Het Vast Bureau van 1 april besliste om verder in een aanvullend pensioen te voorzien via instap in OFP PROLOCUS (algemene toelichting over OFP PROLOCUS in bijlage).
Met deze instap, moeten een aantal zaken worden beslist. Het betreft volgende punten:
1. Toetreden tot OFP Prolocus - startdatum
2. Kaderreglement, beheersovereenkomst, financieringsplan en verklaring inzake beleggingsbeginselen
3. Basistoezegging (3%) en eventueel:
1. Inhaaltoezegging
2. Bijzondere toezegging
3. Step rate
4. Afgevaardigde in algemene vergadering en bestuur
5. Eventueel: vorming ‘MIPS-groep’
6. Financiering en inning via RSZ
1. Toetreden tot OFP Prolocus: toetredingsakte
Toetreden tot OFP Prolocus, impliceert aanvaarding van het kaderreglement, de beheersovereenkomst, het financieringsplan en de verklaring betreffende de beleggingsbeginselen.
OCMW Brugge treedt toe vanaf 01/01/2022, aansluitend op de afgelopen verzekering. Daartoe wordt de toetredingsakte ter ondertekening voorgelegd aan de Voorzitter van de Raad Maatschappelijk Welzijn en aan de Algemeen Directeur, na goedkeuring door de Raad. De toetredingsakte wordt vervolgens ten laatste op 30 april 2022 bezorgd aan OFP PROLOCUS om zo de tweede pensioenpijler verder te verzekeren voor de contractuele medewerkers bij het bestuur.
2. Kaderreglement, beheersovereenkomst financieringsplan en beleggingsaanpak
De pensioentoezegging via OFP PROLOCUS is uitgeschreven in een kaderreglement. Het kaderreglement betreft de invoering van een pensioenstelsel dat voorziet in extralegale voordelen ter aanvulling van de wettelijke pensioenstelsels, en bepaalt bijgevolg de aanpak en uitwerking van de voorzieningen. Dit reglement is toegevoegd in bijlage en wordt voorgelegd ter aktename. Dit is onderhandeld in onderhandelingscomité C1, met protocol van akkoord gesloten op 30 maart 2022.
Bijkomend dient het bestuur ook de statuten van OFP PROLOCUS, de beheersovereenkomst van OFP PROLOCUS, het financieringsplan en de verklaring inzake beleggingsbeginselen (algemeen luik en specifiek luik VVSG) te aanvaarden. Over het financieringsplan en de verklaring inzake beleggingsbeginselen is in bijlage alle nodige tekst en uitleg uitgewerkt. De specifieke reglementering van toepassing op medewerkers van OCMW Brugge komen in het bijzonder pensioenreglement. Dit bevat de details met betrekking tot punten 3, 5 en 6 hieronder.
3. Basistoezegging (3%) en eventueel aanvullende toezeggingen
De Raad Maatschappelijk Welzijn besliste in zitting van 17 december 2019 om een basistoezegging van 3% te voorzien vanaf 01.01.2021 (besluit in bijlage). Voorgesteld wordt deze basistoezegging te verankeren in het nieuwe pensioenstelsel voor het aanvullend pensioen, aangezien dit de minimale bijdrage is om de nodige kortingen op de responsabiliseringsbijdrage te vrijwaren. Daarnaast werd er in het besluit van 17 december 2019 ook een verhoging van de basisbijdrage voorzien (volgens getrapt systeem):
- voor medewerkers vanaf 20 jaar anciënniteit (4,75%)
- en voor medewerkers met een anciënniteit vanaf 30 jaar (6,75%).
Er bestaat de mogelijkheid om daarnaast te voorzien in een inhaaltoezegging en een bijzondere toezegging en een step rate.
Een inhaaltoezegging is een extra bijdrage voor een groep medewerkers voor een periode voorafgaand aan de oprichting van de tweede pijler. Zo’n toezegging is typisch bij oprichting van een tweede pensioenpijler. Zo'n toezegging is door het OCMW Brugge reeds toegekend bij aanvang in 2013, bij oprichting van de tweede pijler, aan de groep medewerkers die toen al langer dan 25 jaar voor het bestuur werkten en hun pensioen dus sneller zagen naderen dan jongere medewerkers.
Een bijzondere toezegging kan worden toegekend wanneer er bijvoorbeeld VIA-middelen ter beschikking zijn die hiervoor kunnen dienen. Er is geen aanleiding of extra budget beschikbaar om extra toezeggingen te voorzien. (Er is slechts een beperkt aantal diensten dat in aanmerking komt voor toekenning van VIA-middelen; het bestuur heeft steeds de lijn uitgezet dat de VIA-middelen geen aanleiding zijn om een groep collega's te bevoordelen).
Een step rate betreft de mogelijkheid om een extra percentage bij te dragen aan de tweede pensioenpijler voor medewerkers van wie het pensioen niet op het volledige loon wordt berekend. Dit is zo omdat voor de pensioenberekening een maximum loonbedrag als basis wordt genomen, en deze medewerkers met hun loon boven dat maximum zitten. Het wettelijk pensioen van deze contractuele medewerkers zal dus in verhouding meer verschillen van het wettelijk pensioen van de vastbenoemde medewerkers. Voor wie in deze situatie is, kan de werkgever een hogere tweede pijler voorzien op het stuk van het loon waarop geen wettelijk pensioen wordt berekend, om zo het verschil tussen het pensioen van beide medewerkers toch te beperken. Het is mogelijk om in de toekomst in een bijzondere toezegging of step rate te voorzien, dat kan steeds vanaf 1 januari van het jaar volgend op de beslissing. Voor de OCMW groep betreft dit anno 2022 18 contractuele medewerkers, met een geraamde kost van 17.500 euro indien een step rate van 10% zou worden vastgelegd. Voorgesteld wordt om momenteel geen extra toezeggingen te voorzien en hiervoor ook een vergelijkende studie te maken van de lokale besturen.
4. Afgevaardigde in algemene vergadering en bestuur
Iedere werkgever dient een vaste stemgerechtigde vertegenwoordiger alsook een ‘vervanger’(reserve) aan te duiden voor de algemene vergadering van het fonds. Deze persoon is idealiter een beleidsverantwoordelijke maar kan ook vanuit de administratie aangeduid worden. Deze vertegenwoordiging in de algemene vergadering van OFP Prolocus is onbezoldigd. De vertegenwoordiger moet bestuurder, lid van het directiecomité, of werknemer van de entiteit zijn. De aanduiding va deze vertegenwoordiger is geldig voor de lopende legislatuur.
In een volgende fase worden ook bestuurders aangeduid, waarbij Brugge in aanmerking komt een bestuurder voor te dragen indien Antwerpen en/of Gent niet toetreden.
5. Vorming 2 ‘MIPS'-groepen
Een bestuur kan met andere rechtspersonen waarmee ze nauwe banden heeft (AGB’s, Stad, Welzijnsverenigingen) een MIPS-groep vormen. De afkorting ‘MIPS’ staat voor ‘Multi Inrichters Pensioenstelsel’. De voorwaarde hiervoor is dat het gaat om juridisch gelinkte besturen binnen dezelfde gebiedsomschrijving die financieel van elkaar afhankelijk zijn (bv. gemeente, OCMW, AGB). Het pensioenplan van deze werkgevers dient in dit geval ook identiek te zijn. In tegenstelling tot besturen binnen het globale fonds bestaat er binnen zo’n MIPS onderlinge financiële solidariteit: kan een van de aangesloten besturen binnen de MIPS de bijdragen voor het pensioen niet meer zelf betalen, dan worden de andere besturen binnen de MIPS de factuur gepresenteerd ter betaling. Voor de aangeslotenen zorgt een MIPS voor een ononderbroken pensioenopbouw bij mobiliteit binnen de werkgevers van deze MIPS.
Een MIPS-groep kan bij de toetreding van de betrokken besturen op 01/01/2022 opgericht worden, of op een later moment in de toekomst, evenwel niet met terugwerkende kracht.
Voorgesteld worden om voor OCMW Brugge en de welzijnsverenigingen twee MIPS-groepen op te richten:
6. Financiering en inning via RSZ
Om het aanvullend pensioen via OFP PROLOCUS te financieren dient elk bestuur een premie te betalen. Deze premie zal bestaan uit drie componenten:
1. een inningspremie op kwartaalbasis (+ bijdrage van 8,86% op deze inningspremie),
2. een bijkomende premie op jaarbasis om het saldo van de geïnde premies en de verschuldigde bijdragen conform het pensioenplan te dekken (+ bijdrage van 8,86% op de bijkomende premie)
3. een bijkomende kostenpremie op jaarbasis om de kosten van het pensioenfonds te dekken.
De inning van deze premie wordt in 2022 opgestart door de RSZ: de op basis van het financieringsplan verschuldigde bijdragen en de kosten voor het functioneren van OFP PROLOCUS zullen ingehouden worden door de RSZ en daarna doorgestort worden aan OFP PROLOCUS. Dit is conform de werking met de vorige verzekeraar, waarbij de RSZ eveneens de verschuldigde bijdragen inde en doorstortte. De bijkomende kostenpremie op jaarbasis om de kosten van het pensioenfonds te dekken wordt berekend à rato van €1.000 per werkgever + €10 per aangesloten werknemer. Er zijn daarnaast geen andere (eenmalige of recurrente) kosten gelinkt aan de toetreding tot het fonds, noch in het geval van een MIPS. De jaarlijkse kostenpremie is verschuldigd door iedere werkgever, ongeacht schaalgrootte of eventuele deelname aan een MIPS-groep. Het kostenmodel zal na 3 jaar geëvalueerd worden en kan op dat moment eventueel bijgestuurd worden. Elke contractuele werknemer is automatisch aangesloten bij de tweede pijler.
Bij opmaak van het dossier werken 230 contractuelen bij het OCMW Brugge. De totale meerkost per jaar is op basis van bovenstaande informatie te ramen op een minimum kost van 3.300 euro. Voor de ganse OCMW Groep komt dit op ongeveer 26.500 euro. Dit kan momenteel benomen worden binnen de personeelsenveloppes gelet op de beperkte meerkost. Indien een herziening van het kostenmodel tot hogere kosten leidt, kan er op dat moment een aanpassing van het budget gevraagd worden indien nodig.
7. Advies vakorganisaties
Gunstig advies vanwege de vakorganisaties, zoals gegeven in het bijzonder overlegcomité van 5 april 2022 (uittreksel in bijlage).
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn neemt kennis van en stemt in met:
• De beheersovereenkomst en het financieringsplan (algemeen luik en luik VVSG) via de toetredingsakte van OFP PROLOCUS;
• Het kaderreglement en het bijzonder pensioenreglement met specifieke bepalingen voor het personeel van OCMW Brugge:
1. Basisbijdrage 3%
2. Geen step rate, aanvullende toezegging of inhaaltoezegging bij toetreding
3. Oprichting van 2 MIPS-groepen binnen de “GROEP OCMW” (OCMW en haar welzijnsverenigingen):
o 1 MIPS voor contractueel personeel in dienst uiterlijk 31 december 2019
▪ Personeel met een anciënniteit van 0 jaar–19 jaar: basisbijdrage 3%
▪ Personeel met een anciënniteit van 20 jaar – 29 jaar: basisbijdrage 4,75%
▪ Personeel met een anciënniteit vanaf 30 jaar: basisbijdrage 6,75%
o 1 MIPS voor contractueel personeel in dienst vanaf 1 januari 2020: basisbijdrage 3%
Er wordt kennisgenomen van de verklaring inzake beleggingsbeginselen (SIP) (algemeen luik en luik VVSG) en de statuten.
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn beslist om met ingang van 1 januari 2022 toe te treden tot OFP PROLOCUS (afzonderlijk vermogen VVSG), en hiertoe onverwijld een verzoek tot aanvaarding als lid van de Algemene Vergadering te richten tot OFP PROCOLUS.
Er wordt ingestemd met het feit dat de door het financieringsplan verschuldigde bijdragen en de kosten voor het functioneren van OFP PROLOCUS zullen worden geïnd door de RSZ in naam en voor rekening van OFP PROLOCUS.
De pensioentoezegging bedraagt 3 % van het pensioengevend loon. Voor medewerkers in dienst vóór 1 januari 2020 en met 20 jaar anciënniteit geldt een pensioentoezegging van 4,75%, vanaf 30 jaar anciënniteit geldt er een pensioentoezegging van 6,75% van het pensioengevend loon.
OCMW Brugge zal zich verenigen met de volgende werkgevers via een Multi-inrichterspensioenstelsel (MIPS): welzijnsverenigingen Mintus, De blauwe lelie, Ons Huis, Ruddersstove, SVK Brugge, WOK, 't SAS en SPOOR Brugge.
De heer Pablo Annys wordt afgevaardigd als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP Prolocus. De heer Peter Smet wordt aangeduid als vervanger van voorgaande indien hij niet aanwezig kan zijn. Deze aanstelling geldt voor de volledige legislatuur.
De voorzitter van de Raad Maatschappelijk Welzijn en de Algemeen Directeur worden gemachtigd om de noodzakelijke vervolgstappen te nemen voor de uitvoering van voormelde beslissingen.