Het toepassen van hogere geldboetes was een uitdrukkelijke vraag van vele sanctionerende ambtenaren en biedt vooral een oplossing voor hardleerse overtreders en ernstige overtredingen, al blijft het wel noodzakelijk om de boetes steeds proportioneel te houden. Daarnaast blijft ook het aanbieden van bemiddeling en/of gemeenschapsdienst een mooi alternatief en een opportuniteit om de geleden “schade” te herstellen. Ook hier blijven we verder op inzetten!
In het GAS-kaderreglement werd het boetebedrag (500 euro i.p.v. 350 euro) in artikel 4 aangepast. Artikel 4 bepaalt: Tenzij specifiek anders bepaald, kan een administratieve geldboete voor meerderjarigen en voor rechtspersonen gaan tot maximum 500 euro. Voor minderjarigen die de leeftijd van zestien jaar bereikt hebben op het ogenblik van de feiten is dat maximum 175 euro. Binnen die maxima stelt de sanctionerende ambtenaar de geldboete in elk concreet geval proportioneel vast, in functie van enerzijds de objectieve ernst van de inbreuk (aard, omvang, duur, rechtstreeks of onrechtstreeks veroorzaakte schade of overlast) en anderzijds de verwijtbaarheid aan de betrokkene (verzachtende of integendeel verzwarende omstandigheden, eventuele herhaling).
Met de veranderingen die werden doorgevoerd voor de GAS-vaststellers van gewestelijke overheden/entiteiten wordt het nu gemakkelijker om deze vaststellers te benoemen, zonder de noodzaak van individuele aanstellingen. Binnen de GAS-wet werd daarvoor artikel 2° paragraaf 1, eerste lid, 2°, aangevuld met de volgende zinnen: "De gemeenteraad wijst de betrokken overheid of entiteit aan waarvan de personeelsleden bevoegd zijn voor de vaststelling van de inbreuken die uitsluitend het voorwerp kunnen uitmaken van een administratieve sanctie. De betrokken overheid of entiteit duidt de personeelsleden aan die belast worden met een vaststellingsopdracht en houdt de namen en de rijksregisternummers van deze personen bij. De overheid of entiteit zorgt ervoor dat een gemeente kan nagaan of een personeelslid van de overheid of de entiteit wel degelijk beschikt over een vaststellingsbevoegdheid op het grondgebied van de gemeente.
In functie van deze nieuwe formulering werd artikel 2bis toegevoegd in het GAS-kaderreglement. Artikel 2bis bepaalt: De gemeenteraad wijst de betrokken overheid of entiteit aan waarvan de personeelsleden bevoegd zijn voor de vaststelling van de inbreuken die uitsluitend het voorwerp kunnen uitmaken van een administratieve sanctie. De betrokken overheid of entiteit duidt de personeelsleden aan die belast worden met een vaststellingsopdracht en houdt de namen en de rijksregisternummers van deze personen bij. De overheid of entiteit zorgt ervoor dat een gemeente kan nagaan of een personeelslid van de overheid of de entiteit wel degelijk beschikt over een vaststellingsbevoegdheid op het grondgebied van de gemeente.
Bovendien krijgen alle GAS-vaststellers efficiëntere middelen, zoals toegang tot het rijksregister en de databank van de Dienst voor Inschrijvingen van Voertuigen (DIV), waardoor ze overtreders sneller kunnen identificeren. Uiteraard moet het lokale bestuur de benodigde machtigingen hebben voor deze toegang en hangt daaraan ook een prijskaartje (licentiekosten). Concreet zullen we samen met relevante stadsdiensten waarbinnen de verschillende GAS-vaststellers gevestigd zijn, bekijken of en in welke context dit noodzakelijk is.
Wijzigingen binnen de GAS-wet waarvoor het GAS-kaderreglement niet hoeft aangepast te worden:
Er werden enkele concrete zaken gewijzigd m.b.t. de GAS-bemiddeling. Hiervoor zijn geen wijzigingen nodig in het GAS-kaderreglement want die situeren zich vooral in de operationele werking waarmee de GAS-bemiddelaar uiteraard rekening zal houden. Zo wordt de GAS-wet in lijn gebracht met de geldende GDPR-regels, en zijn enkele hele praktische aanpassingen doorgevoerd in de bemiddelingsprocedure en werd de terminologie aangepast aan de huidige normen in onze samenleving (o.a. in functie van de verschillende gezinsvormen waarbij moeder, vader, voogd e.d. vervangen worden door titularis die de minderjarige onder hoede heeft). Ook is er vermelding van de wettelijke verankering van de federale subsidiering van de loonkost van de bemiddelaars, geen noodzaak slachtoffer, enz.).
Vervolgens werd er een nieuwe gemengde inbreuk toegevoegd in de GAS-wet. Lokale overheden kunnen nu overtredingen van gemeentelijke reglementen met betrekking tot openingstijden bestraffen met GAS (artikel 18 van de wetgeving inzake openingstijden). Voorlopig is hiervan nog geen sprake binnen het Brugse GAS-beleid, gezien we beschikken over een eigen Reglement tot bepaling van de sluitingsuren van vestigingseenheden van kleinhandel op het grondgebied Brugge, waarbij nu al GAS-toegepast wordt.
De procedure voor GAS-verkeer (GAS 4) verandert ook.
Binnen de GAS-dienst zal er dus actief ingezet worden op de wijzigingen in de gewijzigde GAS-wet. Concreet betekent dit dat alle GAS-dossiers binnen het werkingsjaar 2024 ook volgens deze richtlijnen behandeld zullen worden.
Een uitgebreide lijst van alle artikelen die binnen de GAS-wet werden gewijzigd, werd toegevoegd in bijlage.
De aanpassingen in het Kaderreglement Gemeentelijke Administratieve Sancties Brugge (toevoeging artikel 2bis en wijzigen artikel 4) worden goedgekeurd.