worden geselecteerd.
De selectiefase heeft tot doel te bepalen welke kandidaten het best geplaatst zijn om de opdracht uit te voeren. In principe worden maximum 3 kandidaten met de hoogste scores geselecteerd. Dit gebeurt op advies van de selectiecommissie. De selectiecommissie bestaat uit:
- de hoofdcoördinator;
- een afgevaardigde van de cluster openbaar domein;
- een afgevaardigde van de cluster omgeving;
- een afgevaardigde van de dienst mobiliteit;
- (een) afgevaardigde(n) van AWV en/of MOW.
Indien er meer dan 3 kandidaten voldoen aan de kwalitatieve selectiecriteria kan worden 'doorgeselecteerd'. Deze doorselectie gebeurt aan de hand van het selectiecriterium "ervaring" (o.m. aan de hand van een reflectienota (verplichte bijlage bij dossier)).
3.3.2. Onderhandelingsfase
De na de selectiefase geselecteerde kandidaten ("gegadigden") worden uitgenodigd om op basis van (het nog goed te keuren) bestek een gedetailleerde offerte in te dienen.
3.4. Indicatieve timing
Het is de ambitie om volgende indicatieve timing na te streven:
- Selectiefase
- opstart procedure: publicatie van de opdracht, juli 2002
- ontvangen kandidaatstellingen: september 2022
- selectie teams: oktober-november 2022
- Offerte- en onderhandelingsfase
- goedkeuring bestek: september 2022
- bezorgen bestek aan gegadigden: oktober-november 2022
- ontvangen offertes: eind maart 2023
- kiezen voorkeursbieder(s): juni 2023
- onderhandelen met voorkeursbieder: eind juni 2023
- Gunning project
- Bouw