1. Stand van zaken procedure Raad van State.
Ondertussen al op 15 september 2017, bijna 5 jaar geleden dus, stelde de Vlaamse regering het GRUP "Afbakening Regionaalstedelijk Gebied Brugge" definitief vast. Voor het specifieke deelgebied “Sint-Pietersplas - Blankenbergse Steenweg” resulteerde dat juridisch in de volgende planologisch bestemmingen: een zone voor 'stedelijke activiteiten', een zone voor 'bedrijvigheid' en een zone voor 'recreatie'.
De goedkeuringsbeslissing van de Vlaamse regering van september 2017 betekende, helaas quasi onvermijdelijk, opnieuw de start van een juridische procedureslag voor de Raad van State. Dit resulteerde in eerste instantie, na bijna 2 jaar en 9 maanden wachten, in 2020 in de vernietiging door de Raad van State van o.a. de zone voor 'stedelijke activiteiten' en de zone 'gemengd bedrijventerrein' (cfr. arrest Raad van State in de zaak “Costenoble e.a.” (nr. 248.469 van 6 oktober 2020)). Ook het onteigeningsplan “deelgebied 7 Sint-Pietersplas – Blankenbergse Steenweg” werd toen vernietigd.
Na het arrest van 6 oktober 2020 besliste de Vlaamse regering, op initiatief van minister Zuhal Demir, al op 12 oktober 2020 om om te werken aan een remediëring van het uitvoeringsplan voor het deelgebied “Sint-Pietersplas–Blankenbergse Steenweg”. Daarin werden de verschillende middelen die de Raad van State aanhaalde in haar arrest voor de zone Blankenbergse Steenweg inhoudelijk bijgesteld en geremedieerd. Het geremedieerde GRUP werd op 22 januari 2021 door de Vlaamse regering definitief vastgesteld.
Op 16 april 2021 liep de periode om bezwaar in te dienen tegen voormelde beslissing van de Vlaamse regering af. Tegen het geremedieerde GRUP zone Blankenbergse Steenweg werden opnieuw 3 bezwaarschriften ingediend bij de Raad van State:
Via de raadsmannen werden de Vlaamse overheid en Stad Brugge er recent van geïnformeerd dat de Raad van State de uitnodiging voor de pleidooien verstuurde naar de bezwaarindieners voor 10 juni 2022 (uitnodiging voor de openbare terechtzitting van de Xde kamer van de Raad van State). De verwachting van de betrokken raadsmannen is dat de kans reëel is dat de Raad van State kort nadien (en vermoedelijk vóór het zomerreces van de Raad van State) een arrest zal vellen.
De datum van 10 juni 2022 die recent bekend werd is een belangrijke 'trigger' om nu snel te handelen. Aangezien de kans op een nieuwe vernietiging van deelgebied “Sint-Pietersplas–Blankenbergse Steenweg” reëel is (cfr. negatieve teneur van de auditoraatsverslagen ontvangen in februari 2022) is het nu cruciaal om nog een allerlaatste poging te ondernemen om met alle betrokken partijen tot een minnelijk akkoord te komen en dit vooraleer de Raad van State een arrest velt. De voorbije maanden werden immers bijzonder veel inspanningen gedaan om tot een breed gedragen dading te komen en met al hetgeen nu op tafel ligt zou het een gemiste kans zijn om niet nog een allerlaatste poging te ondernemen om tot een finaal minnelijk akkoord te komen met alle betrokken partijen.
In een poging om de belangrijke onderhandelingen iets meer tijd te geven werd eind mei, onder raadsmannen van alle betrokken partijen, gevraagd om aan de Raad van State te vragen om de pleitdatum van 10 juni 2022 uit te stellen (iets wat de Raad van State gebruikelijk toestaat als partijen in gezamenlijk overleg tot een oplossing proberen te komen). Enkel VZW Groen weigerde formeel om op dit voorstel in te gaan, waardoor de datum van 10 juni aangehouden wordt.
2. Wat zijn de gevolgen bij een nieuwe vernietiging van het GRUP en “deelgebied Sint-Pietersplas – Blankenbergse Steenweg”?
Ingeval de Raad van State opnieuw zou overgaan tot vernietiging van de deelzones 'stedelijke activiteiten' en 'bedrijventerrein' dan zijn de gevolgen voor Brugge en de Brugse regio in de feiten eigenlijk niet te overzien. Reeds in 2002 werd het planologisch initiatief voor het GRUP 'Afbakening Regionaalstedelijk Gebied' opgestart. Toen al was er een grote nood aan extra ruimte voor o.a. bedrijvigheid (zoals in de verschillende planologische procedures meermaals onderbouwd door verschillende instanties zoals WVI). De noden veranderden de afgelopen 2 decennia, maar namen zeker niet af. Het zou een ongelofelijke opdoffer zijn mocht het planproces, na 2 decennia, terug naar af gaan. Dit zou op zich dramatisch zijn voor de economie en bedrijvigheid -en bijgevolg de tewerkstelling- in de Brugse regio, voor de Brugse stadiondossiers -en voor het stadion op maat van Cercle Brugge in het bijzonder- en in globo voor de verdere ontwikkeling en gewenste vooruitgang van de stad.
Bij een nieuwe vernietiging door de Raad van State wordt het planologisch proces voor de betrokken zones Blankenbergse Steenweg hernomen. Dit werd al goedgekeurd door de Gemeenteraad (door alle Brugse politieke fracties, met uitzondering van de partij Groen die zich 'onthield' in de stemming) in zitting van 20/12/2021 in de globaliteit van de afspraken die gemaakt werden met Cercle Brugge in de 'Kaderovereenkomst' (zie gekoppeld besluit 2021_GR_00541). Die goedgekeurde ‘Kaderovereenkomst’ werd afgesloten tussen Stad Brugge en Cercle Brugge, maar houdt in essentie ook een sluitend akkoord met Club Brugge in.
In de 'Kaderovereenkomst' werd al geanticipeerd op mogelijke scenario's voor de site Blankenbergse Steenweg (punten 1.1 t.e.m. 1.4. van de ‘Kaderovereenkomst’). In de overeenkomst worden 2 concrete situaties beschreven:
Om niet tot een stilstand te komen in het belangrijke stadiondossier van Cercle Brugge werden in de 'Kaderovereenkomst' dus al verschillende mogelijke scenario's ondervangen. Naast bovenstaande bepalingen rond de planologische situatie werd ook voorzien dat er, zo nodig, ook steeds een tijdelijke oplossing is in afwachting van een definitieve oplossing. Daartoe werden in de goedgekeurde ‘Kaderovereenkomst’ ook sluitende garanties gegeven aan Cercle Brugge (in casu zijn er nu concrete afspraken goedgekeurd rond situatie VOOR de eventuele bouw van een nieuw stadion op de Olympiasite, afspraken rond de situatie TIJDENS de eventuele bouw en afspraken rond situatie NA de bouw, ingeval de definitieve oplossing voor Cercle Brugge er dan nog niet is (akkoord tot tijdelijk gebruik eventueel nieuw stadion op de Olympiasite)).
Hetgeen hierboven staat neemt niet weg dat een eventuele nieuwe vernietiging van het GRUP en het betrokken deelgebied Blankenbergse Steenweg voor Cercle Brugge een ongunstige situatie zou zijn, dewelke hun perspectief op een eigen stadion op maat potentieel opnieuw enkele jaren vertraagt. Want ingeval van vernietiging door de Raad van State zal Stad Brugge haar engagement nakomen en een nieuw planologisch initiatief opstarten (zij het samen met de betrokken Vlaamse overheid, zij het -na delegatie door Vlaanderen- op eigen initiatief), maar dit impliceert opnieuw een jarenlange administratieve procedure (en uiteraard ook telkens opnieuw risico op juridische betwistingen). Stel dat het planologisch proces voor de zone Blankenbergse Steenweg dient hernomen te worden en indien het noodzakelijk blijkt om ook het plan-MER te hernemen dan is de inschatting dat de vereiste procedures (opmaak plan-MER +- anderhalf jaar, opmaak (G)RUP +- anderhalf jaar) minstens opnieuw 3 jaar in beslag zullen nemen. In de -misschien naïeve- veronderstelling dat er dan geen juridische tegenkanting zou komen betekent dit dat er misschien in 2026 ten vroegste een juist planologisch kader is om vervolgens over te gaan tot de opstart van eventuele betreffende omgevingsvergunningsaanvragen. In de -misschien even naïeve- veronderstelling dat er dan geen juridische tegenkanting zou komen tegen eventuele verleende omgevingsvergunningen betekent dit dat werken eventueel in 2027/2028 zouden kunnen starten.
Kortom: het zijn vooral studiebureaus en advocatenkantoren die in de feiten opnieuw gebaat zullen zijn bij een nieuwe vernietiging door de Raad van State en vervolgens de herneming van de planologische procedures. Om dit te vermijden werd het voorbije anderhalf jaar hard ingezet op bemiddeling en onderhandeling met de bezwaarindieners. Intrekking van de bezwaren voor de Raad van State en een 'minnelijk akkoord' zou immers voor de meeste betrokken partijen het duidelijkst en de beste optie zijn. Met de projectontwikkelaars die al jarenlang procederen werd een minnelijk samenwerkingsakkoord bereikt. Aan vzw Groen werden verschillende minnelijke en constructieve dadingsvoorstellen gedaan, maar helaas zonder concreet resultaat (zie verder).
3. Voorstel samenwerkingsovereenkomst Stad Brugge - projectontwikkelaars (Novus, Bremhove, Eneman (Ghelamco))
3.1. Voorgeschiedenis
Er ligt reeds een lange historiek op tafel met de betrokken private projectontwikkelaars en de site Blankenbergse Steenweg. Het samenwerkingsverband Novus – Bremhove heeft al geruime tijd bijna alle niet-publieke gronden op de site Blankenbergse Steenweg in handen via eenzijdige verkoopbeloften van de huidige eigenaars. Deze verkoopbeloften werden nog niet gelicht, maar zijn nog geldig. Daarnaast heeft 'Eneman' (Ghelamco) ook een aantal percelen in de zone 'stedelijke activiteiten' in eigendom.
De projectontwikkelaars hebben altijd de ambitie gehad om zelf te ontwikkelen. Bij aanvang van het project was het de bedoeling dat WVI, na gerechtelijke onteigening van de gronden, zou instaan voor de ontwikkeling. Het scenario van de gerechtelijke onteigening was een van de voornaamste redenen waarom de projectontwikkelaars (en bepaalde eigenaars, voor wie de overeengekomen m²-prijs met de private ontwikkelaars financieel aanzienlijk interessanter was dan bij onteigening of minnelijk akkoord met WVI) zich steeds juridisch verzet hebben tegen de genomen planinitiatieven.
3.2. Globale uitgangspunten onderhandelingen en voorliggende overeenkomst
De voorbije +-10 jaar hebben aangetoond dat het 'conflictmodel' voor niemand voordelen biedt. Uitgangspunt in de onderhandelingen achter de schermen was dan ook om te kijken hoe het 'conflictmodel' kon omgebogen worden tot een aanvaardbaar 'samenwerkingsmodel', met respect voor ieders belangen en ambities. Na bemiddeling ligt er nu een evenwichtig voorstel op tafel om te komen tot een samenwerking, in de hoop dat de private partijen en Stad Brugge elkaar niet meer juridisch verder moeten bekampen (het betreft een samenwerking die uiteenvalt in zowel een scenario waarbij het GRUP niet vernietigd zou worden en waarbij dan een snelle doorstart kan genomen worden (cfr. passage 'regeling grondposities') als in een scenario van verdere constructieve samenwerking ingeval van vernietiging GRUP, zodat ook in dat scenario maximaal nieuwe conflicten kunnen vermeden worden).
Op voorwaarde van goedkeuring van voorliggende overeenkomst werd bedongen dat de private ontwikkelaars/partijen hun beroep tot vernietiging van het GRUP voor de Raad van State intrekken (in concreto de beroepen tot nietigverklaring van enerzijds 'Novus, Bremhove, e.a.' en anderzijds 'Eneman' (Ghelamco). De private partijen verklaren zich akkoord om hun bezwaarschriften voor de Raad van State in te trekken onmiddellijk na goedkeuring van de overeenkomst door het college van burgemeester en schepenen; omwille van de timing -cfr. eerder vermelde voorziene pleitdatum van 10 juni 2022- waren de private partijen akkoord om het risico te nemen om de formele goedkeuring van de gemeenteraad niet af te wachten.
Dit betekent formeel dat er in de hangende procedure voor de Raad van State nog maar 1 bezwaarschrift overblijft, nl. van 'De Buck, Stroo en de VZW Groen'. Ook daar zijn verregaande voorstellen gedaan om tot een dading te komen (zie verder), helaas tot op vandaag zonder succes.
3.3. Masterplan voor ontwikkeling deelgebied “Sint-Pietersplas–Blankenbergse Steenweg” als basis
In samenwerking met de private ontwikkelaars werd, om de samenwerking te concretiseren, een voorstel van Masterplan opgemaakt voor de zones 'bedrijvigheid' en 'stedelijke activiteiten' voor de Blankenbergse Steenweg. Het was belangrijk om zo tot een afgestemde en logische aansluiting te komen van beide 'zones' (cfr. weginfrastructuur, gedeelde parking,...) en dit conform de opgelegde stedenbouwkundige randvoorwaarden in het GRUP (bv. bufferende maatregelen en vereiste tot opmaak van een kwalitatief inrichtingsplan). Van de gelegenheid werd gebruik gemaakt om, in de zone voor 'stedelijke activiteiten', alle benodigde infrastructuur voor Cercle Brugge volledig in te tekenen, zodat Cercle Brugge in voorkomend geval ook een snelle doorstart kan maken.
Maar er werd in het Masterplan ook van de gelegenheid gebruik gemaakt om, richting VZW Groen, verregaande toegevingen te doen in de hoop om zo alsnog tot een positief en constructief gesprek te komen.
Zo werd in de plannen uitgegaan van een aantal uitgangspunten:
Ingeval er een minnelijk akkoord met alle partijen zou kunnen bereikt worden liggen er dus al verregaand uitgewerkte plannen op tafel waardoor in de praktijk heel snel vooruitgang zou kunnen geboekt worden om al op elkaar afgestemde projecten/zones verder in detail uit te werken richting omgevingsvergunningsaanvraag.
3.4.Regeling grondposities
Het Masterplan biedt al een solide basis inzake de op elkaar afgestemde inrichting van zowel de zone 'stedelijke activiteiten' als de zone 'bedrijvigheid'. Maar de ambities van het Masterplan zijn maar te realiseren als er ook over de grondposities een akkoord is. Vanuit de wetenschap dat de betrokken private partijen een gerechtelijke onteigening absoluut wensen te vermijden (en ook wetende dat de betrokken private partijen ook een eventuele onteigening sowieso zullen aanvechten) en vanuit de logische redenering dat de grondpositie voor elk van de betrokken partijen cruciaal is om finaal iets te kunnen realiseren werd tijdens de onderhandelingen gezocht naar een aanvaardbare 'modus vivendi' tussen alle betrokken partijen. In het voorstel van overeenkomst dat nu op tafel ligt zit nu onmiddellijk een overeenkomst over alle benodigde gronden voor de zones 'stedelijke activiteiten' en 'bedrijvigheid' vervat. Het betreft een minnelijk akkoord (in plaats van de initieel vooropgestelde onteigening) die bestaat uit enerzijds een ruil van gronden (m² voor m²) en anderzijds de aankoop van de overige gronden door de Stad Brugge tegen een marktconforme forfaitaire prijs. Op deze manier zouden, sensu stricto, na verdwijnen van de procedures voor de Raad van State, onmiddellijk de nodige transacties kunnen gebeuren waardoor de grondposities snel en duidelijk in onderling akkoord geregeld zijn.
Partijen komen inzake de grondposities in het voorstel van overeenkomst overeen dat, onder de voorwaarden van deze overeenkomst (zie punt "D. Doelstelling van de overeenkomst" in bijlage):
de gronden op het plan opgenomen in de overeenkomst in de zone voor 'stedelijke activiteiten', heden eigendom van de private eigenaars, voor een totale oppervlakte van 7,4ha (oranje ingekleurd).
Stad Brugge alle andere benodigde gronden in de zone bestemd voor 'stedelijke activiteiten' (rood ingekleurd op het plan opgenomen in de overeenkomst) zal aankopen van de private eigenaars Novus-Bremhove-Eneman (Ghelamco) tegen een forfaitaire prijs van maximaal 5.000.000 euro, zijnde:
Uiteraard zal maar effectief overgegaan worden tot ruil en aankoop van de benodigde gronden en dus eigendomsoverdrachten (vrij van gebruik en van genot) middels het verlijden van notariële akten tussen de partijen als er sprake is van het definitief, onherroepelijk, uitvoerbaar en in rechte niet meer aanvechtbaar worden van het huidige GRUP of in voorkomend geval van remediëring, herneming (totstandkoming) van een planproces na vernietiging van het huidige GRUP, na het definitief, onherroepelijk, uitvoerbaar en in rechte niet meer aanvechtbaar worden van een nieuw planologisch initiatief.
Pro memorie over de mogelijke financiële implicaties
3.5. Andere afspraken in de overeenkomst
Andere verplichtingen in de samenwerkingsovereenkomst bij het definitief uitvoerbaar worden van het GRUP:
Andere afspraken in de samenwerkingsovereenkomst bij vernietiging van het GRUP
3.6. Juridisch nazicht voorstel van overeenkomst
Na principieel akkoord van het college van burgemeester en schepenen na een presentatie voorafgaand aan de zitting van 23 mei 2022 werd het voorstel van samenwerkingsovereenkomst inhoudelijk en juridisch afgestemd met raadsman Filip De Preter (advocatenkantoor Liedekerke), eerder aangesteld om de procedures tegen het GRUP voor Stad Brugge juridisch te ondersteunen. Het voorstel van overeenkomst is dus in afstemming met mr. De Preter opgemaakt.
4. Wat ligt er op tafel voor Groen vzw?
Er is een uitgewerkt voorstel van dading besproken met met VZW Groen en de familie De Buck – Stroo (grondeigenaars/bewoners binnen het projectgebied). Na een zekere openheid bij de initiële gesprekken was er na verloop van tijd (en na ongunstige auditoraatsverslagen van de Raad van State) opnieuw geen enkele bereidheid meer bij voornamelijk VZW Groen om tot een compromis te komen.
Stad Brugge ging meermaals in overleg met VZW Groen in een poging om tot een akkoord te komen. Op de laatste vragen tot overleg van de Burgemeester weigerde VZW Groen in te gaan. Ook minister Zuhal Demir nodige VZW Groen / Erik Ver Eecke (in zijn hoedanigheid als voorzitter van de vzw) persoonlijk uit, maar ook op die uitnodiging werd niet ingegaan. Via de projectontwikkelaars was er wel even een constructieve dialoog en het dadingsvoorstel werd daar enkele keren besproken. Dit voorstel bestond uit verschillende elementen, die onderdeel uitmaken van een akkoord waarbij VZW Groen ook bereid zou zijn om hun bezwaarschrift in te trekken:
Het is duidelijk dat er bereidheid was en is om verregaande toegevingen te doen richting VZW Groen. Indien er bereidheid was geweest om in een constructieve dialoog te treden waren er misschien zelfs nog meer mogelijkheden. Maar vanuit een eenzijdig ideologisch perspectief werd, voorlopig, de deur dicht gedaan met als standpunt: "We wachten het arrest van de Raad van State eerst af". Het moge duidelijk zijn dat het aanbod dat op tafel ligt voor VZW Groen van toepassing is vóór het arrest van de Raad van State, in een poging om tot een minnelijk akkoord te komen waar voor iedereen iets in zit. Het is dus nog steeds de uitdrukkelijke hoop dat VZW Groen, als enige partij, er niet voor zorgt dat er opnieuw een jarenlange administratieve procedure moet gevolgd worden en dat er alsnog bereidheid is om tot een compromis - minnelijk akkoord te komen.
5. Conclusie: "So close, yet so far"
Nog nooit stond Stad Brugge zo dicht bij een beëindiging van de lijdensweg voor de Blankenbergse Steenweg. Tijdens de intensieve discrete bemiddelingspogingen de voorbije maanden kwam duidelijk naar voor dat de invulling voor de site Blankenbergse Steenweg, zoals planologisch voorzien door de Vlaamse overheid, ondertussen breed gedragen wordt. Naast de betrokken overheden staan nu ook de betrokken private ontwikkelaars én de bij hen betrokken bewoners op 1 lijn. Quasi alle betrokken eigenaars - bewoners - gebruikers (vooralsnog met uitzondering van de familie De Buck – Stroo) kunnen zich vinden in de voorstellen die nu op tafel liggen en zij wensen nu vooral rechtszekerheid (na 2 decennia van procedures en onzekerheid) en zekerheid rond het bekomen van de met hen afgesproken financiële vergoedingen. Uit de gevoerde gesprekken blijkt bovendien ook dat zij het eigenlijk niet appreciëren 'derden' zich finaal uitspreken over de bestemming van hun eigen eigendom en voelen zich dan ook niet vertegenwoordigd door een belangengroep. Dit alles resulteerde, zoals beschreven in onderhavige nota, in enerzijds een voorstel tot samenwerking tussen Stad Brugge en de private ontwikkelaars / bewoners en anderzijds de intrekking van de bezwaarschriften van de private ontwikkelaars.
Maar ongeacht het feit dat de 'oplossing' nog nooit zo dichtbij was: toch blijft een finale oplossing veraf... In het Masterplan en het bijhorend voorstel van dading werd meermaals de hand gereikt naar VZW Groen. Het zou bijzonder jammer zijn dat, alles in acht genomen, dit project en de brede maatschappelijke ambities nu zouden sneuvelen uit een louter ideologische overweging van 1 belangengroep/persoon.
Het is nu het moment om tot een akkoord te komen, dewelke dan ook eindelijk rechtszekerheid zal geven aan alle betrokken landbouwers/eigenaars/bewoners. In de schoot van deze nota zal nog eens formeel gevraagd worden aan VZW Groen om op een constructieve manier en bij hoogdringendheid tot een dading te komen.
De "Overeenkomst van Publiek Private Samenwerking (PPS) ter verwezenlijking van een doel van algemeen nut: de ontwikkeling van een zone voor bedrijvigheid en stedelijke activiteit aan de Blankenbergse Steenweg te Brugge" wordt goedgekeurd en de Gemeenteraad wordt geïnformeerd over de stand van zaken van de hangende procedure voor de Raad van State in zaak van de beroepen tot nietigverklaring van het GRUP 'Afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge - Herneming - Deelplan Blankenbergse Steenweg' en de resultaten van de bemiddelingspogingen in dit dossier.