Zie hierboven.
De raad voor maatschappelijk welzijn gaat akkoord met het voorstel tot formatiewijziging, onder voorbehoud van officiële budgettaire goedkeuring door het daartoe bevoegde orgaan.
Zie hierboven.
De raad voor maatschappelijk welzijn gaat akkoord met het voorstel tot formatiewijziging, onder voorbehoud van officiële budgettaire goedkeuring door het daartoe bevoegde orgaan.
Zie hierboven.
De raad voor maatschappelijk welzijn gaat akkoord met het voorstel tot formatiewijziging, onder voorbehoud van officiële budgettaire goedkeuring door het daartoe bevoegd orgaan.
Coördinator atelier (A1a-A1b-A2a)
In de formatie was tot op heden een diensthoofd studiebureau voorzien die instond voor het aansturen van het atelier. Binnen de opdrachten van deze functie waren onder meer ook het beheer van de bossen in Luxemburg, wat toch een niet onaanzienlijke taak is, als het begeleiden van diverse andere projecten inbegrepen. Dit was historisch zo gegroeid, dit eerder vanuit de persoon die deze functie uitvoerde dan uit de noodzaak om deze taken te verbinden aan de leidinggevende atelier. Deze taken werden altijd heel correct en professioneel opgenomen, maar zijn niet rechtstreeks met de atelierwerking verbonden en kunnen aldus ook via studiebureau worden opgenomen.
Ondertussen zijn er ook stappen gezet om de werking van het atelier meer te gaan digitaliseren. We willen in de toekomst gebruik maken van digitale werkbonnen om zo nog efficiënter, duurzamer en gebruiksvriendelijker te kunnen werken. Dit vergt echter een aantal aanpassingen binnen de werking om deze transitie en verdere uitrol correct te kunnen begeleiden en te doen slagen. De voorbereidingen hiervoor zijn al getroffen. De nodige software en hardware is hiervoor ter beschikking.
Binnen de nieuw voorgestelde functie van coördinator is het de bedoeling dat de uitvoerder vooral instaat voor het aansturen, begeleiden en evalueren van de personeelsleden, voorbereidend werk doet voor wat betreft de aangevraagde opdrachten, overlegt met onze interne klanten, de opdrachten in overleg met de diverse ploegen digitaal inplant, controle uitvoert op de werkvloer en uitgevoerde werken gaat nazien en alle aankopen voorbereid en begeleidt in kader van de opdrachten atelier. Door het wegvallen van de hierboven vermelde taken (bosbeheer, speciale projecten…) is er voldoende ruimte om dit op te nemen. Hiermee vervalt ook de functie van planner in de formatie, gezien deze taken zullen worden toebedeeld aan de coördinator atelier.
Rekening houdende met de inhoud van de functie, in analogie met een gelijkaardige functie binnen de stad wordt deze ingeschaald op A1a-A1b-A2a niveau.
Hierna volgt de vergelijking tussen de huidige formatie van Mintus – Technische dienst en het voorstel nieuwe formatie Mintus – Technische dienst.
Huidig versie:
Artikel 75
Als het personeelslid, met relevante beroepservaring in de privésector of als zelfstandige, een beroep binnen OCMW of welzijnsverenigingen bekleedt, wordt graadanciënniteit, niveauanciënniteit en dienstanciënniteit toegekend, als die beroepservaring relevant is voor de functie waarin het personeelslid in aanwerving wordt aangesteld:
Hiertoe wordt minstens jaarlijks een lijst van knelpuntberoepen vastgesteld door de aanstellende overheid na onderhandeling met de representatieve vakorganisaties.
Die administratieve anciënniteiten worden toegekend op basis van een vergelijking van die diensten met de voorwaarden en met het functieprofiel voor de functie waarin het personeelslid aangesteld wordt.
Het personeelslid levert zelf de bewijsstukken voor de diensten die in de privésector of als zelfstandige gepresteerd werden. Als bewijsstukken worden aanvaard:
1° attesten van de vroegere werkgever die bevestigen dat een personeelslid een bepaalde functie heeft uitgeoefend en hoelang, en die weergeven wat die functie concreet inhield;
2° de functiebeschrijving van de vroeger uitgeoefende functie;
3° evaluaties/waardering over de uitoefening van de vroegere functie;
4° zo nodig, attesten of getuigschriften van aanvullende vorming voor de functie.
De selectiecommissie beoordeelt de relevantie van privé-anciënniteit.
Voorstel wijziging:
Artikel 75
Als het personeelslid, met relevante beroepservaring in de privésector of als zelfstandige, een beroep binnen OCMW of welzijnsverenigingen bekleedt, wordt graadanciënniteit, niveauanciënniteit en dienstanciënniteit toegekend, als die beroepservaring relevant is voor de functie waarin het personeelslid in aanwerving wordt aangesteld:
Hiertoe wordt minstens jaarlijks een lijst van knelpuntberoepen vastgesteld door de aanstellende overheid na onderhandeling met de representatieve vakorganisaties.
Die administratieve anciënniteiten worden toegekend op basis van een vergelijking van die diensten met de voorwaarden en met het functieprofiel voor de functie waarin het personeelslid aangesteld wordt.
Als relevante beroepservaring worden de maanden waarin men een onkostenvergoeding heeft ontvangen als onthaalouder sui generis in rekening gebracht.
Het personeelslid levert zelf de bewijsstukken voor de diensten die in de privésector of als zelfstandige gepresteerd werden. Als bewijsstukken worden aanvaard:
1° attesten van de vroegere werkgever die bevestigen dat een personeelslid een bepaalde functie heeft uitgeoefend en hoelang, en die weergeven wat die functie concreet inhield;
2° de functiebeschrijving van de vroeger uitgeoefende functie;
3° evaluaties/waardering over de uitoefening van de vroegere functie;
4° zo nodig, attesten of getuigschriften van aanvullende vorming voor de functie.
De selectiecommissie beoordeelt de relevantie van privé-anciënniteit.
De raad voor maatschappelijk welzijn gaat akkoord met het voorstel wijziging rechtspositieregeling zoals hierboven en in de bijlage beschreven.
/
De raad voor maatschappelijk welzijn gaat akkoord met de samenwerkingsovereenkomsten voor de volgende diensten zoals in de bijlage beschreven:
/
De raad voor maatschappelijk welzijn gaat akkoord met de samenwerkingsovereenkomsten voor de volgende diensten zoals in de bijlage beschreven: