2024_GR_00061 - Musea - kennisgeving Vlaamse werkingssubsidies voor Musea Brugge - ondertekening subsidieovereenkomst.

Het Brugse museale beleidsplan is opgemaakt vanuit de ambitie als cultureel-erfgoedinstelling. Het beleidsplan is door de inhoudelijke beoordelingscommissie kwalitatief als ‘heel goed’ ingeschaald waarna het ook budgettair maximaal is gehonoreerd. De Vlaamse regering heeft Musea Brugge een verdubbeling van de subsidies t.o.v. de huidige beleidsperiode toegekend. Inclusief de indexering van 4,4% bedraagt dit bedrag jaarlijks 2.758.000 euro wat van Musea Brugge de koploper binnen het Vlaamse museale landschap maakt (zie subsidiebesluit Vlaamse overheid). 

Als return verwacht de Vlaamse overheid dat de doelstellingen uit het beleidsplan worden gerealiseerd. Deze zijn verwerkt in een subsidieovereenkomst. De finale versie van deze overeenkomst wordt aan de gemeenteraad van februari 2024 voorgelegd.

Deze principes zijn van belang m.b.t. de werkingssubsidies:

• De subsidieovereenkomst is de leidraad voor de aanwending van de subsidiemiddelen. De subsidieovereenkomst is geënt op het beleidsplan van Musea Brugge. 
• Bij de uitvoering van de werking is er blijvend aandacht voor de beleidsprioriteiten en aandachtspunten van de Strategische Visienota Cultureel Erfgoed, in het bijzonder het digitale beleid wordt afgestemd met de overkoepelende Vlaamse initiatieven op het vlak van digitalisering.
• De extra ondersteuning door Vlaanderen mag niet tot gevolg hebben dat het bestuur haar inbreng vermindert.
• De subsidies worden deels gebruikt voor de financiering van loonkosten, deels aangewend als werkingsmiddelen.
• De subsidieovereenkomst met Vlaanderen laat een spreiding van middelen over meerdere begrotingsjaren toe. We maken daarvan graag gebruik en hebben dit ook zo voorzien in de begroting naar Vlaanderen aangezien een groot accent ligt op de inwerkingtreding van BRON en BRUSK en deze in 2025 en 2026 vallen. De prioriteiten en de uitwerking ervan gelinkt aan de doelstellingen voor het Vlaamse subsidiebudget zijn qua timing dus niet gelijk verdeeld over de beleidsperiode 2024-2028. Het principe om de subsidiemiddelen bij opmaak begroting te kunnen verschuiven over de begrotingsjaren is bijgevolg essentieel voor een continue beleid.  
• De administratie onderzoekt samen met Stad Brugge de mogelijkheden om een vertegenwoordiger van de Vlaamse Gemeenschap te benoemen die de vergaderingen van een representatief orgaan met raadgevende stem kan bijwonen. Indien een vertegenwoordiger wordt aangeduid, gebeurt dit door de Vlaamse minister, bevoegd voor cultuur. De vertegenwoordiger heeft als taak om de uitvoering van deze subsidieovereenkomst op te volgen.