Raadsleden Geert Van Tieghem, Doenja Van Belleghem, Raf Reuse, Pascal Ennaert, Stefaan Sintobin en Sandrine De Crom komen tussen.
Schepen Pablo Annys en burgemeester Dirk De fauw antwoorden.
Dit tussentijds opvolgingsrapport ziet er iets anders uit dan de voorbije edities. Dit is een bewuste keuze.
In de voorbije opvolgingsrapporten die in 2020 werden voorgelegd, hebben we vooral gefocust op het actieplanniveau: Wat is de stand van zaken van deze actieplannen? Zitten de actieplannen op schema, of doen er zich problemen voor en moet er bijgestuurd worden?
We zijn ondertussen bijna halverwege deze legislatuur en daarom willen we in dit opvolgingsrapport wat dieper ingaan op de resultaten op doelstellingenniveau. Hierbij stellen we ons niet zozeer de vraag of de acties en actieplannen, die we hadden vooropgesteld in het meerjarenplan, werden uitgevoerd. We willen vooral nagaan of we de gewenste effecten hebben bereikt.
We doen dit hoofdzakelijk aan de hand van de gemeente- en stadsmonitor die in juni gepubliceerd werd. De Gemeente-Stadsmonitor is een beleidsinstrument van het Agentschap Binnenlands Bestuur. Deze monitor bevat meer dan 300 omgevingsindicatoren, waarvan er ruim 100 worden verzameld door middel van een driejaarlijkse burgerbevraging.
Het Agentschap Binnenlands Bestuur verwerkte de resultaten van deze bevraging tot een rapport Gemeente-Stadsmonitor, dat samen met andere cijfers een unieke kijk geeft op de staat van elke gemeente of stad in Vlaanderen. Deze monitor is net bedoeld om het beleid van steden en gemeenten te analyseren, te evalueren en beleidsplannen eventueel bij te sturen. Waar mogelijk (en wenselijk) hebben we de gegevens van de stadsmonitor nog aangevuld met andere data of eigen informatie. Aan de leden van het clusteroverleg en aan de ondersteunende diensten werd gevraagd om hiertoe de nodige input door te geven. Deze input werd verwerkt in het opvolgingsrapport.
Het rapport geeft uiteraard geen volledig (gedetailleerd) beeld over de realisatie van al onze beleidsdoelstellingen, maar het geeft zeker een indicatie waar beleid en administratie verder mee aan de slag kunnen.
De volgende voortgangsrapporten zullen terug opgebouwd worden vanuit de indicatoren op actieplanniveau, waarop de verschillende diensten rapporteren in ORBA. Al zullen we ook op doelstellingenniveau waar mogelijk een aantal indicatoren blijven toevoegen.
Per beleidsdoelstelling en tactische doelstelling worden ook de financiële gegevens opgenomen. We gaan hier in dit rapport echter niet dieper op in. Enerzijds verwijzen we hiervoor naar de kwartaalrapportering die tevens in de gemeenteraad van september wordt voorgelegd. Anderzijds verwijzen we naar de aanpassing van het meerjarenplan die later dit jaar op de gemeenteraad wordt voorgelegd.
Er wordt akte genomen van het tussentijds opvolgingsrapport (september 2021) in het kader van de meerjarenplanning.
De procedure tot aanwerving via mobiliteit (= categorie A)
Na het overmaken van de vacatures aan de dienst DGR DRP-P tot publicatie kunnen de personeelsleden van de geïntegreerde politie hun kandidaturen indienen. Na de benoeming door de gemeenteraad van de weerhouden kandidaten of bij delegatie door de Burgemeester, worden deze benoemingen gepubliceerd in het bulletin van het personeel (BPC). Het personeelslid betekent zijn beslissing om de betrekking al dan niet op te nemen aan DGR DRP-P, aan de overheden van vertrek en bestemming (binnen de 14 kalenderdagen te rekenen vanaf de datum van de betekening). Het benoemde personeelslid wordt in zijn nieuwe betrekking aangesteld op de eerste dag van de tweede referentieperiode volgend op zijn aanwijzing, tenzij anders bepaald.
Na een vruchteloze mobiliteitsronde (in de categorie A), kan de politiezone zich onmiddellijk formeel engageren voor een aanwerving via de aspirantenmobiliteit (in de categorie C).
Na een beslissing van de gemeenteraad over de deelname aan de mobiliteitscyclus voorbehouden aan de aspiranten-inspecteur, kunnen de openstaande plaatsen via de aspirantenmobiliteit bezorgd worden aan de algemene directie van de ondersteuning en het beheer. In het begin van de basisopleiding wordt dan een mobiliteitscyclus georganiseerd die de betrekkingen uit de categorie C bevat.
De vacante plaatsen
Operationeel kader:
Officierenkader: 1 plaats commissaris van politie
- 1 plaats adjunct-diensthoofd verkeer (met mobiliteitsreserve).
Middenkader: 9 plaatsen hoofdinspecteur van politie
- 3 plaatsen teamcoach terrein regio (met mobiliteitsreserve).
- 1 plaats teamcoach regio (met mobiliteitsreserve).
- 1 plaats teamcoach functioneel beheer (geen gespecialiseerde functie, met mobiliteitsreserve).
- 1 plaats teamcoach recherche (gespecialiseerde functie, met mobiliteitsreserve).
- 1 plaats teamcoach recherche - tewerkstelling LCCU (gespecialiseerde functie, met mobiliteitsreserve).
- 1 plaats teamcoach recherche - tewerkstelling LCCU - HINP met bijzondere specialisatie ICT (gespecialiseerde functie, met mobiliteitsreserve).
- 1 plaats coördinator verkeer (geen gespecialiseerde functie, met mobiliteitsreserve).
Basiskader: 12 plaatsen inspecteur van politie
- 1 plaats teamlid aangifte-onthaal (met mobiliteitsreserve).
- 1 plaats teamlid back-office aangifte-onthaal (met mobiliteitsreserve).
- 2 plaatsen teamlid regio (met mobiliteitsreserve).
- 2 plaatsen teamlid interventie (met mobiliteitsreserve).
- 2 plaatsen wijkinspecteur (gespecialiseerde functie, met mobiliteitsreserve).
- 2 plaatsen teamlid FIT (fiets interventie team, met mobiliteitsreserve).
- 2 plaatsen teamlid TOOP (met mobiliteitsreserve).
De selectiecommissie en de -modaliteiten
Operationeel kader:
Selectiecommissie: CP Adjunct-diensthoofd verkeer (met mobiliteitsreserve)
De voorzitter: Eerste Hoofdcommissaris van politie Dirk VAN NUFFEL, korpschef - vervanger: Hoofdcommissaris van politie Guy VINCKE, directeur beheer.
Officier van een korps van de Lokale Politie: Hoofdcommissaris van politie Yves ROTTY, directeur operaties en regiowerking - vervanger: Eerste Hoofdcommissaris van politie William VAN SEVEREN, directeur verkeer.
Officier van een korps van de Lokale Politie: Eerste Hoofdcommissaris van politie William VAN SEVEREN, directeur verkeer - vervanger: Hoofdcommissaris van politie Guy VINCKE, directeur beheer.
Officier van een korps van de Lokale Politie: Hoofdcommissaris van politie Guy VINCKE, directeur beheer - vervanger: Eerste Hoofdcommissaris van politie William VAN SEVEREN, directeur verkeer.
Een personeelslid van het operationeel kader van een korps van de Lokale Politie dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de bij mobiliteit te begeven betrekking: Eerste Commissaris van politie Alain STRUBBE, diensthoofd verkeer - vervanger: Commissaris van politie Wouter ROMMEL, regiohoofd.
Een secretaris zonder beraadslagende stem: Directiesecretaris Sophie CHRISTIAENS, directiesecretaris - vervanger: Adviseur Marie DE ROOVER, adjunct-diensthoofd HR-beheer.
Er is geen vrouwelijk personeelslid met de vereiste kwalificaties beschikbaar.
Selectiecommissie: HINP Teamcoach terrein regio (met mobiliteitsreserve)
De voorzitter: Eerste Hoofdcommissaris van politie Dirk VAN NUFFEL, korpschef - vervanger: Hoofdcommissaris van politie Guy VINCKE, directeur beheer.
Officier van een korps van de Lokale Politie: Hoofdcommissaris van politie Yves ROTTY, directeur operaties en regiowerking - vervanger: Commissaris van politie Jordy HAVERBEKE, regiohoofd.
Een personeelslid van het operationeel kader van een korps van de Lokale Politie dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de bij mobiliteit te begeven betrekking: Hoofdinspecteur van politie Lieselot CLINCKE, teamcoach terrein regio - vervanger: Hoofdinspecteur van politie Tom MAERTENS, teamcoach terrein regio.
Een secretaris zonder beraadslagende stem: Assistent Stefanie BRAET, teammedewerker regio - vervanger: Assistent Kelly BLEYAERT, teammedewerker verkeersbelemmeringen.
Selectiecommissie: HINP Teamcoach regio (met mobiliteitsreserve)
De voorzitter: Eerste Hoofdcommissaris van politie Dirk VAN NUFFEL, korpschef - vervanger: Hoofdcommissaris van politie Guy VINCKE, directeur beheer.
Officier van een korps van de Lokale Politie: Hoofdcommissaris van politie Yves ROTTY, directeur operaties en regiowerking - vervanger: Commissaris van politie Jordy HAVERBEKE, regiohoofd.
Een personeelslid van het operationeel kader van een korps van de Lokale Politie dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de bij mobiliteit te begeven betrekking: Hoofdinspecteur van politie Lieselot CLINCKE, teamcoach terrein regio - vervanger: Hoofdinspecteur van politie Tom MAERTENS, teamcoach terrein regio.
Een secretaris zonder beraadslagende stem: Assistent Stefanie BRAET, teammedewerker regio - vervanger: Assistent Kelly BLEYAERT, teammedewerker verkeersbelemmeringen.
Selectiecommissie: HINP Teamcoach functioneel beheer (met mobiliteitsreserve)
De voorzitter: Eerste Hoofdcommissaris van politie Dirk VAN NUFFEL, korpschef - vervanger: Hoofdcommissaris van politie Guy VINCKE, directeur beheer.
Officier van een korps van de Lokale Politie: Commissaris van politie Alex VAN DER BEKE, diensthoofd informatiebeheer - vervanger: Eerste Commissaris van politie Marc DELAGRANGE, diensthoofd functioneel beheer.
Een personeelslid van het operationeel kader van een korps van de Lokale Politie dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de bij mobiliteit te begeven betrekking: Eerste Hoofdinspecteur van politie Nathalie CATTRYSSE, teamcoach functioneel beheer - vervanger: Hoofdinspecteur van politie Nico DEMAEGDT, teamcoach informatiegestuurde politiezorg.
Een secretaris zonder beraadslagende stem: Eerste Assistent Fabienne VERHAGEN, teammedewerker HR-beheer - vervanger: Adviseur Marie DE ROOVER, adjunct-diensthoofd HR-beheer.
Selectiecommissie: HINP Teamcoach recherche (gespecialiseerde functie, met mobiliteitsreserve)
De voorzitter: Hoofdcommissaris van politie Yves ROTTY, directeur operaties en regiowerking - vervanger: Eerste Hoofdcommissaris van politie Dirk VAN NUFFEL, korpschef.
Officier van een korps van de Lokale Politie: Commissaris van politie Leen GHEYLE, diensthoofd recherche - vervanger: Hoofdcommissaris van politie Yves ROTTY, directeur operaties en regiowerking.
Een personeelslid van het operationeel kader van een korps van de Lokale Politie dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de bij mobiliteit te begeven betrekking: Hoofdinspecteur van politie Patrick MAECKELBERGH, teamcoach recherche - vervanger: Hoofdinspecteur van politie Tony CRAENHALS, teamcoach recherche.
Een secretaris zonder beraadslagende stem: Assistent Sam VANDENBORRE, teammedewerker verkeerstechniek - vervanger: Assistent Michaël DE SMEDT, teammedewerker HR-beheer.
Selectiecommissie: HINP Teamcoach recherche - tewerkstelling LCCU (gespecialiseerde functie, met mobiliteitsreserve)
De voorzitter: Hoofdcommissaris van politie Yves ROTTY, directeur operaties en regiowerking - vervanger: Eerste Hoofdcommissaris van politie Dirk VAN NUFFEL, korpschef.
Officier van een korps van de Lokale Politie: Commissaris van politie Leen GHEYLE, diensthoofd recherche - vervanger: Hoofdcommissaris van politie Yves ROTTY, directeur operaties en regiowerking.
Een personeelslid van het operationeel kader van een korps van de Lokale Politie dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de bij mobiliteit te begeven betrekking: Hoofdinspecteur van politie met bijzondere specialisatie ICT Jack DEWAELE, teamcoach recherche LCCU - vervanger: Commissaris van politie Leen GHEYLE, diensthoofd recherche.
Een secretaris zonder beraadslagende stem: Assistent Michaël DE SMEDT, teammedewerker HR-beheer - vervanger:Assistent Sam VANDENBORRE, teammedewerker verkeerstechniek .
Selectiecommissie: HINP Teamcoach recherche - HINP met bijzondere specialisatie ICT - tewerkstelling LCCU (gespecialiseerde functie, met mobiliteitsreserve)
De voorzitter: Hoofdcommissaris van politie Yves ROTTY, directeur operaties en regiowerking - vervanger: Eerste Hoofdcommissaris van politie Dirk VAN NUFFEL, korpschef.
Officier van een korps van de Lokale Politie: Commissaris van politie Leen GHEYLE, diensthoofd recherche - vervanger: Hoofdcommissaris van politie Yves ROTTY, directeur operaties en regiowerking.
Een personeelslid van het operationeel kader van een korps van de Lokale Politie dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de bij mobiliteit te begeven betrekking: Hoofdinspecteur van politie met bijzondere specialisatie ICT Jack DEWAELE, teamcoach recherche LCCU - vervanger: Commissaris van politie Leen GHEYLE, diensthoofd recherche.
Een secretaris zonder beraadslagende stem: Assistent Charlotte DERMUL, teammedewerker COPS - vervanger: Eerste Assistent Sarah BEKAERT, teammedewerker HR-ontwikkeling en welzijn.
Selectiecommissie: HINP Coördinator verkeer (met mobiliteitsreserve)
De voorzitter: Eerste Hoofdcommissaris van politie Dirk VAN NUFFEL, korpschef - vervanger: Hoofdcommissaris van politie Guy VINCKE, directeur beheer.
Officier van een korps van de Lokale Politie: Eerste Hoofdcommissaris van politie William VAN SEVEREN, directeur verkeer - vervanger: Hoofdcommissaris van politie Yves ROTTY, directeur operaties en regiowerking.
Een personeelslid van het operationeel kader van een korps van de Lokale Politie dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de bij mobiliteit te begeven betrekking: Eerste Commissaris van politie Alain STRUBBE, diensthoofd verkeer – vervanger: Hoofdinspecteur van politie Dimitri DEPAUW, teamcoach motorrijders.
Een secretaris zonder beraadslagende stem: Assistent Stijn WACKENIER, teammedewerker facilitair beheer - vervanger: Hoofdinspecteur van politie Bart DE VOLDER, teamcoach interventiebeheer/wachtofficier.
Er is geen vrouwelijk personeelslid met de vereiste kwalificaties beschikbaar.
Selectiecommissie: INP Teamlid aangifte/onthaal (met mobiliteitsreserve)
De voorzitter: Hoofdcommissaris van politie Guy VINCKE, directeur beheer - vervanger: Eerste Hoofdcommissaris van politie William VAN SEVEREN, directeur verkeer.
Officier van een korps van de Lokale Politie: Commissaris van politie Sofie SENESAEL, diensthoofd interventiebeheer - vervanger: Commissaris van politie Leen GHEYLE, diensthoofd recherche.
Een personeelslid van het operationeel kader van een korps van de Lokale Politie dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de bij mobiliteit te begeven betrekking: Hoofdinspecteur van politie Wendy VAN DAMME, teamcoach aangifte/onthaal - vervanger: Hoofdinspecteur van politie Wouter SABBE, teamcoach interventiebeheer/wachtofficier.
Een secretaris zonder beraadslagende stem: Assistent Stefanie BRAET, teammedewerker regio - vervanger: Assistent Charlotte DERMUL, teammedewerker COPS.
Selectiecommissie: INP Teamlid back-office aangifte/onthaal (met mobiliteitsreserve)
De voorzitter: Hoofdcommissaris van politie Guy VINCKE, directeur beheer - vervanger: Eerste Hoofdcommissaris van politie William VAN SEVEREN, directeur verkeer.
Officier van een korps van de Lokale Politie: Commissaris van politie Sofie SENESAEL, diensthoofd interventiebeheer - vervanger: Commissaris van politie Leen GHEYLE, diensthoofd recherche.
Een personeelslid van het operationeel kader van een korps van de Lokale Politie dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de bij mobiliteit te begeven betrekking: Hoofdinspecteur van politie Wendy VAN DAMME, teamcoach aangifte/onthaal - vervanger: Hoofdinspecteur van politie Wouter SABBE, teamcoach interventiebeheer/wachtofficier.
Een secretaris zonder beraadslagende stem: Assistent Charlotte DERMUL, teammedewerker COPS - vervanger: Assistent Stefanie BRAET, teammedewerker regio.
Selectiecommissie: INP Teamlid regio (met mobiliteitsreserve)
De voorzitter: Hoofdcommissaris van politie Guy VINCKE, directeur beheer - vervanger: Eerste Hoofdcommissaris van politie William VAN SEVEREN, directeur verkeer.
Officier van een korps van de Lokale Politie: Commissaris van politie Jordy HAVERBEKE, regiohoofd - vervanger: Commissaris van politie An-Sofie HATSE, regiohoofd.
Een personeelslid van het operationeel kader van een korps van de Lokale Politie dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de bij mobiliteit te begeven betrekking: Hoofdinspecteur van politie Lieselot CLINCKE, teamcoach terrein regio - vervanger: Hoofdinspecteur van politie Alexis DECLOEDT, teamcoach terrein regio.
Een secretaris zonder beraadslagende stem: Eerste Adviseur Lieven DUYCK, beleidsontwikkelaar - vervanger: Technisch Consulent Lies DEVELTER, HR-consulent.
Selectiecommissie: INP Teamlid interventie (met mobiliteitsreserve)
De voorzitter: Hoofdcommissaris van politie Guy VINCKE, directeur beheer - vervanger: Eerste Hoofdcommissaris van politie William VAN SEVEREN, directeur verkeer.
Officier van een korps van de Lokale Politie: Commissaris van politie An-Sofie HATSE, regiohoofd - vervanger: Commissaris van politie Jordy HAVERBEKE, regiohoofd.
Een personeelslid van het operationeel kader van een korps van de Lokale Politie dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de bij mobiliteit te begeven betrekking: Inspecteur van politie Karen BEMELMANS, teamlid regio (tijdelijke aanwijzing: teamlid HR-ontwikkeling en welzijn) - vervanger: Hoofdinspecteur van politie Wesley DHOORE, teamcoach interventiebeheer/wachtofficier.
Een secretaris zonder beraadslagende stem: Assistent Charlotte GEEROLF, teammedewerker LIK - vervanger: Assistent Stefanie BRAET, teammedewerker regio.
Selectiecommissie: INP Wijkinspecteur (gespecialiseerde functie, met mobiliteitsreserve)
De voorzitter: Hoofdcommissaris van politie Guy VINCKE, directeur beheer - vervanger: Eerste Hoofdcommissaris van politie William VAN SEVEREN, directeur verkeer.
Officier van een korps van de Lokale Politie: Commissaris van politie Wouter ROMMEL, regiohoofd - vervanger: Commissaris van politie Jordy HAVERBEKE, regiohoofd.
Een personeelslid van het operationeel kader van een korps van de Lokale Politie dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de bij mobiliteit te begeven betrekking: Inspecteur van politie Mieke DEKETELAERE, wijkinspecteur - vervanger: Inspecteur van politie Queeny VAN BROECK, wijkinspecteur.
Een secretaris zonder beraadslagende stem: Assistent Michaël DESMEDT, teammedewerker HR-beheer - vervanger: Assistent Charlotte GEEROLF, teammedewerker LIK.
Selectiecommissie: INP Teamlid FIT (fiets interventie team) (met mobiliteitsreserve)
De voorzitter: Hoofdcommissaris van politie Guy VINCKE, directeur beheer - vervanger: Eerste Hoofdcommissaris van politie William VAN SEVEREN, directeur verkeer.
Officier van een korps van de Lokale Politie: Eerste Commissaris van politie Beatrijs VAN NUFFEL, adjunct-regiohoofd - vervanger: Commissaris van politie Jacques DOBBELAERE, regiohoofd.
Een personeelslid van het operationeel kader van een korps van de Lokale Politie dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de bij mobiliteit te begeven betrekking: Hoofdinspecteur van politie Lesley DEVELTER, teamcoach terrein regio - vervanger: Eerste Inspecteur van politie Jorgo LAMOTE, teamlid FIT.
Een secretaris zonder beraadslagende stem: Eerste Assistent Isabelle VANOOTEGHEM, teammedewerker kabinet korpschef - vervanger: Eerste Assistent Sarah BEKAERT, teammedewerker HR-ontwikkeling en welzijn.
Selectiecommissie: INP Teamlid TOOP (met mobiliteitsreserve)
De voorzitter: Hoofdcommissaris van politie Guy VINCKE, directeur beheer - vervanger: Eerste Hoofdcommissaris van politie William VAN SEVEREN, directeur verkeer.
Officier van een korps van de Lokale Politie: Commissaris van politie Franky LYCKE, diensthoofd operationele steun - vervanger: Commissaris van politie Sofie SENESAEL, diensthoofd interventiebeheer.
Een personeelslid van het operationeel kader van een korps van de Lokale Politie dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de bij mobiliteit te begeven betrekking: Inspecteur van politie Florence VAN DYCK, patrouillehondengeleider - vervanger: Inspecteur van politie Muriel VAN DAELE, teamlid TOOP.
Een secretaris zonder beraadslagende stem: Eerste Adviseur Lieven DUYCK, beleidsontwikkelaar - vervanger: Directiesecretaris Sophie CHRISTIAENS, directiesecretaris.
Indien een lid van de plaatselijke selectiecommissie om dwingende dienstredenen en/of overeenkomstig de beschikbaarheid van leden van de selectiecommissie niet aanwezig kan zijn, duidt de korpschef vervangers aan.
Voor de opengestelde functie binnen het officierenkader wordt aan de kandidaten voorafgaand gevraagd om een paper op te stellen die tijdens het interview zal worden verdedigd. De paper is adviserend. Naast het selectie-interview en de adviserende paper wordt voorafgaand een aantal adviserende competentiegerichte proeven afgenomen.
Voor de opengestelde functie binnen het officierenkader worden de namen van de kandidaten officieren voor de Lokale Politie Brugge schriftelijk ter kennis gebracht aan de Procureur-Generaal bij het Hof van Beroep te Gent, conform artikel 54, tweede lid van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.
De plaatselijke selectiecommissie voor officieren van de Lokale Politie kan een beroep doen op extern deskundigen die beslagen zijn in één of meer aangelegenheden die verband houden met de te begeven betrekking en/of een ervaring kunnen aantonen van tenminste vijf jaar in het domein met betrekking tot de functiebeschrijving van de betrokken betrekking (art. 18 KB Mob).
Voor de opengestelde functies binnen het middenkader wordt naast het selectie-interview voorafgaand een aantal adviserende competentiegerichte proeven en een adviserende vergelijkende kennistest afgenomen. Deze dienen verplicht afgenomen te worden vooraleer door te gaan naar het gedragsinterview.
Voor de opengestelde gespecialiseerde functies (vermeld in de tabel I van de bijlage 19 PRPol) binnen het middenkader van teamcoach recherche, teamcoach recherche tewerkstelling LCCU HINP met bijzondere specialisatie ICT en teamcoach recherche tewerkstelling LCCU (met vergoeding voor werkelijke onderzoekskosten - vermeld in de tabel I van de bijlage 19 RPPol) dient bijkomend vermeld te worden dat de kandidaten in het bezit van het bedoelde brevet voorrang genieten tot de gespecialiseerde functie. Niet-brevethouders mogen ook solliciteren en verbinden zich ertoe de specifieke opleiding te zullen volgen. Het personeelslid dat geen voldoening geeft tijdens de stage of opleiding die voorvloeit uit zijn/haar aanwijzing in een gespecialiseerde betrekking, wordt herplaatst naar zijn/haar functie.
Voor alle opengestelde functies binnen het basiskader worden competentiegerichte proeven, waaronder in ieder geval een gedragsgericht interview tijdens de selectiecommissie afgenomen. Voor de gespecialiseerde functie binnen het basiskader van wijkinspecteur verbindt de geschikte kandidaat zich ertoe de desbetreffende opleiding te volgen. Het personeelslid dat geen voldoening geeft tijdens de stage of opleiding die voorvloeit uit zijn/haar aanwijzing in een gespecialiseerde betrekking, wordt herplaatst naar zijn/haar functie.
De gemeenteraad keurt de vacantverklaring en de selectieprocedure in het kader van de vierde mobiliteitscyclus - dienstjaar 2021 goed.
De selectiemodaliteiten worden als volgt vastgelegd:
De lokale politie Brugge zal een bijkomende straalverbinding plaatsen die het mogelijk zal maken de beelden van de observatiecamera's draadloos naar het Politiehuis door te sturen.
Deze extra verbinding zal ook gebruikt worden als back-up voor de glasvezel. Het wordt ook eenvoudiger om bijkomende camera's te plaatsen omdat er dan niet voor elke camera een vaste verbinding moet geplaatst worden. Een ‘line of site’ met de Halletoren en/of OLV-kerk is dan voldoende.
De lokale politie Brugge zal een bijkomende straalverbinding laten plaatsen die het mogelijk zal maken de beelden van de observatiecamera's draadloos naar het Politiehuis door te sturen. De werken zullen uitgevoerd worden door de Tijdelijke Handelsvereniging Proximus-Trafiroad, Koning Albert II-laan 27 te 1030 Brussel overeenkomstig de voorwaarden van Procurement 2017 R3 043 voor het bedrag van 47.305,99 euro btw inbegrepen.
De uitgave van 47.305,99 euro btw inbegrepen, zal benomen worden op begrotingsartikel 33030/742-53 BU 2021 en wordt gefinancierd met eigen middelen.
De kas van 31 maart 2021 wordt geverifieerd en goedgekeurd.
Hierbij worden de saldi van de bankrekeningen gecontroleerd op juistheid met de boekhoudkundige verwerking ervan.
De stand van de individuele bankrekeningen wordt gecontroleerd met het totaal van de klasse 5 in de balans.
Financiële rekeningen | Individuele rekening | DEBET | CREDIT |
Belfius / rekening courant | 071001/33001 | 2.602.487,54 | 0,00 |
Belfius / verkeersbelemmeringen | 071001/33002 | 316.458,52 | 0,00 |
Argenta / rekening courant | 071001/33003 | 12.428,45 | 0,00 |
Argenta / onmiddellijke inningen | 071001/33004 | 56.912,23 | 0,00 |
Belfius / beleggingsrekening Special | 071001/33006 | 5.000.000,00 | 0,00 |
Belfius / beleggingsrekening Plus | 071001/33007 | 1.000.000,00 | 0,00 |
Baloise / Insurance | 071001/33008 | 1.000.014,17
| 0,00 |
TOTAAL 55001 | 9.988.300,91 | ||
Interne overboekingen | 14.851.968,81 | 0,00 | |
TOTAAL 56000 | 14.851.968,81 | ||
Belfiusbetalingen in uitvoering | 072001/33001 | 0,00 | 0,00 |
TOTAAL 58001 | 0,00 | ||
0,00 | 0,00 | ||
TOTAAL KLASSE 5 | SALDO | 24.840.269,72 |
De bijgevoegde samenvattende lijsten van de individuele rekeningen worden goedgekeurd.
De kas van 30 juni 2021 wordt geverifieerd en goedgekeurd.
Hierbij worden de saldi van de bankrekeningen gecontroleerd op juistheid met de boekhoudkundige verwerking ervan.
De stand van de individuele bankrekeningen wordt gecontroleerd met het totaal van de klasse 5 in de balans.
Financiële rekeningen | Individuele rekening | DEBET | CREDIT |
Belfius / rekening courant | 071001/33001 | 932.517,71 | 0,00 |
Belfius / verkeersbelemmeringen | 071001/33002 | 68.113,77 | 0,00 |
Argenta / rekening courant | 071001/33003 | 12.412,65 | 0,00 |
Argenta / onmiddellijke inningen | 071001/33004 | 102.757,12 | 0,00 |
Belfius / beleggingsrekening Special | 071001/33006 | 4.991.686,56 | 0,00 |
Belfius / beleggingsrekening Plus | 071001/33007 | 1.000.000,00 | 0,00 |
Baloise / Insurance | 071001/33008 | 1.000.014,17 | 0,00 |
TOTAAL 55001 | 8.107.501,98 | ||
Interne overboekingen | 14.851.968,81 | 0,00 | |
TOTAAL 56000 | 14.851.968,81 | ||
Belfiusbetalingen in uitvoering | 072001/33001 | 0,00 | 0,00 |
TOTAAL 58001 | 0,00 | ||
0,00 | 0,00 | ||
TOTAAL KLASSE 5 | SALDO | 22.959.470,79 |
De bijgevoegde samenvattende lijsten van de individuele rekeningen worden goedgekeurd.
Raadsleden Geert Van Tieghem en Janos Braem komen tussen.
Burgemeester Dirk De fauw antwoordt.
In het bestek zijn er vier verschillende gunningscriteria opgenomen:
De regelmatige inschrijver met het hoogste puntenaantal zal de opdracht toegewezen worden.
De geraamde kostprijs voor dit project is 600.000 euro (incl. btw), voor de volledige looptijd van vier jaar.
Het bestek en de wijze van gunnen worden goedgekeurd.
Er wordt geen extra budget voorzien, het wordt beperkt tot het voorziene budget in het MJP.
Uitgaande van de autonomie van de gemeente is het aangewezen dat elke deelnemende gemeente zich akkoord verklaart met de werkingsbijdrage die van elke gemeente in de begroting 2022 van de Hulpverleningszone 1 West-Vlaanderen ingeschreven zal worden.
De gemeenteraad stelt het aandeel van Stad Brugge in de totale werkingsbijdrage voor de Hulpverleningszone 1 West-Vlaanderen 2022 vast op 9.114.109 euro op budgetsleutel beleidsitem BI041000, actie SRB041000, rekening 64900000 van het exploitatiebudget 2022.
De gemeenteraad beslist een afschrift van dit besluit over te maken aan de voorzitter van de Zoneraad van de Hulpverleningszone 1 West-Vlaanderen, Siemenslaan 8, 8020 Oostkamp.
Raadsleden Pol Van Den Driessche en Alexander De Vos komen tussen.
Burgemeester Dirk De fauw antwoordt.
Overzicht van de te behandelen punten
Achtereenvolgens worden in deze nota volgende aspecten inhoudelijk behandeld:
1. Aanpassingen aan de gegunde opdracht aan opdrachtnemer CIT BLATON REAL ESTATE DEVELOPMENT nv
1.1. Rechtsgronden/motivering voor de voorgestelde uitbreidingen aan de opdracht
1.2. Sloop/afbraak van het volledige bovengrondse deel van de bestaande schoolgebouwen nodig voor de realisatie van BRUSK
1.3. Realisatie van het 'Centrum voor Collectieonderzoek' door de volledige renovatie van het schoolgebouw waar momenteel een groot deel van het basisonderwijs gehuisvest is, kant Eekhoutpoort (voormalige werktitel: "Kloefenpoort"), evenals de fysieke connectie tussen BRUSK en het 'Centrum voor Collectieonderzoek'
1.4. Realisatie van de logistieke verbinding tussen BRUSK en het Groeningemuseum
1.5. Uitvoering van een gedeelte van de omgevingsaanleg dat deel uitmaakt van het masterplan van de museumsite (zone tussen BRUSK en 'Centrum voor Collectieonderzoek')
1.6. Totaal geraamd bedrag van aanpassingen aan de opdracht
2. Aanvaarding eenmalige actualisatie van de prijsofferte
3. Financiële verschuivingen
4. Uitbreiding bestaande opdracht veiligheidscoördinatie
5. Afspraken naar uitbetalingen Vlaamse subsidie
6. Varia
6.1. Behoud 'ateliergebouw' en verder onderzoek naar functie
6.2. Stand van zaken tuinpoortjes
6.3. Princiepsvraag tot aankoop stuk grond vanwege eigenaar Eekhoutpoort 10
6.4. Inplanting locatie fietsstallingen langs de Dijver: princiepsvraag
6.5. Vraag syndicus Service Resisdentie Ten Eeckhoute : formaliseren erfdienstbaarheden
6.6. Communicatie na indiening omgevingsvergunningsaanvraag
1. Aanpassingen aan de gegunde opdracht aan opdrachtnemer CIT BLATON REAL ESTATE DEVELOPMENT nv
1.1. Rechtsgronden/motivering voor de voorgestelde aanpassingen aan de opdracht
Aanpassingen aan een gegunde opdracht zijn mogelijk binnen de vigerende wetgeving mits voldaan wordt aan bepaalde strikte randvoorwaarden. In dit geval moet rekening gehouden worden met zowel juridische/omgevingsrechtelijke overwegingen als met het kader van de wetgeving overheidsopdrachten (cfr. infra).
Uit de vele voorafgaande besprekingen en na overleg tussen de juristen die het project begeleiden voor Stad Brugge en de opdrachtnemer bleek dat het aanbevolen is om de omgevingsvergunning aan te vragen voor de realisatie van de gehele site (en dus niet enkel voor het deelaspect van de reeds gegunde opdracht voor de nieuwe tentoonstellingshal BRUSK). BRUSK maakt deel uit van een ruimer geheel, zoals voorzien in het door deze opdrachtnemer reeds opgemaakte ontwerp van masterplan (indicatieve schets in bijlage 4), waardoor ruimtelijk en functioneel gezien de site als één geheel wordt/zal worden beschouwd.
De voordelen van een geïntegreerde aanpak enerzijds en de risico’s die vermeden worden door niet te werken met een beperkte omgevingsvergunningsaanvraag anderzijds worden hieronder vanuit een omgevingsrechtelijk en overheidsopdrachtenrechtelijk standpunt verder toegelicht.
Het opsplitsen van een project in meerdere deelprojecten, waarvoor dan gefaseerd verschillende vergunningsaanvragen worden ingediend, is procedureel/wettelijk mogelijk, maar dit slechts onder welbepaalde juridische randvoorwaarden. Als er discussie kan bestaan (zoals in casu) over deze randvoorwaarden, is een geïntegreerde aanpak naar risicobeheersing toe te verkiezen. De voornaamste juridische argumenten zijn:
Met betrekking tot dit laatste punt heeft de Raad voor Vergunningsbetwistingen trouwens recent geoordeeld dat voor een stadsontwikkelingsproject een MER-screening met betrekking tot het volledige project moet gebeuren en dat de opsplitsing in verschillende deelprojecten er niet toe mag leiden dat het totaalproject niet wordt onderworpen aan een openbaar onderzoek en aan een milieueffectbeoordeling waar dit wel het geval geweest zou zijn voor het totaalproject (RvVb 17/092020, nr. RvVb-UDN-2021-0062).
Voor wat de wetgeving overheidsopdrachten betreft worden de verschillende aanpassingen van de opdracht in deze nota verder onderbouwd binnen het vigerende wijzigingsrecht cf. art. 38 e.v. Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten dd. 14/01/2013 (voorts ‘KB Uitvoering’) (zie motivering in extenso hieronder).
1.2. Sloop/afbraak van het volledige bovengrondse deel van de bestaande schoolgebouwen nodig voor de realisatie van BRUSK
In de totale raming van het globaal project voor de volledige site, zoals ingediend bij de Vlaamse overheid, was een bedrag van 600.000 euro voorzien voor 'sloopwerken' (60% van de deze kosten wordt gesubsidieerd door de Vlaamse overheid). De werken voor de sloop van de bestaande schoolgebouwen nodig voor de realisatie van BRUSK werden nog niet toegewezen. Door het onderzoek dat het ontwerpteam moest doen voor de nieuwbouw BRUSK moesten ook alle aspecten van de sloop en de onderbouw (funderingen e.d.) in kaart gebracht worden. Het werd snel duidelijk dat het zowel op economisch als op technisch vlak aangewezen was om te kiezen voor een geïntegreerde aanpak en om de sloop van de bestaande gebouwen ook te laten uitvoeren door één en dezelfde opdrachtnemer.
Argumentatie:
De offerte van CIT BLATON REAL ESTATE nv voor de sloop/afbraak van het volledige bovengrondse deel van de bestaande schoolgebouwen nodig voor de realisatie van BRUSK bedraagt 492.000 euro (excl. btw) of 595.320 euro (incl. btw) en omvat de diensten en werken zoals in detail uitgetekend in de offerte (zie bijlage 5).
De prijzen werden nagekeken door dienst Facilitair Beheer en worden als realistisch en aanvaardbaar beschouwd. Deze offerteprijs valt onder het geraamde budget van 600.000 euro incl. btw (zie gekoppeld besluit 2020_CBS_04623).
Deze uitbreiding van de opdracht met deze sloopwerken kan worden gekaderd in art. 38/4 KB Uitvoering (de minimis – uitbreidingen tot vijftien procent van de waarde van de aanvankelijke opdracht voor werken):
“Een wijziging mag zonder nieuwe plaatsingsprocedure voor een opdracht worden doorgevoerd, indien het bedrag waarmee de wijziging gepaard gaat lager is dan elk van beide volgende bedragen:
1° de drempel voor de Europese bekendmaking; en
2° tien procent van de waarde van de aanvankelijke opdracht voor leveringen en diensten en vijftien procent van de waarde van de aanvankelijke opdracht voor werken.
Wanneer een aantal opeenvolgende wijzigingen plaatsvinden, wordt het in het eerste lid, bedoelde bedrag bepaald op basis van de netto-cumulatieve waarde van de opeenvolgende wijzigingen.
Voor de berekening van het in het eerste lid, 2°, bedoelde waarde van de aanvankelijke opdracht wordt, voor zover de opdracht een indexeringsclausule bevat, de geactualiseerde waarde als referentiewaarde gehanteerd.
De wijziging mag de algemene aard van de opdracht of raamovereenkomst evenwel niet veranderen.]1”
De toepassingsvoorwaarden voor art. 38/4 KB Uitvoering (de minimis) zijn vervuld.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de offerte voor de sloop/afbraak van het volledige bovengrondse deel van de bestaande schoolgebouwen nodig voor de realisatie van BRUSK ten bedrage van 595.320 euro (incl. btw) goed te keuren en om de uitvoering ervan toe te wijzen aan het consortium CIT BLATON REAL ESTATE DEVELOPMENT nv (uitbreiding bestaande opdracht o.b.v. art. 38/4 KB Uitvoering).
1.3. Realisatie van het 'Centrum voor Collectieonderzoek' door de volledige renovatie van het schoolgebouw waar momenteel een groot deel van het basisonderwijs gehuisvest is, kant Eekhoutpoort (voormalige werktitel: "Kloefenpoort"), evenals de fysieke connectie tussen BRUSK en het 'Centrum voor Collectieonderzoek'
De realisatie van het 'Centrum voor Collectieonderzoek' is een belangrijk onderdeel van het museumproject. Dit deelproject werd al uitvoerig toegelicht in het collegedossier waarin het verdere plan van aanpak ter goedkeuring voorgelegd werd in zitting van 25/01/2021 (zie gekoppeld besluit 2020_CBS_04623):
"In de gevraagde principeschets van het bouwteam voor de nieuwe tentoonstellingshal wordt veel belang gehecht aan één van de bestaande schoolvleugels, die buiten het bouwterrein voor de nieuwbouw van de tentoonstellingshal valt. Er wordt vanuit het bouwteam in hun visie voor de site voor gepleit om dit schoolgebouw (momenteel basisschool Sint-Andreasinstituut) te behouden. Ze vinden het een absolute meerwaarde om dit gebouw mee te integreren in de site en ook een waardevolle invulling te geven. Dit gebouw kreeg als werktitel 'Kloefenpoort' mee: deze naam refereert naar het kleine poortje in de Eekhoutstraat waarlangs vroeger de minder begoede kinderen het schooldomein betraden. In de totaalplannen zou dit schoolgebouw een hub in de collectie- en wetenschappelijke functie op de site moeten worden dat idealiter vanuit een aantal overwegingen geconnecteerd kan worden met het nieuwbouwproject. De mogelijkheden daartoe worden momenteel grondig onderzocht. De ambities, over wat toen nog project 'Kloefenpoort' heette, werden reeds gepresenteerd aan het college van burgemeester en schepenen tijdens het conclaaf in mei 2020. Toen werd ermee ingestemd om dit project budgettair mee te nemen in de herziening van het meerjarenplan.
Concreet zouden in dit te restaureren gebouw onderstaande functies definitief ondergebracht worden:
*de museumbibliotheek, die het hart van de wetenschappelijke uitstraling zal vormen;
*de consultatieruimte van het prentenkabinet;
*het Vlaams onderzoekscentrum voor de kunst in de Bourgondische Nederlanden (Vloc);
*de werkruimtes van de medewerkers afdeling collectie.
Als naam voor de 'Kloefenpoort' en rekening houdend met bovenstaande invulling wordt de naam 'Musea Brugge Centrum voor Collectieonderzoek' (Musea Brugge Centre for Collection Research) voorgesteld. In dit 'Musea Brugge Centrum voor Collectieonderzoek' zal zowel worden ingezet op een lokaal, nationaal en internationaal publiek: van de plaatselijke gidsenverenigingen en vorsers, tot studenten, stagiairs, onderzoekers en museale/wetenschappelijke partners. In het bijzonder voor de gidsenwerking van Musea Brugge zal 'Musea Brugge Centrum voor Collectieonderzoek' een belangrijke opleidings- en ontmoetingsplek worden."
Het ontwerpteam heeft de voorbije maanden ook een ontwerp en bijhorende raming gemaakt voor het 'Centrum voor Collectieonderzoek'. Vanuit eenzelfde benadering op economisch, technisch en architecturaal vlak is een bijkomende uitbreiding van de opdracht met de vernieuwbouw/renovatie van het bestaande schoolgebouw om het 'Centrum voor Collectieonderzoek' te realiseren -als onderdeel van een geïntegreerde aanpak van de gehele site door één en dezelfde opdrachtnemer– aangewezen.
Argumentatie:
De offerte van CIT BLATON REAL ESTATE DEVELOPMENT nv voor de realisatie van het 'Centrum voor Collectieonderzoek' bedraagt 2.289.491,83 euro (excl. btw) of 2.770.285,12 euro (incl. btw) en omvat de diensten en werken zoals in detail uitgewerkt in de offerte in bijlage 6.
De prijzen werden onderzocht door Facilitair Beheer en Musea Brugge en worden als realistisch en aanvaardbaar beschouwd. Deze offerteprijs ligt iets hoger dan het initieel geraamde budget van 2.200.000 euro (incl. btw) (gekoppeld besluit_2020_CBS_04623) (60% van de deze kosten wordt gesubsidieerd door de Vlaamse overheid). Gelet op de interne afspraak om alle deelprojecten te realiseren binnen de voorziene budgetten wordt het saldo opgevangen met een interne kredietverschuiving (cfr. infra).
Deze uitbreiding van de reeds gegunde opdracht kan worden gekaderd in art. 38/1 KB Uitvoering (aanvullende werken) (cfr. supra):
“Een wijziging mag zonder nieuwe plaatsingsprocedure worden doorgevoerd, voor door de oorspronkelijke opdrachtnemer te verrichten aanvullende werken, leveringen of diensten die noodzakelijk zijn geworden en die niet in de oorspronkelijke opdracht waren opgenomen, indien de verandering van opdrachtnemer:
1° niet mogelijk is om economische of technische redenen, zoals wanneer de aanvullende goederen of diensten uitwisselbaar of interoperabel moeten zijn met bestaande uitrusting, diensten of installaties die in het kader van de oorspronkelijke opdracht zijn verworven; en
2° tot aanzienlijk ongemak of een aanzienlijke kostenstijging zou leiden voor de aanbesteder.
De prijsverhoging die het gevolg is van de wijziging mag evenwel niet hoger zijn dan vijftig procent van de waarde van de oorspronkelijke opdracht. Indien er verscheidene opeenvolgende wijzigingen worden doorgevoerd, geldt deze beperking voor de waarde van elke wijziging. Dergelijke opeenvolgende wijzigingen mogen niet worden gebruikt om de wetgeving inzake overheidsopdrachten te omzeilen.
…
Voor de berekening van het in het tweede lid bedoelde bedrag wordt, voor zover de opdracht een indexeringsclausule bevat, de geactualiseerde waarde als referentiewaarde gehanteerd”.
De toepassingsvoorwaarden voor art. 38/1 KB Uitvoering (aanvullende werken) zijn vervuld (cfr. supra).
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de offerte voor de realisatie van het 'Centrum voor Collectieonderzoek', ten bedrage van 2.770.285,12 euro (incl. btw) goed te keuren en om de uitvoering ervan toe te wijzen aan het consortium CIT BLATON REAL ESTATE DEVELOPMENT nv (uitbreiding bestaande opdracht o.b.v. art. 38/1 KB Uitvoering).
1.4. Realisatie van de logistieke verbinding tussen BRUSK en het Groeningemuseum
Zoals gevraagd in het bestek werd door het ontwerpteam in het nieuwbouwproject voor de tentoonstellingshal ook al een ‘fysieke’ aantakking voorzien tussen het nieuwe gebouw BRUSK en het Groeningemuseum. Dit met als doelstelling om de werking en exploitatie op termijn nog te verbeteren en te optimaliseren (bv. volledige beveiligde en beschermde doorgang tussen het Groeningemuseum en de nieuwe laad- en loskaai voorzien in het nieuwe bouwproject). Deze connectie was ingetekend, maar maakte geen deel uit van de gegunde opdracht. In de collegenota dd. 25/01/2021 stond ter zake: "Een belangrijke deelopdracht voor de restauratie van het Groeningemuseum wordt dus het aansluiten op de voorziene connectie met ‘BRUSK’".
Naar aanleiding van de besprekingen met de aanpalende eigenaars werd het concept van de fysieke connectie tussen BRUSK en het Groeningemuseum ondertussen ook aangepast. Deze connectie is niet langer voorzien op de +1 (via het dak van het Groeningemuseum), maar wel op de benedenverdieping.
Ook hier gaat dezelfde benadering op: op economisch, technisch en architecturaal vlak is een bijkomende uitbreiding van de opdracht met de logistieke passerelle tussen BRUSK en het Groeningemuseum -als onderdeel van een geïntegreerde aanpak van de gehele site door één en dezelfde opdrachtnemer– aangewezen.
Argumentatie:
De offerte van CIT BLATON REAL ESTATE DEVELOPMENT nv voor de realisatie van de logistieke verbinding tussen BRUSK en het Groeningemuseum bedraagt 334.646,64 euro (excl. btw) of 404.922,44 euro (incl. btw) en omvat de diensten en werken zoals in detail uitgetekend in de offerte (zie bijlage 7).
De prijzen werden nagekeken door Facilitair Beheer en worden als realistisch en aanvaardbaar beschouwd. Deze offerteprijs valt onder het geraamde budget van 580.000 euro incl. btw (zie gekoppeld besluit 2020_CBS_04623).
Deze uitbreiding van de reeds gegunde opdracht kan, net als de sloopwerken, worden gekaderd in art. 38/4 KB Uitvoering (de minimis) (cfr supra). De toepassingsvoorwaarden zijn vervuld.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de offerte voor de realisatie van de logistieke verbinding tussen BRUSK en het Groeningemuseum, ten bedrage van 404.922,44 euro (incl. btw), goed te keuren en om de uitvoering ervan toe te wijzen aan het consortium CIT BLATON REAL ESTATE DEVELOPMENT nv (uitbreiding bestaande opdracht o.b.v. art. 38/4 KB Uitvoering).
1.5. Uitvoering van een gedeelte van de omgevingsaanleg dat deel uitmaakt van het masterplan van de museumsite (zone tussen BRUSK en 'Centrum voor Collectieonderzoek')
Overeenkomstig blz. 23 van het bestek dat de basis vormt voor deze opdracht dienden alle inschrijvers een ‘principeschets’ (lees: een aanzet van masterplan) op te maken voor de volledige site, om op deze manier een voorstel te doen “waarbij het nieuwbouwproject zorgzaam geïntegreerd wordt in de totale site, zodat een samenhangend geheel ontstaat tussen de nieuwbouw en de bijhorende omgevingsaanleg”.
Het bestek gaat voorts als volgt (p. 26):
“Het staat de Opdrachtgever vervolgens vrij om, voor het gedeelte van de omgevingsaanleg dat niet vervat zit in de Opdracht, de uitvoering zoals voorzien in de principeschets al-dan-niet na te streven. Na gunning van de Opdracht staat het de Opdrachtgever dan ook vrij om aan de weerhouden Opdrachtnemer bij wijze van bijkomende opdracht en na het inwinnen van een offerte ter zake, de opdracht te geven om in te staan voor de opmaak van een gedetailleerd uitvoeringsplan voor de omgevingsaanleg en/of de effectieve uitvoering ervan Deze werken maken evenwel niet het voorwerp uit van onderliggende procedure noch vallen ze onder het plafondbudget.”
Het bestek bevat aldus een duidelijke, nauwkeurige en ondubbelzinnige clausule in de zin van artikel 38 KB Uitvoering op basis waarvan een uitbreiding van de opdracht, zonder nieuwe plaatsingsprocedure, mag worden aangebracht, ongeacht de geldelijke waarde ervan.
Het ontwerpteam is momenteel nog volop bezig aan een voorstel van ontwerp voor de volledige omgevingsaanleg voor de site. Het is dan ook te vroeg om hier al uitspraken over te doen. Het ontwerp en wie wat zal uitvoeren zal nog voorwerp uitmaken van latere besprekingen met o.m. cluster openbaar domein.
Aangezien het voor de omgevingsvergunningsaanvraag wel nodig is om een volledig plan voor de site in te dienen (cfr. supra) moet in deze fase wel de opdracht voor de opmaak van dat integrale plan toegewezen worden aan het ontwerpteam van CIT BLATON REAL ESTATE DEVELOPMENT nv. De kostprijs hiervoor wordt geraamd op 179.600 euro (excl. btw) of 217.316 euro (incl. btw).
Zoals ook al in eerdere nota's aangegeven zal de omgevingsaanleg logischerwijs de bouw of renovatie van de gebouwen moeten volgen, om zodoende te vermijden dat de omgevingsaanleg 'slachtoffer' wordt van bv. werfverkeer en om ervoor te zorgen dat er ruimte is voor bv. stockage van materialen en de plaatsing van werfketen.
Maar gelet op de uitbreidingen van de opdracht is het wel mogelijk en zelfs aangewezen om de zones A en A' (zie plan toegevoegd als bijlage 8) wel al uit te voeren. Deze zones zitten immers 'ingesloten' tussen BRUSK, het Centrum voor Collectieonderzoek, de Eekhoutpoort en het Groeningemuseum. Als afsluiter van de eerste fase van de werken, waar BRUSK en het Centrum voor Collectieonderzoek gerealiseerd zullen worden kan ook de omgevingsaanleg onmiddellijk aansluitend uitgevoerd worden.
Het voorstel is dan ook om de gegunde opdracht van de opdrachtnemer bijkomend (naast de opmaak van het integrale omgevingsplan) uit te breiden met dit specifiek onderdeel van de omgevingsaanleg:
Argumentatie:
De prijzen werden onderzocht en worden als realistisch en aanvaardbaar beschouwd. In de globale raming werd voor de omgevingsaanleg initieel een bedrag van 975.000,00 euro (incl. btw) (zie gekoppeld besluit 2020_CBS_04623) voorzien. Dit is voldoende voor deze onderdelen, maar zal ontoereikend zijn voor de volledige omgevingsaanleg. Het saldo zal bekeken worden binnen de budgetten voor de volgende fasen en zal voorwerp uitmaken van besprekingen met cluster openbaar domein en Musea Brugge.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de offerte voor de opmaak van een gedetailleerd uitvoeringsplan, de aanleg van het pleintje voor het Musea Brugge Centrum voor Collectieonderzoek, de luifel bij het terras van de horecavoorziening, de aansluiting voor de beveiligingscomponenten BRUSK en de nodige rioleringswerken (bijlage 9), geraamd op een totaal bedrag van 888.207,44 euro (incl. btw en incl. erelonen), goed te keuren en om de uitvoering ervan toe te wijzen aan het consortium CIT BLATON REAL ESTATE DEVELOPMENT nv (uitbreiding bestaande opdracht o.b.v. art. 38 KB Uitvoering).
1.6. Totaal geraamd bedrag van aanpassingen aan de opdracht
De som van de ramingen van de elementen zoals beschreven onder punten 1.2. t.e.m. 1.5. van deze nota bedraagt:
TOTAAL 4.658.735 euro (incl. btw en incl. erelonen)
Deze aanpassingen aan de eerder gegunde opdracht vallen binnen de mogelijkheden zoals voorzien in de wetgeving overheidsopdrachten, op basis van de verschillende rechtsgronden (cfr. supra).
Om deze aanpassingen te financieren worden binnen de beschikbare budgetten een aantal verschuivingen doorgevoerd. Deze worden toegelicht onder punt 3 van deze nota.
2. Aanvaarding eenmalige actualisatie van de prijsofferte
De initiële offerte van inschrijver CIT BLATON REAL ESTATE DEVELOPMENT nv (exclusief voor BRUSK) dateert van november 2019. Daarin werd rekening gehouden met de start van de bouwwerken in januari 2022. De onderhandelingen met de, toen al voorkeursbieder, CIT BLATON REAL ESTATE DEVELOPMENT nv, dateren van het najaar van 2020. Tijdens de BAFO-onderhandelingen werd toen al duidelijk dat de initieel beoogde timing zou moeten bijgesteld worden, gelet op de afspraken en toegevingen richting Sint-Andreasinstituut en de huisvesting van de school in afwachting van de ingebruikname van hun nieuwbouwproject.
Tijdens de onderhandelingen werd dus duidelijk dat de initieel vooropgestelde timing moest bijgesteld worden. De aangepaste timing voor de start der werken aan BRUSK, indien alle voorgaande voorstellen tot uitbreidingen en wijzigingen aan de basisopdracht worden weerhouden, is nu januari 2023 (conform alle afspraken met het Sint-Andreasinstituut). Ondertussen is ook het element van de stijging van de grondstofprijzen een realiteit waar wel rekening moet mee gehouden worden. Hierdoor wordt de opdrachtnemer CIT BLATON REAL ESTATE DEVELOPMENT nv in de feiten geconfronteerd met bepaalde onvoorziene omstandigheden waardoor de opdracht niet langer kan worden uitgevoerd tegen de financiële voorwaarden van de door de Stad aanvaarde BAFO (aanvang der werken BRUSK immers met één jaar opgeschoven).
Ondanks de bepaling in het bestek, blijkt uit meervoudig juridisch overleg met de betrokken raadsmannen en omwille van bovenstaande gegronde redenen dat het aanvaardbaar en noodzakelijk is om eenmalig, en tot slot van alle rekeningen wat betreft alle mogelijke herzieningen der prijzen, in te gaan op het voorstel van de opdrachtnemer CIT BLATON REAL ESTATE DEVELOPMENT nv voor een eenmalige actualisatie van de prijsofferte (i.e. 2% op het BAFO-bedrag, zijnde 569.996,08 euro (incl. btw)).
Deze wijziging van de opdracht kan worden gekaderd in art. 38/5 KB Uitvoering (niet-wezenlijke wijziging):
“Een wijziging van een opdracht of een raamovereenkomst tijdens de looptijd moet als wezenlijk worden beschouwd wanneer de opdracht of raamovereenkomst hierdoor materieel verschilt van de oorspronkelijke opdracht of raamovereenkomst.
Een wijziging moet als wezenlijk worden beschouwd wanneer tenminste aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
1° de wijziging voorziet in voorwaarden die, als zij deel van de aanvankelijke plaatsingsprocedure hadden uitgemaakt, de toelating van andere dan de aanvankelijk geselecteerde kandidaten of de gunning van de opdracht aan een andere inschrijver mogelijk zouden hebben gemaakt dan wel bijkomende deelnemers aan de plaatsingsprocedure zouden hebben aangetrokken;
2° de wijziging verandert het economisch evenwicht van de opdracht of de raamovereenkomst ten gunste van de opdrachtnemer op een wijze die niet is voorzien in de oorspronkelijke opdracht of raamovereenkomst;
3° de wijziging leidt tot een aanzienlijke verruiming van het toepassingsgebied van de opdracht of raamovereenkomst;
4° een nieuwe opdrachtnemer in de plaats is gekomen van de opdrachtnemer aan wie de aanbesteder de opdracht aanvankelijk had gegund in andere dan onder artikel 38/3 bedoelde gevallen.”
Argumentatie:
Er wordt, na juridische afstemming, hieronder duidelijk aangetoond dat de voorgenomen aanpassing van de bestaande opdracht in de huidige omstandigheden niet als wezenlijk kan worden beschouwd. Bovendien staat het buiten kijf dat in alle geval de ‘algemene aard’ van de opdracht alvast niet wordt gewijzigd nu deze prijsactualisatie van de opdracht niet raakt aan de scope en het voorwerp van de opdracht.
Aan geen enkele van de voorwaarden ex. art. 38/6 KB Uitvoering is voldaan om i.c. te kunnen spreken van een niet toegelaten wezenlijke wijziging. Immers, de actualisatie van de prijsofferte er niet toe dat:
Gelet op het feit dat:
De aanpassing van de opdracht (beperkte prijsactualisatie - geenszins een volwaardige prijsherzieningsclausule) brengt bovendien geen wezenlijke wijzigingen van de bepalingen van de basisopdracht met zich mee i.f.v. de realisatie van de oorspronkelijke opdracht -(zowel op vlak van de administratieve als de contractuele uitvoeringsvoorwaarden), noch verhoogt de uitbreiding in globo de winstpercentages e.d.m. in hoofde van de opdrachtnemer (evenmin dus een wijziging van het economisch evenwicht in voordeel van de opdrachtnemer- in tegendeel focust deze beperkte prijsactualisatie op het herstel van het economisch evenwicht).
Bovendien is in casu sprake van objectieve onvoorziene omstandigheden NA indiening van de BAFO, waardoor gelijk welke opdrachtnemer zou zijn geconfronteerd met een economisch onevenwicht en redelijkerwijze een prijsactualisatie zou hebben aangevraagd (economische realiteit).
De uitbreiding van de opdracht zorgt er niet voor dat een nieuwe opdrachtnemer in de plaats komt van de opdrachtnemer aan wie de aanbesteder de opdracht aanvankelijk had gegund in andere dan onder artikel 38/3 bedoelde gevallen.
3. Financiële verschuivingen
Bovenstaande aanpassingen werden verwerkt in de raming zoals goedgekeurd in het college van burgemeester en schepenen van 25/01/2021 (gekoppeld besluit 2020_CBS_04623). In die zitting werd het plan van aanpak voor de stapsgewijze volledige realisatie voor de ‘Kunst- en Museumsite’ goedgekeurd. Daarin werd tevens de raming en het beschikbare budget van 46.923.325 euro (incl. btw) geconcretiseerd en toegelicht. Ook in diezelfde nota is de bevestiging en bijkomende duiding rond de verkregen Vlaamse subsidie van 27.250.000 euro (incl. btw) opgenomen.
De voorstellen tot aanpassing van de eerder gegunde opdracht aan het consortium CIT BLATON REAL ESTATE DEVELOPMENT nv uit voorliggende nota betreffen realisaties die onderdeel zijn van dit globaal masterplan. Die eerste onderdelen en acties van dit masterplan zijn voorzien in de projectbegroting. Waar zij de initiële raming overschrijden, wordt dit momenteel gecompenseerd binnen het projectbudget. De financiële vastleggingen en verschuivingen worden dus binnen de projectenveloppe georganiseerd.
Deze financiële verschuivingen binnen de beschikbare financiële enveloppe werden tevens voorgelegd en principieel goedgekeurd door de vertegenwoordigers van de Vlaamse regering die deel uitmaken van de stuurgroep.
Er zijn voldoende middelen voorzien binnen het globale projectbudget, maar deze verschuivingen impliceren wel dat bepaalde uitgaven wel een andere timing zullen kennen. Sommige uitgaven/kredieten zijn nu voorzien voor de laatste jaren van het project en zouden worden ingeschreven in het volgend meerjarenplan 2026-2031. Aan de andere kant zullen de Vlaamse subsidies sneller uitbetaald worden dan er concrete uitgaven zijn (zie punt 5 van deze nota), waarmee de uitgaven al kunnen opgevangen worden. Om al deze verschuivingen op te vangen binnen het globale projectbudget wordt, in het licht van een herziening van het meerjarenplan in 2022, een aparte nota voorgelegd met de noodzakelijke budget-technische aanpassingen aan het college van burgemeester en schepenen.
Een belangrijk aandachtspunt: aangezien de Vlaamse subsidie voor 90% op voorhand uitbetaald wordt zal er gewaakt moeten worden dat er voldoende middelen beschikbaar zijn voor de werken die pas volgende legislatuur worden uitgevoerd. Een hulpmiddel hier zou kunnen zijn om de middelen vast te leggen in het museaal infrastructuurfonds. Deze suggestie kan, in samenspraak met de collega's van financiën, verder uitgewerkt worden in voormelde aparte nota die volgt met budget-technische aanpassingen.
4. Uitbreiding bestaande opdracht veiligheidscoördinatie
Voor de begeleiding van het museumproject stelde het stadsbestuur eerder al een veiligheidscoördinator niveau A aan. De toegewezen opdracht had in eerste fase louter betrekking op de het bouw van BRUSK (nieuwe museum- en kunstsite, Garenmarkt 8, 8000 Brugge). Hiervoor werd gebruik gemaakt van het bestaande raamcontract (via Farys gekoppeld besluit 2019_GR_00084) met Struktuur (zie contract in bijlage 10). De raming hiervoor bedroeg 31.894,28 euro (incl. btw). Gelet op de voortgang van het project en de nieuwe ontwikkelingen zoals beschreven in deze nota moet de reeds toegewezen opdracht 'bouwen van BRUSK' aangevuld worden met de verschillende aanpassingen die voorwerp uitmaken van voorliggend dossier (zie punt 1.2. t.e.m. 1.5.).
De kost voor de uitbreiding van deze diensten wordt geraamd op 4.463,38 (excl. btw) of 5.400,69 euro (incl. btw) en een toewijzing kan worden gekaderd in art. 38/1 KB Uitvoering:
Deze kost zal benomen worden via IKA 2021-1003726 (dimensies: rekening 22100007, beleidsitem BI070000, actie SA00931, project PR00001, UD045).
5. Afspraken naar uitbetaling Vlaamse subsidies
Art. 5. De subsidie, vermeld in artikel 1, wordt als volgt uitbetaald:
1° een voorschot van 20% na ondertekening van dit besluit en na vastlegging van de middelen;
2° een volgende 40% in begrotingsjaar 2023 na de indiening van de functionele en financiële verantwoording over de aanwending van de subsidie en na goedkeuring door de bevoegde administratie;
3° een volgende 30% in begrotingsjaar 2024 na de indiening van de functionele en financiële verantwoording over de aanwending van de subsidie en na goedkeuring door de bevoegde administratie;
4° een eindsaldo van 10% bij de voorlopige oplevering na de indiening van de functionele en financiële verantwoording over de aanwending van de subsidie en na goedkeuring door de bevoegde administratie.
Waar in het voorgestelde scenario de uitbetaling van de subsidie van 27.253.000 euro als volgt wordt uitbetaald:
6. Varia
6.1. Behoud 'ateliergebouw' en verder onderzoek naar functie
Tegenaan de tuingevels van een aantal woningen in de Eekhoutpoort staat op vandaag een wit schoolgebouw. Het zogenaamde 'ateliergebouw' (gebouwd 1891) werd initieel gebruikt als 'kleuternormaalschool' en kreeg later diverse functies door het Sint-Andreasinstituut. Op vandaag wordt het gebouw niet meer gebruikt door de school (wegens de slechte staat van het gebouw) en wordt het louter nog gebruikt als bergruimte voor de klusjesman van de school.
In de initiële plannen zou, gelet op de inplanting van BRUSK, dit 'ateliergebouw' gesloopt worden. Maar uit de vele overlegmomenten de voorbije maanden, zowel met bewoners als met bv. de erfgoedverenigingen (dhr. Wouter Priem treed hier op als contactpersoon), kwam naar voor dat er toch een mogelijkheid is om dit gebouw toch te behouden. De plannen werden ondertussen dus in die zin aangepast.
Aangezien dit gebouw initieel niet zou behouden worden werd dit niet mee opgenomen in het 'masterplan' en in de kostenraming richting Vlaamse overheid. Dit zal dus nog voorwerp uitmaken van verdere besprekingen. Maar in eerste instantie is het belangrijk om een principiële keuze te maken naar verder gebruik/invulling van dit gebouw. In de gesprekken met het ontwerpteam liggen momenteel 2 pistes op tafel: enerzijds een invulling met museale functies (nog verschillende mogelijke ideeën, zoals toonruimte voor (niet kwetsbare) kunst, "Artist in residence" (een plaats waar vb een kunstenaar enkele maanden per jaar zijn intrek in neemt met zijn/haar atelier), atelierruimte voor kinderen,...) of anderzijds een ruimte voor de omwonenden om hun fietsen te stallen (voortkomend uit de gesprekken met de omwonenden en de acute nood bij sommige bewoners aan fietsstalplaatsen).
De keuze voor de invulling heeft ook een impact op de benodigde investeringen die zullen nodig zijn. Want Stad Brugge is nu eigenaar en als dit gebouw met erfgoedwaarde nu behouden wordt dan zullen minstens grondige opfrissingswerken (en dakherstellingen) nodig zijn. Vanuit een dubbele overweging wordt voorgesteld om te kiezen voor de 2de piste, nl. de invulling als een ruimte waar de buurtbewoners gebruik van kunnen maken voor het stallen van hun fiets. Eerst en vooral kan tegemoet gekomen worden aan een bestaand pijnpunt van de bewoners. En in de wetenschap dat dit gebouw initieel niet ging behouden worden zijn er in de totale raming vooralsnog geen middelen voorzien. Financieel zijn ingrepen en dus ook de kosten om een kwalitatieve fietsberging te realiseren van een andere grootte-orde dan voor een invulling waar mensen er (tijdelijk) werken of als er kunst in ondergebracht zal moeten worden.
Als het college van burgemeester en schepenen instemt met deze principiële keuze dan moet dit in concreto verder onderzocht worden, in samenhang met de tuinpoortjes (cfr. punt 6.2. van deze nota). Zowel naar ontwerp, kostprijs en eventuele modaliteiten voor de bewoners (uren van gebruik). De resultaten van dit onderzoek worden op een later moment teruggekoppeld naar het college van burgemeester en schepenen.
6.2. Stand van zaken tuinpoortjes
Al op 3 februari 2021 vond een eerste online infomoment voor de buurtbewoners plaats. Iedereen kon daar dan vragen stellen en dit kende met meerdere buurtbewoners een vervolg met bilateraal overleg. Een vraag die meermaals terugkwam van verschillende omwonenden was: "Kan voorzien worden in een poortje in de muur die grenst aan jullie terrein?". De problematiek is duidelijk: in veel gevallen is er weinig ruimte om bv. fietsen te stallen; in de praktijk gebeurt dit op het (smal) voetpad voor de woning of in de gang. Een 'achteruitgang' via de tuin zou in de praktijk voor verschillende bewoners een meerwaarde betekenen. Aangezien het uitgangspunt steeds is om dit belangrijk project in goed nabuurschap met de omwonenden te realiseren werd aan het ontwerpteam gevraagd om deze mogelijkheid concreet te onderzoeken. Parallel werd binnen Musea Brugge ook een onderzoek opgestart naar de modaliteiten, want tuinpoortjes in de aangrenzende percelen moeten natuurlijk ook beoordeeld worden in functie van de globale toegankelijkheid en veiligheid van de museumsite.
Uit het geleverde onderzoek blijkt dat het (in de meeste gevallen) mogelijk zal zijn om de gevraagde tuinpoortjes effectief te realiseren, dit evenwel gekoppeld aan een aantal randvoorwaarden:
Om te vermijden dat er enkel rekening gehouden zou worden met omwonenden die de vraag zelf stelden werd begin juli 2021 een bewonersbrief gestuurd naar alle eigenaars/bewoners van de aanpalende percelen. Daarin werd formeel de vraag nog eens gesteld wie potentieel geïnteresseerd zou zijn in zo'n tuinpoortje, incl. de vermelding van de modaliteiten die daarbij van toepassing zouden zijn.
Op vandaag hebben 14 bewoners positief gereageerd. Deze gegevens werden ondertussen uitgewisseld met het ontwerpteam; zij onderzoeken dit nu technisch verder.
De voorlopige eenheidsprijs per tuinpoort bedraagt momenteel 3.000,00 euro (incl. BTW). Als teken van goed nabuurschap wordt via deze nota principieel voorgesteld dat Stad Brugge de kost voor de realisatie van de poortjes in de tuinmuren voor zijn rekening neemt, maar dit enkel onder de voorwaarde dat de toestand van de tuinmuur dat toelaat en dat de buren de vooraf duidelijk gecommuniceerde gebruiksmodaliteiten aanvaarden. Mits akkoord van het college van burgemeester en schepenen wordt gezocht op welke manier het budget ten bedrage van vermoedelijk 42.000 euro (incl. BTW) intern kan gevonden/gecompenseerd worden (uitvoering pas voorzien in periode 2023/2024).
De realisatie van de tuinpoortjes zal mee opgenomen worden in de omgevingsvergunningsaanvraag.
6.3. Princiepsvraag tot aankoop stuk grond vanwege eigenaar Eekhoutpoort 10
Met de eigenares van de woning Eekhoutpoort 10, mevrouw Coppieters, vonden meerdere gesprekken plaats. Via e-mail dd. 26/07/2021 (zie bijlage 11) stelt mevrouw Coppieters de vraag aan het stadsbestuur om een zone van 'minimaal ca 2m diep over een lengte van 5m in het verlengde van mijn keukentje' te kunnen kopen.
Na intern onderzoek en na afstemming met het ontwerpteam blijkt dat er op zich geen probleem zou zijn om deze zone van ca 10m² te verkopen aan mevrouw Coppieters. Dit heeft geen impact op het museumproject en op de bezoekersstromen. Een kleine aanbouw aan haar bestaande woning zou volgens cluster omgeving ook vergunbaar zijn, uiteraard rekening houdend met de randvoorwaarden die voortvloeien uit de stedelijke verordening en de aandachtspunten die door cluster omgeving meegegeven worden. En bovendien worden, zoals mevrouw Coppieters aangeeft, alle eventuele kosten door haar gedragen.
Op basis van de, op dit moment beperkte stukken en de aangeleverde schets, luidt het advies van cluster omgeving als volgt:
"We kunnen akkoord gaan met voorgestelde uitbreiding op het gelijkvloers zoals op de schematische plannetjes voorzien. Voor de werken is wel nog een omgevingsvergunning nodig. Hierbij geven we reeds volgende randvoorwaarden mee:
Als het college van burgemeester en schepenen principieel kan instemmen met de verkoop van dit stukje stadsgrond dan:
6.4. Inplanting locatie fietsstallingen en laad- en losruimte langs de Dijver: princiepsvraag
Gelet op de locatie van de museumsite in het hart van de binnenstad is de bereikbaarheid van de site en de nieuwe tentoonstellingshal BRUSK met de fiets heel belangrijk. De oefening over de fietsstallingen en de meest geschikte inplantingsplaatsen ervan is nog lopende. Dit zal ook mee opgenomen worden in de omgevingsvergunningsaanvraag.
Hoewel de nieuwe museumsite via verschillende punten bereikbaar zal zijn blijft de hoofdtoegang voor de museumsite Dijver 12. Vanuit het ontwerpteam wordt voorgesteld om, aan deze hoofdtoegang, bijkomende publieke fietsstallingen te voorzien. Deze ingreep bevindt zich dus buiten de projectzone en heeft een impact op een aantal parkeerplaatsen. Vandaar dat, in voorbereiding van de omgevingsvergunningsaanvraag, principieel de vraag wordt gesteld of maximaal 3 parkeerplaatsen kunnen ingenomen worden om fietsstallingen te voorzien. Gelet op het belang van het museumproject, het feit dat dit de hoofdtoegang tot de site is, de algemene tendens naar duurzame mobiliteit/stadsontwikkeling en het feit dat op 1 autoparkeerplaats meerdere fietsen kunnen gestald worden en de geplande aanpassingen naar doorgaand autoverkeer gekoppeld aan de heraanleg van de Katelijnestraat lijkt dit voor deze locatie een te verantwoorden keuze.
Daarnaast is het aangewezen om, in de buurt van de hoofdtoegang, ook een laad- en losruimte te voorzien in de definitieve situatie. Dit vooral in functie van kleine leveringen voor de site en het occasioneel snel afzetten van bv. personen met een beperking of gebruikers van taxi's). Er wordt principieel gevraagd om de meest geschikte inplantingsplaats langs de Dijver, met inname van maximum 2 parkeerplaatsen, hiervoor verder te onderzoeken.
Deze vraag werd intern ook besproken met de dienst mobiliteit. Inhoudelijk is er voor hen naar principe geen probleem, maar het schrappen van parkeerplaatsen in de binnenstad betreft volgens hen een principiële beleidskeuze van het bestuur waar zij zich naar schikken.
Via deze nota wordt dan ook aan het college van burgemeester en schepenen gevraagd om hier principieel mee in te stemmen zodat het ontwerpteam weet of zij rekening kunnen/mogen houden met deze piste. Naar timing toe dient de vervanging van de parkeerplaatsen door fietsstallingen enerzijds en het voorzien van de laad- en loszone anderzijds dan in de praktijk te gebeuren uiterlijk voor de ingebruikname van BRUSK voor het publiek.
6.5. Vraag syndicus Service Resisdentie Ten Eeckhoute: formaliseren erfdienstbaarheden
Sinds de aankoop van de site Garenmarkt van het Sint-Andreasinstituut heeft het stadsbestuur nauwe contacten onderhouden met de aanpalende buur, de Service Residentie Ten Eeckhoutte. Er vonden reeds verschillende gesprekken en toelichtingen plaats, steeds in constructieve sfeer.
Een van de vragen die door de VME van de seniorie gesteld wordt aan de Stad is of het stadsbestuur notarieel wil bevestigen dat de bestaande erfdienstbaarheden die er zijn ter hoogte van de tuin van de residentie (toegang tot de twee branduitwegen die aldaar reeds aanwezig zijn) volledig en ongewijzigd behouden blijven. Dit is uiteraard het geval en er werd al meermaals bevestigd aan verschillende vertegenwoordigers van de seniorie dat deze erfdienstbaarheden integraal overgedragen werden aan Stad Brugge bij de aankoop van het schooldomein. Maar de VME vraagt om dit toch nog eens extra te laten bekrachtigen. Na overschrijving op het registratiekantoor zal deze bevestiging zijn reeds bestaande volle juridische waarde behouden.
Deze formaliteit vormt voor Stad Brugge geen enkel probleem. Via deze weg wordt bevestigd dat alle beschreven erfdienstbaarheden die van toepassing waren voor het Sint-Andreasinstituut ook in de toekomst integraal behouden blijven. Hiertoe is de akte voor de aankoop van de site Garenmarkt het doorslaggevend document (zie bijlage 12). Om dit notarieel te laten bekrachtigen wordt de opdracht gegeven aan dienst Eigendommen om daartoe de nodige stappen te zetten.
6.6. Communicatie na indiening omgevingsvergunningsaanvraag
De indiening van de omgevingsvergunningsaanvraag is opnieuw een belangrijke mijlpaal in het project. Voor het stadsbestuur is het dan opnieuw een belangrijk moment om terug te koppelen naar de bevolking en om hen goed te informeren over het ingediende project. Zoals dat gebruikelijk is voor dergelijke projecten is het aangewezen om, gekoppeld aan het openbaar onderzoek, een infomarkt te organiseren. Als de geldende covid-maatregelen het nog steeds toelaten dan zal geprobeerd worden om dit effectief 'fysiek' te organiseren.
Ter ondersteuning van de infomarkt worden ook de nodige ondersteunende documenten aangeleverd door het ontwerpteam. Hierbij zijn zij minstens gebonden door hun communicatie-engagementen zoals beschreven onder punt "6.1. Flankerende maatregelen" van het goedgekeurde BAFO-document.
Er zal, hieraan gekoppeld, ook een persmoment voorzien worden om de initiatieven kenbaar te maken.
Van stadszijde krijgen de diensten citymarketing en Musea Brugge de opdracht om, in samenspraak met de hoofdcoördinator, de communicatie-/informatie-initiatieven naar aanleiding van de indiening van de omgevingsvergunningsaanvraag te organiseren.
Overeenkomstig het delegatiereglement dd. 15/01/2019 verleent de gemeenteraad formele goedkeuring aan de offerte van CIT BLATON REAL ESTATE nv goed voor de afbraakwerken van de af te breken gebouwen op de site Garenmarkt tegen een bedrag van 595.320 euro (incl. btw) bij wijze van uitbreiding van de opdracht 'design & build'-project 'Ontwerpen en realiseren van een nieuwe museum- en kunstsite te Brugge' (gebaseerd op art. 38/4 KB Uitvoering).
Overeenkomstig het delegatiereglement dd. 15/01/2019 verleent de gemeenteraad de formele goedkeuring aan de offerte van CIT BLATON REAL ESTATE nv goed voor de Vernieuwbouw van Musea Brugge Centrum voor Collectieonderzoek tegen een bedrag van 2.770.258,12 euro (incl. btw) bij wijze van uitbreiding van de opdracht 'design & build'-project 'Ontwerpen en realiseren van een nieuwe museum- en kunstsite te Brugge' (gebaseerd op art. 38/1 KB Uitvoering).
Overeenkomstig het delegatiereglement dd. 15/01/2019 verleent de gemeenteraad de formele goedkeuring aan de offerte van CIT BLATON REAL ESTATE nv goed voor de realisatie (nieuwbouw) van een logistieke verbinding tussen BRUSK en het Groeningemuseum tegen een bedrag van 404.922,44 euro (incl. btw) bij wijze van uitbreiding van de opdracht 'design & build'-project 'Ontwerpen en realiseren van een nieuwe museum- en kunstsite te Brugge' (gebaseerd op art. 38/4 KB Uitvoering, de minimis).
Overeenkomstig het delegatiereglement dd. 15/01/2019 verleent de gemeenteraad de formele goedkeuring aan de offerte van CIT BLATON REAL ESTATE nv goed voor de opmaak van het plan voor de omgevingsaanleg (in functie van het indienen van een integrale omgevingsvergunningsaanvraag) en de gedeeltelijke realisatie ervan (zones A en A') tegen een totaalbedrag van 888.207,44 euro (incl. btw en incl. erelonen) bij wijze van uitbreiding van de opdracht 'design & build'-project 'Ontwerpen en realiseren van een nieuwe museum- en kunstsite te Brugge' (gebaseerd op de wijzigingsclausule in het bestek, toepassing art. 38 KB Uitvoering).
Overeenkomstig het delegatiereglement dd. 15/01/2019 keurt de gemeenteraad formeel de eenmalige actualisatie goed van de prijsofferte voor de opdracht 'design & build'-project 'Ontwerpen en realiseren van een nieuwe museum- en kunstsite te Brugge' tegen een bedrag van 569.996,08 euro (incl. btw) (gebaseerd op art. 38/5 KB Uitvoering), rekening houdend met de motivering zoals beschreven onder punt 2 van deze nota.
Overeenkomstig de volheid van bevoegdheid keurt de gemeenteraad formeel de bestemming als privaat domeingoed van de Stad Brugge goed van het toekomstig museumpark met tuinpoortjes, thans kadastraal gekend onder nummer C292Y.
1. Situatieschets volgens en vraag van Interparking
In een schrijven dd. 16/08/2021 (bijlage 5) verwijst Interparking naar de wereldwijde crisissituatie als gevolg van het coronavirus COVID-19. De drastische maatregelen die noodgedwongen door de verschillende overheden werden genomen om de verdere verspreiding van het virus te voorkomen (verbod op niet-essentiële verplaatsingen, verplicht telewerk, reisverbod in binnen- en buitenland, quarantaineverplichtingen, samenscholingsverbod, verplichte sluiting van scholen, universiteiten, niet-essentiële winkels, horecazaken, culturele en toeristische sector,...) hadden een enorme daling van de bezettingscijfers in de parkings tot gevolg.
Rekening houdend met alle bovenstaande elementen en dan in het bijzonder met de financiële schade die daaruit is voortgevloeid, verzoekt Interparking de Stad een verlenging van de concessies voor de parkings Biekorf, Centrum-Zand, Katelijne, Zilverpand én de erfpacht voor de parking Pandreitje toe te staan voor een termijn die gelijk is aan de duurtijd van pandemie, die op heden geschat wordt op 18 maanden.
2. Juridische onderbouwing bij voorstel Interparking
Bij het schrijven van Interparking was een juridische onderbouwing toegevoegd van de hand van advocatenkantoor Stibbe BV (toegevoegd als bijlage 6). Hun conclusie luidt:
Op basis van hetgeen voorafgaat, blijkt dat een overheid de looptijd van een concessieovereenkomst of zakelijk recht geldig kan en mag verlengen voor de periode die overeenstemt met de duur noodzakelijk om het verlies ingevolge de coronacrisis te dekken.
3. Juridisch nazicht voorstel
Om de juridische argumentatie van de verlenging ten gronde objectief en inhoudelijk na te zien stelde het college van burgemeester en schepenen in zitting van 19/07/2021 meester Neil Braeckevelt van advocatenkantoor Crivits & Persyn aan (gekoppeld besluit 2021_CBS_03216).
In het juridisch advies van meester Braeckevelt dd. 31/08/2021 worden de verschillende mogelijkheden juridisch tegen elkaar afgewogen. Het juridisch advies wordt toegevoegd aan dit dossier en maakt er onlosmakelijk deel van uit (bijlage 7).
De conclusie van het advies van meester Braeckevelt luidt als volgt:
"O.i. is een verlenging van de Hoofdconcessie (en hiermee gepaard gaande zakenrechtelijke overeenkomsten) en de concessie voor parking Pandereitje met een termijn van 18 maanden juridisch verdedigbaar.
De rechtsgrond die hiervoor in het advies ter onderbouwing in eerste instantie naar voor wordt geschoven, nl. art. 65 KB Plaatsing/Uitvoering Concessie, lijkt ons evenwel juridisch meest betwistbaar, aangezien het een wijzigingsgrond betreft die eerder ten voordele van de aanbesteder is geconcipieerd en moeilijk kan worden aangetoond dat een verlenging absoluut noodzakelijk is om de onvoorziene omstandigheden (en de hiermee gepaard gaande uitvoeringsproblemen) te counteren.
Indien kan worden aangetoond dat de wijziging/verlenging onder de voormelde de minimis drempels valt zoals vermeld in art. 67 KB Plaatsing/Uitvoering Concessie, dan vormt de verlenging sowieso geen probleem. Het ontbreekt ons echter aan voldoende representatieve cijfergegevens – en die zijn evenmin in de Juridische Nota Interparking opgenomen – om dit accuraat te kunnen inschatten.
Omdat de duur van de verlenging (zeker in het licht van de duur van concessieovereenkomst) vrij beperkt is, de voorwaarden onveranderd blijven en er bovendien geen nadeel voor stad Brugge uit voortvloeit, is het o.i. verdedigbaar te stellen dat het economisch evenwicht van de concessie niet verandert en er dus geen wezenlijke wijziging voorligt. Hierdoor kan o.i. met andere woorden beroep worden gedaan op de rechtsgrond voorzien in artikel 68 KB Plaatsing/Uitvoering Concessie ter verantwoording van de verlenging met 18 maanden.
Voorwaarde is wel dat dit een éénmalige démarche betreft en er niet systematisch telkens wanneer er exploitatiemoeilijkheden zijn een tegemoetkoming van de aanbesteder gebeurt onder de vorm van een verlenging of compensatie.
Volledigheidshalve wijzen wij er ook op dat de keuze voor een verlenging van de Dienstenconcessie ook mee kan worden verantwoord vanuit de overwegingen van een redelijke, meedenkende overheid. Zowel op Vlaams als op federaal niveau worden (lokale) besturen immers aangemoedigd om bedrijven en ondernemers tegemoet te komen op vlakken waar ze door de crisis al zwaar financieel inleveren en maatregelen te nemen ter ondersteuning van deze bedrijven en ondernemers (weze het in eerste instantie door de sanctioneringsbevoegdheden af te remmen wanneer er uitvoeringsmoeilijkheden rijzen naar aanleiding van de coronacrisis). De onvoorspelbaarheid en zware (financiële) impact van de coronacrisis voor bedrijven zoals Interparking die hun omzet halen in functie van (toeristische) bezettingsgraden van de parkings kan immers niet worden onderschat, waardoor de gevraagde tegemoetkoming via een beperkte verlenging van de overeenkomst binnen redelijke perken valt."
Voor wat betreft de bovenstaande passage met betrekking tot de ‘de minimis’-drempels kan bovendien nog verwezen worden naar een aanvullend schrijven van Interparking dd. 10/09/2021 waarin zij formeel bevestigen dat bij elke voorzichtige inschatting van de waardering van de verlenging van 18 maanden van de concessie voor de uitbating van de parkings ‘t Zand, Biekorf, Zilverpand en Katelijne alsook voor de verlenging van de erfpacht van parking Pandreitje de ‘de minimis’-drempels niet overschreden worden (zie bijlage 8).
4. Opportuniteitsbeoordeling Stad Brugge
Het juridisch advies van meester Braeckevelt is een belangrijk onderdeel van de afweging. Het stadsbestuur dient, naast de strikt juridische afweging, ook rekening te houden met een opportuniteitsbeoordeling en de reële context. Vanuit stadsoogpunt kan beaamd worden dat de impact van de Covid-pandemie op het gebruik van de publieke parkings enorm was. De periode waarin de publieke parkings soms quasi leeg stonden had een grote impact op de inkomsten van zowel Interparking als Stad Brugge. Rekening houdend met de juridische adviezen van zowel advocatenkantoor Stibbe als Crivits & Persyn wordt de vraag van Interparking dus als aanvaardbaar beschouwd en wordt ingestemd met een eenmalige verlenging van de overeenkomst voor de duur van 18 maanden. Een passage uit de laatste alinea van het advies van meester Braeckevelt vat het ook goed samen: "Zowel op Vlaams als op federaal niveau worden (lokale) besturen immers aangemoedigd om bedrijven en ondernemers tegemoet te komen op vlakken waar ze door de crisis al zwaar financieel inleveren en maatregelen te nemen ter ondersteuning van deze bedrijven en ondernemers (weze het in eerste instantie door de sanctioneringsbevoegdheden af te remmen wanneer er uitvoeringsmoeilijkheden rijzen naar aanleiding van de coronacrisis). De onvoorspelbaarheid en zware (financiële) impact van de coronacrisis voor bedrijven zoals Interparking die hun omzet halen in functie van (toeristische) bezettingsgraden van de parkings kan immers niet worden onderschat, waardoor de gevraagde tegemoetkoming via een beperkte verlenging van de overeenkomst binnen redelijke perken valt."
Er wordt kennis genomen van het schrijven van Interparking NV met daarin een voorstel tot het verlengen van de concessies voor de parkings Biekorf, Centrum-Zand, Katelijne en Zilverpand én de erfpacht voor parking Pandreitje met 18 maanden vanwege de impact van de COVID-19-pandemie op de uitvoering van de lopende concessie.
De gemeenteraad stemt, omwille van de ingrijpende impact van de covid-pandemie en rekening houdend met de juridische adviezen van advocatenkantoren Stibbe enerzijds en Crivits & Persyn anderzijds, in met de eenmalige verlenging met een periode van 18 maanden van de concessies en de gekoppelde bijhorende zakelijke rechten met Interparking voor de parkings Biekorf, Centrum-Zand, Katelijne, Zilverpand en Pandreitje tot 01/12/2056.
Raadsleden Stefaan Sintobin, Raf Reuse en Nele Caus komen tussen.
Burgemeester Dirk De fauw en schepen Mathijs Goderis antwoorden.
Er zijn verschillende soorten kansspelen, zoals bepaald door de kansspelwet. De vergunning voor een kansspelinrichting wordt steeds verleend door de kansspelcommissie. De stad of gemeente heeft bij elke soort kansspelinrichting wel een bepaalde rol in de procedure tot het verkrijgen van de vergunning bij de kansspelcommissie.
- Klasse I (casino’s): concessieovereenkomst
- Klasse II (speelautomatenhallen): convenant
- Klasse III (kansspelen in drankgelegenheid): advies van de burgemeester
- Klasse IV (aannemen van weddenschappen): advies van de burgemeester + Convenant (nieuw sinds 25/05/2021)
Voorliggend dossier betreft de aanvraag voor vergunning klasse F2 in een wedkantoor (klasse IV-kansspelinrichting). Een vergunning klasse F2 houdt in dat, voor een periode van drie jaar, onder bepaalde voorwaarden, de aanneming van weddenschappen (voor rekening van de houder van een vergunning klasse F1) wordt toegestaan in een kansspelinrichting klasse IV.
Een vaste kansspelinrichting is uitsluitend bestemd voor het aannemen van weddenschappen, behoudens :
- de verkoop van gespecialiseerde bladen, sportmagazines en gadgets;
- de verkoop van niet alcoholische dranken;
- de exploitatie van maximaal twee automatische kansspelen die weddenschappen op soortgelijke activiteiten aanbieden als deze die aangegaan worden in het wedkantoor. De Koning bepaalt de voorwaarden waaronder deze kansspelen kunnen worden uitgebaat.
Het gaat om een bestaande zaak. Het wedkantoor is reeds 15 jaar gevestigd in de Havenstraat (8 jaar op nummer 5 en daarvoor 7 jaar op nummer 8 aan de overkant). De vergunning dient om de 3 jaar te worden hernieuwd. Huidige vergunning voor het wedkantoor verleend door de kansspelcommissie loopt tot eind oktober.
Wat voor rol heeft de stad daarbij:
1° Tot op heden wordt advies gevraagd aan de Burgemeester. Hier kan oa worden nagegaan of er binnen een straal van 1000 meter al dan niet een ander wedkantoor is gevestigd.
2° Nieuw sinds 25/5/2021 is dat de uitbating van een vaste kansspelinrichting klasse IV moet geschieden krachtens een convenant dat voorafgaandelijk wordt gesloten tussen de gemeente van vestiging en de uitbater.
Het convenant bepaalt
- waar de kansspelinrichting wordt gevestigd
- de nadere voorwaarden,
- de openings- en sluitingsuren en
- wie het gemeentelijk toezicht waarneemt.
De kansspelwet stelt een aantal voorwaarden waaraan door de aanvrager moet worden voldaan om een vergunning klasse F1 of F2 te kunnen verkrijgen. Daarbij zijn er 2 zaken waarbij de stad een bepalende rol heeft nl.
5. ervoor zorgen dat de kansspelinrichting klasse IV niet gevestigd wordt in de nabijheid van onderwijsinstellingen, ziekenhuizen, plaatsen die vooral door jongeren worden bezocht, zulks behoudens met redenen omklede afwijking die door de gemeente wordt toegestaan; (inwerkingtreding sinds 25/05/2021)
6. het convenant kunnen voorleggen dat werd gesloten tussen de kansspelinrichting klasse IV en de gemeente waar die inrichting gevestigd is onder de voorwaarde dat de vergunning van klasse F2 wordt verkregen. (inwerkingtreding sinds 25/05/2021).
De goedkeuring van dit convenant is een bevoegdheid van de gemeenteraad.
De VVSG heeft een voorbeeld-convenant uitgewerkt. (https://www.vvsg.be/nieuws/voorbeeld-van-convenant-voor-wedkantoren-beschikbaar?query=convenant - zie ook bijlage bij dit dossier). Het ontwerp-convenant dat wordt voorgelegd is hierop gebaseerd en aangepast voor het wedkantoor in de Havenstraat, oa wat betreft de openingsuren. Wat betreft de duur wordt voorgesteld om het convenant over dezelfde termijn te laten lopen als de vergunning voor het wedkantoor, maw maximum 3 jaar.
Advies wordt gevraagd aan de preventiedienst, politie, jeugddienst en werken en economie.
Advies werd gevraagd aan de dienst Algemeen bestuur en de juridisch adviseur.
Wat betreft de ligging: er zijn in een straal van 1000 meter geen andere wedkantoren gevestigd.
Wat betreft de voorwaarde dat het wedkantoor ervoor moet zorgen dat de kansspelinrichting klasse IV niet gevestigd wordt in de nabijheid van onderwijsinstellingen, ziekenhuizen, plaatsen die vooral door jongeren worden bezocht:
Het gaat om een bestaande zaak die op die plaats al 15 jaar een wedkantoor uitbaat.
Het Entrepot en jeugdhuis Comma zijn in vogelvlucht 202 meter van het wedkantoor en langs de weg is dit 300 meter. Met andere woorden, er wordt niet voldaan aan de voorwaarde dat het wedkantoor niet gevestigd wordt in de nabijheid van ... plaatsen die vooral door jongeren worden bezocht.
Volgens de wet op de kansspelen kan daarop een afwijking worden toegestaan, op basis van een met redenen omklede afwijking.
Argumenten om een afwijking toe te staan:
Het is de keuze van de Gemeenteraad om een afwijking op de nabijheidsregel van artikel 43/5 5° van de Wet op de Kansspelen al dan niet toe te staan.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd kennis te nemen van de wijziging in de wetgeving op de kansspelen nl dat een convenant moet worden afgesloten tussen de vergunninghouder van een wedkantoor en de Stad.
Gezien reeds 15 jaar geen probleem, wordt het ontwerp van Convenant met betrekking tot de uitbating van een vaste kansspelinrichting klasse IV, nl Never Ending Story, gevestigd Havenstraat 5, goedgekeurd, mits toestaan van een afwijking op de regel dat het wedkantoor niet mag gevestigd worden in de nabijheid van een plaats waar veel jongeren komen.
Raadslid Pol Van Den Driessche komt tussen.
Burgemeester Dirk De fauw antwoordt.
Verschillende stadsdiensten zijn voor diverse opdrachten op zoek naar ondersteuning bij communicatieve projecten. De stad heeft zelf veel expertise in huis maar wil voor sommige opdrachten beroep kunnen doen op de creativiteit of ondersteuning van een externe partner, daar waar er een tekort aan interne expertise of mankracht is.
De opdrachten zijn divers van aard en daarom wil de stad met enkele bureaus samenwerken die kunnen voortbouwen op de expertise die ze reeds hebben en/of frisse en nieuwe ideeën kunnen aanreiken. We zijn op zoek naar diverse bureaus met eigen specialiteiten, zodat er enerzijds voldoende afwisseling en creativiteit gegarandeerd blijft en anderzijds op een nauwe manier en kort op de bal kan samengewerkt worden met bureaus die een zekere affiniteit hebben met de stad of bereid zijn om die op te bouwen.
Afhankelijk van de opdracht zal de opdrachtnemer eerder ondersteunend dan wel sturend kunnen werken. Dit is afhankelijk van de expertise en de werkdruk die op het moment van de opdracht aanwezig is bij de stadsdiensten.
Bij al deze opdrachten, is het steeds belangrijk dat de opdrachtnemer inspeelt op de reeds bestaande communicatiestrategie. Die wordt bepaald en bewaakt door Communicatie & Citymarketing.
De dienst C&C nam het initiatief om na te gaan welke noden er stadsbreed bestaan op het vlak van externe ondersteuning. Op basis hiervan werd de scope van dit raamcontract scherp gesteld en werd een budgetinschatting gemaakt door de verschillende betrokken diensten.
Op jaarbasis voorzien de verschillende diensten de volgende budgetten op dit raamcontract:
Dit komt neer op een totaalbudget van € 464.500 à € 489.500 op jaarbasis en € 1.933.000 voor de volledige looptijd van het contract. Voor alle diensten geldt dat deze budgetten louter indicatief en niet bindend zijn. De effectieve afname kan jaarlijks variëren.
Deze selectieleidraad geeft toelichting bij de selectiefase van de opdracht.
Met deze selectieleidraad nodigt de aanbestedende overheid geïnteresseerde partijen uit om een aanvraag tot deelneming voor deze opdracht in te dienen. Deze selectieleidraad strekt er enkel toe geschikte kandidaten te selecteren die in de volgende fase van de gunningsprocedure uitgenodigd zullen worden om een offerte in te dienen op grond van het bestek dat enkel zal worden overgemaakt aan de geselecteerde kandidaten.
De procedure van mededinging met onderhandelingen wordt voor dit raamcontract goedgekeurd.
De selectieleidraad voor dit raamcontract (voor jaarlijks 464.500 à 489.500euro / 1.933.000 euro over 4 jaar) wordt goedgekeurd.
Raadsleden Pol Van Den Driessche, Yves Buysse, Sandrine De Crom, Doenja Van Belleghem en Stefaan Sintobin komen tussen.
Schepen Mathijs Goderis en burgemeester Dirk De fauw antwoorden.
Het actieplan drugbeleid 2021-2025 werd opgesteld ter uitvoering van het drugbeleidsplan 2021-2025. In samenspraak met de Adviesraad en de andere partners binnen het brede netwerk dat het drugbeleid vormgeeft op lokaal niveau, werden acties opgesteld om de vooropgestelde doelstellingen te behalen. Elke actie uit het actieplan bestaat uit een omschrijving van de actie, vervolgens wordt per actie de trekker vermeld. De trekker is de actor die verantwoordelijk is voor de regie van de actie. Ten derde is elke actie gekoppeld aan één of meerdere indicatoren. Dit zijn maatstaven om na te gaan hoe en of de acties worden uitgevoerd en welk effect zij hebben.
Op de Adviesraad van 31 augustus 2021 werd het actieplan goedgekeurd in aanwezigheid van volgende leden:
- Mathijs Goderis (Schepen van preventie, jeugd en dierenwelzijn);
- Eva Vandevivere (Diensthoofd Preventie & Samenleven);
- Pieter Blaton (Diensthoofd Jeugd);
- Iris Maertens (Coördinator alcohol- en drugbeleid dienst Preventie & Samenleven);
- Hanne Huygebaert (Intern evaluator dienst Preventie & Samenleven);
- Bruno Demey (Lokale Politie Brugge);
- Lieven Duyck (Lokale Politie Brugge; t.v.v. korpschef Van Nuffel);
- Frank Schillewaert (CGG Noord-West-Vlaanderen);
- Jeroen Slambrouck (Brugge(n) voor jongeren);
- Johan Jongbloet (Howest);
- Marc Willems en Koen Van de Woestyne (Werkgroep bijzondere jeugdzorg);
- Sofie Hannon (CAW Noord-West-Vlaanderen);
- Veerle Van Vynckt (OCMW Brugge; t.v.v. Thibault Jonckheere);
- Mathias Debevere (Jeugdraad);
Eerste Substituut Procureur des Konings Vandaele, vertegenwoordiger in de Adviesraad namens het Openbaar Ministerie, was verontschuldigd op de Adviesraad maar verleende nadien zijn goedkeuring aan het actieplan.
Het Actieplan drugbeleid 2021-2025 wordt goedgekeurd.
Mevr. Kelly Boussemaere dient ingevolge het afzien van haar mandaten, te worden vervangen:
- als effectief lid in de algemene vergadering van Footstep;
- als effectief lid in de algemene vergadering van de Nieuwe Polder van Blankenberge.
De volgende personen worden voorgesteld om haar te vervangen:
Als effectief lid in de algemene vergadering van Footstep: de heer Robin Vandekeere.
Als effectief lid in de algemene vergadering van de Nieuwe Polder van Blankenberge: de heer Johan Van de Casteele.
Er wordt kennis genomen van het feit dat mevr. Boussemaere afziet van haar mandaat als effectief lid van de algemene vergadering van Footstep en ze wordt vervangen door de heer Robin Vandekeere.
Er wordt kennis genomen van het feit dat mevr. Boussemaere afziet van haar mandaat als effectief lid in de algemene vergadering van de Nieuwe Polder van Blankenberge en ze wordt vervangen door de heer Johan Van de Casteele.
Het College ging in haar zitting van 20 augustus 2018 principieel akkoord met verkoop van een oppervlakte van 42,25 m² grond, voor het vernieuwen van de bestaande distributiecabine voor openbaar nut (elektriciteit), die zich bevindt op het speelplein langsheen de Tulpenstraat.
De huidige installatie langsheen dient te worden vervangen om te voldoen aan de nieuwe veiligheidsnorm. Deze cabine is en blijft zeer noodzakelijk voor dit stadsdeel en kan niet zomaar worden verplaatst.
De Stad is eigenares van de grond, gelegen te 8310 Brugge, Tulpenstraat 11+ en Tulpenstraat (zn) (speelplein), gekend bij het kadaster in de 22e afdeling Brugge, sectie C, met de perceelnummers 0016 E 2 P0000 en 0016 F 2 P0000, blijkens akte van 10 februari 1970, verleden voor de heer Medard Stalpaert, eerste in rangorde zijnde Schepen, in vervanging van de toemalige burgemeester van de gemeente Assebroek en van de grond, gelegen te 8310 Brugge, Pioenstraat (zn), gekend bij het kadaster in de 22e afdeling Brugge, sectie C, met het perceelnummer 0107 G 3 P0000, blijkens ruilakte van 14 mei 1975, verleden voor heer Michel van Maele, toenmalige burgemeester van de Stad Brugge.
IMEWO is bereid om de noodzakelijke oppervlakte grond aan te kopen.
De Raad van Bestuur van IMEWO heeft deze verrichting in haar zitting van 13 december 2018 goedgekeurd om redenen van openbaar nut.
Intussen werd voor de bouw van de nieuwe cabine de omgevingsvergunning OMV_2020150982 afgeleverd.
Op 4 augustus 2021 werd voor deze verkoop en de te vestigen erfdienstbaarheden voor het plaatsen en onderhouden van de ondergrondse leidingen een opmetingsplan opgemaakt door het landmeetkundig bureau Daeninck-Audenaert.
Op 10 augustus 2021 werd een schattingsverslag opgemaakt door het landmeetkundig bureau Daeninck-Audenaert, waarbij de waarde van het goed werd geraamd op € 8.872,50.
Er werd voor deze verkoop en te vestigen erfdienstbaarheden een ontwerp-overeenkomst opgemaakt.
De gemeenteraad dient de voorgestelde verkoop goed te keuren.
Er zal worden overgegaan tot:
zoals aangeduid op het opmetingsplan opgemaakt op 4 augustus 2021 door het landmeetkundig bureau Audenaert-Daeninck, aan IMEWO, met maatschappelijke zetel gevestigd te 9090 Melle, Brusselsesteenweg 199, tegen de prijs van € 8.872,50 en verder onder de voorwaarden opgenomen in de ontwerp-overeenkomst.
Alle aan deze verkoop verbonden kosten zijn ten laste van de koper.
De Voorzitter van de gemeenteraad, de Algemeen Directeur, de Financieel Directeur en desgevallend hun vervangers worden gemachtigd om alle stukken in verband met voormelde verkoop te ondertekenen en om de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie te ontslaan van de verplichting om ambtshalve inschrijving te nemen bij de overschrijving van de authentieke akte.
De wegenis van de Hoog Brabantlaan, behoort sinds meer dan 30 jaar tot het openbaar domein.
De distributiecabine voor gas die zich langsheen de Hoog Brabantlaan bevond, gekend bij het kadaster in de 27e afdeling Brugge, Hoog Brabantlaan, sectie D, deel openbaar domein, diende te worden vervangen.
De vernieuwing van de cabine op deze locatie was een must. Deze cabine is en blijft zeer noodzakelijk voor dit stadsdeel en diende in de onmiddellijke buurt van de bestaande distributiecabine te worden gebouwd. De nieuwe cabine werd opgericht op dezelfde locatie.
Imewo is bereid om de nodige grond aan te kopen.
De locatie voor de nieuwe distributiecabine voor elektriciteit en de distributiecabine voor gas kwamen uitvoerig aan bod in de OMV_2019038496 voor het slopen van een vrijstaand gebouw en vellen van bomen, 8200 Brugge, Abdijbekestraat 9 (aanvrager Caaap nv).
De plaatsing van de beperkte gascabine op het openbaar domein was vrijgesteld van een stedenbouwkundige vergunningsplicht, conform het vrijstellingsbesluit van de Vlaamse Regering, Hoofdstuk 10 - Openbaar Domein, art. 6.
De bouwplaats is gelegen in een heersend bestemmingplan BPA 72 Torhoutsesteenweg Zuid, zone 29; voorbehouden voor openbaar groen, parken, speeltuinen, voetgangerswegen (met inbegrip van nutsinfrastructuur).
Op 22 juni 2021 werd een opmetingsplan opgemaakt door de heer Kris Audenaert, landmeter-expert, landmeetkundig bureau Daeninck-Audenaert bv, waarbij het goed, met een oppervlakte van 25,92 m², wordt afgebeeld als Lot 1, aangeduid in rode kleur.
Dit plan werd geregistreerd in de databank van de plannen van afbakening van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie onder het referentienummer 31027-1067 en werd sindsdien niet meer gewijzigd.
Op 19 oktober 2018 werd voor de verkoop van de noodzakelijke oppervlakte grond een schattingsverslag opgemaakt door de heer Kris Audenaert, landmeetkundig bureau Daeninck-Audenaert bv, waarbij de waarde van de grond werd bepaald op € 220/m², zijnde een totale prijs van € 5.702,40.
Er werd een ontwerp-verkoopovereenkomst opgemaakt.
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd akkoord te willen gaan met voorgestelde grondtransactie onder de voorwaarden opgenomen in de ontwerp-verkoopovereenkomst.
Er zal worden overgegaan tot de verkoop van 25,92 m² grond, uit de groenzone gelegen te 8200 Brugge, Hoog Brabantlaan (ter hoogte van de Abdijbekestraat), voor het vernieuwen van de bestaande distributiecabine voor openbaar nut (gas), aangeduid als lot 1 op het opmetingsplan van 22 juni 2021, opgemaakt door de heer Kris Audenaert, landmeter-expert, landmeetkundig bureau Daeninck-Audenaert bv, tegen de prijs van € 5.702,40, en verder onder de voorwaarden opgenomen in de ontwerp-verkoopovereenkomst, aan Imewo.
Alle aan deze verkoop verbonden kosten zijn ten laste van de koper.
De voorzitter van de gemeenteraad, de algemeen directeur, de financieel directeur en desgevallend hun vervangers worden gemachtigd om alle stukken in verband met voormelde verkoop te ondertekenen en om de algemene administratie van de patrimoniumdocumentatie te ontslaan van de verplichting om ambtshalve inschrijving te nemen bij de overschrijving van de authentieke akte.
Raadslid Geert Van Tieghem komt tussen.
Schepen Mercedes Van Volcem antwoordt.
In het kader van de uitbreiding en modernisering van de spoorinstallaties op de lijn 51 Brugge-Zeebrugge, werden voor de aanleg van het derde spoor tussen Brugge en vertakking Dudzele, afspraken tussen de Stad Brugge en Infrabel, vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst die werd goedgekeurd door de gemeenteraad van 15 september 2015.
Bij de voorbereiding van een aantal specifieke werken te Lissewege werd vastgesteld dat de Stad Brugge een oppervlakte van 850 m² grond heeft ingenomen van de aanpalende eigenaar voor de inrichting van de voetbalterreinen gelegen te 8380 Lissewege, Pol Dhondtstraat, gekend bij het kadaster, Pol Dhondtstraat Inneming 3bis, 14e afdeling Brugge (Lissewege), sectie D, met perceelnummer 0900 D P0000, voorheen gekend bij het kadaster 14e afdeling Brugge (Lissewege), als deel van het perceelnummer 0730 S, zoals aangeduid op het innemingsplan L51A-104.200B, inneming 3 bis, opgemaakt op 30 juli 2015 door de heer Guido Decoster, landmeter-expert Tuc Rail.
De kwestieuze oppervlakte, destijds deel uitmakend van een groter perceel, werd aangekocht door Infrabel voor de geplande uitbreiding en modernisering van de spoorinstallatie op de lijn 51 Brugge - Zeebrugge. De onterechte grondinname door de Stad Brugge kan worden geregulariseerd door aankoop van de ingenomen oppervlakte grond, en dit zoals aangeduid op het innemingsplan L51A-104.200B als inneming 3 bis tegen de prijs van € 6.766,00. (zelfde prijs dan destijds aangekocht door Infrabel). Dit prijsvoorstel is geldig tot en met 30 september 2021, onder voorbehoud van de goedkeuring van de beslissingsorganen bij Infrabel.
Er zal worden overgegaan tot de aankoop voor openbaar nut van een oppervlakte van 850 m² grond, uit het perceel bouwland, gelegen te 8380 Brugge, Pol Dhondtstraat, gekend bij het kadaster in de 14e afdeling Brugge (Lissewege), sectie D, met perceelnummer 0900 D P0000, zoals aangeduid als inneming 3 bis op het innemingsplan L51A-104.200B, opgemaakt op 30 juli 2015 door de heer Guido Decoster, landmeter-expert Tuc Rail, jegens Infrabel nv, tegen de prijs van € 6.766,00.
Raadslid Andries Neirynck komt tussen.
Schepen Mercedes Van Volcem antwoordt.
Op 23 oktober 2018 werd door de gemeenteraad het voorlopig onteigeningsbesluit tot de minnelijke onteigening (aankoop) van het voormalig militair domein Knapen, gelegen te Zeebrugge, langsheen de Veerbootstraat en Kustlaan goedgekeurd. Hierdoor kon een gerechtelijke onteigeningsprocedure worden voorkomen en kon een overeenkomst tot minnelijke onteigening (aankoop) worden afgesloten. Op 28 juni 2021 heeft de gemeenteraad de minnelijke onteigening (aankoop) van het voormalig militair domein Knapen, goedgekeurd. De akte voor deze aankoop werd op 6 september 2021 verleden voor de heer Mick Rosseel, adviseur-commissaris bij het Federaal Aankoopcomité.
Intussen kon de Stad Brugge, ingevolge de tijdelijke concessie-overeenkomst, starten met de voorbereidingen voor de inrichting van het park. Omwille van de veiligheid (t.o.v. spoorinfrastructuur) werd een afsluiting met camerabewaking geplaatst.
Voor de plaatsing van de afsluiting werd aan de zijde van de Baron de Maerelaan een nieuwe perceelgrens gevormd in een rechte lijn, waardoor een oppervlakte van 2.028,86 m² grond, eigendom van Infrabel, werd ingenomen. Infrabel ging hier voorafgaand mee akkoord.
Deze inname is als volgt te motiveren:
Op 2 maart 2021 kreeg de Stad van Infrabel de toelating om deze zone te gebruiken voor het plaatsen van de omheining, geldig voor de periode van 8 maart 2021 tot 31 december 2021.
Op 13 juli 2021 werd een schattingsverslag opgemaakt door het Federaal Comité tot aankoop van onroerende goederen, waarbij de waarde van deze oppervlakte grond werd geraamd op € 78.000,00.
Met brief van 29 juli 2021 laat Infrabel aan de Stad weten dat zij bereid zijn om deze grond, met een oppervlakte van 2.047,14 m², zoals aangeduid met gele kleur op het indicatief plan van meting, voorstel grenzen Knapen Zeebrugge, opgemaakt op 22 februari 2021, door het landmeetkundig bureau Daeninck-Audenaert, te verkopen.
Gelet op het toekomstige publieke karakter van de site wordt door Infrabel een prijsvoorstel aan de Stad gedaan van € 78.000,00. Het prijsvoorstel is geldig tot 30 september 2021, onder voorbehoud van de goedkeuring van de beslissingsorganen bij Infrabel.
Op 30 augustus 2021, werd een definitief opmetingsplan opgemaakt door het landmeetkundig bureau Daeninck-Audenaert op basis van de werkelijke toestand, na de plaatsing van de afsluiting. De ingenomen grond heeft een oppervlakte van 2.028,86 m².
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd akkoord te willen gaan met deze aankoop.
De coronacrisis en de diverse ministeriële besluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus te beperken, hebben vrijwel een directe impact op de economische en financiële situatie voor bedrijven en ondernemers. In het bijzonder wordt de sector getroffen die rechtstreeks gelinkt is aan de horeca en het uitstallen van terrassen in het algemeen.
Het College is bijgevolg van oordeel dat de fiscale steunmaatregelen slagkrachtig en voldoende sterk moeten zijn om de getroffen sector te ondersteunen en te bevorderen waar mogelijk.
De intrekking van de terrasbelasting voor de resterende maanden van het jaar 2021 biedt alle exploitanten van terrassen extra financiële ademruimte. Het College wenst met dit voorstel van beleidswijziging de getroffen sector verder maximaal te ondersteunen.
Aan de gemeenteraad wordt bijgevolg goedkeuring gevraagd.
In artikel 4§1, 4§2 en 4§3 van het belastingreglement op het gebruik van de openbare weg wordt de verwijzing naar de belastbare periode voor het aanslagjaar 2021 telkens geschrapt.
De gecoördineerde versie van het belastingreglement wordt door de gemeenteraad vastgesteld en goedgekeurd.
De wijziging vermeld in artikel 1 van dit besluit treedt in werking op 30 september 2021.
Raadslid Geert Van Tieghem komt tussen.
Schepenen Mercedes Van Volcem en Franky Demon antwoorden.
Omschrijving van de aanvraag
Met voorliggende aanvraag wenst men de recent verworven gronden langs het Veltembos aan te leggen als een openbaar park. In de aanvraag wordt ook de (her)aanleg van het fietspad dat langs het Veltembos loopt, over het volledige traject van de Veltemweg ter hoogte van camping Memling tot de Veltemweg ter hoogte van SASK.
Het park bestaat uit verschillende onderdelen en is voornamelijk een uitbreiding van het bos waarop wordt aangesloten.
Aan de noordelijke zijde wordt een natte zone aangelegd met een vlonderpad. Het bestaande bosje aan deze zijde van het terrein wordt voor een stuk uitgebreid. Op deze manier is er een ruime groene buffer ten opzichte van de woningen in de Fortuinstraat. Aan de zijde van de school wordt een verhoogde berm met beplanting aangelegd.
Meer naar het zuiden, in de richting van de bestaande speeltuin aan Mispelbilk wordt een boomgaard aangeplant. De boszone die aanwezig is ter hoogte van de Blauwvoetstraat wordt in oostelijke richting uitgebreid. Op het uiteinde wordt met reliëfwijzigingen gespeeld en wordt ook een aanplant van bomen voorzien.
Langs de zuidzijde wordt een fietspad aangelegd dat loopt van Ijzerland tot aan Mispelbilk. Er wordt voor alle straten die hierop uitkomen een aantakking voorzien. Verder wordt ook het fietspad dat langs de volledige contour van het bos loopt verhard zodat het gebruiksvriendelijker is voor de vele fietsers. Er wordt een aansluiting gemaakt vanuit Zandtiende op dit fietspad.
De zaak der wegen van de aanvraag bestaat uit het volgende:
Er wordt een fietspad aangelegd dat loopt vanaf de bestaande aansluiting op de Veltemweg ter hoogte van Camping Memling tot de bestaande aansluiting op de Veltemweg ter hoogte van SASK. Het fietspad loopt langs de contouren van het bos. Verder wordt een tweede fietspad aangelegd aan de zuidzijde van het terrein, waarop de verschillende doodlopende straten op aantakken, zoals Ijzerland, Felix Timmermansstraat, Blauwvoetstraat en Mispelbilk. Er wordt een aansluiting voorzien op Zandtiende met een keerpunt voor de vuilniswagen.
Het begrip rooilijn wordt gedefinieerd als “de huidige of toekomstige grens tussen de openbare weg en de aangelande eigendommen, vastgelegd in een rooilijnplan. Als een rooilijnplan ontbreekt, is de rooilijn de huidige grens tussen de openbare weg en de aangelande eigendommen” (art. 2, 12° Decreet Gemeentewegen).
Bij de aanvraag is een plan met de nieuwe rooilijnen toegevoegd: “BA-Zandtiende Sint-Kruis-Uitbreiding Veltem-Park Veltem_I_N”. Op dit plan is het toekomstige openbaar domein aangeduid. De grenzen van dit openbaar domein zijn de rooilijnen. De volledige site wordt opgenomen in het openbaar domein.
De zaak der wegen omvat meer dan enkel de eigenlijke wegzate. De bevoegdheid van de gemeenteraad strekt zich uit over het tracé en de uitrusting van gemeentewegen, inclusief alle aanhorigheden bij een gemeenteweg, o.a. de trottoirs, de inrichting van de (eventuele) parkeerplaatsen, de ligging, aansluiting en de materialen van de nutsleidingen (rioleringen) en van de aan te leggen groenvoorzieningen, de ligging, breedte en diepte van de nieuw te delven gracht naast de nieuw ontworpen weg, de afwatering, waterzuivering, noodzakelijke uitbreiding van maatschappelijke infrastructuur, … (zie MvT, Parl.St. Vl.Parl. 2018-19, nr. 1847/1, 43).
Het tussen de rooilijnen gelegen gedeelte van de site, wordt ingericht als volgt:
Aan de noordelijke zijde wordt een natte zone aangelegd met een vlonderpad. Het bestaande bosje aan deze zijde van het terrein wordt voor een stuk uitgebreid. Op deze manier is er een ruime groene buffer ten opzichte van de woningen in de Fortuinstraat. Aan de zijde van de school wordt een verhoogde berm met beplanting aangelegd.
Meer naar het zuiden, in de richting van de bestaande speeltuin aan Mispelbilk wordt een boomgaard aangeplant. De boszone die aanwezig is ter hoogte van de Blauwvoetstraat wordt in oostelijke richting uitgebreid. Op het uiteinde wordt met reliëfwijzigingen gespeeld en wordt ook een aanplant van bomen voorzien.
Langs de zuidzijde wordt een fietspad aangelegd dat loopt van Ijzerland tot aan Mispelbilk. Er wordt voor alle straten die hierop uitkomen een aantakking voorzien. Verder wordt ook het fietspad dat langs de volledige contour van het bos loopt verhard zodat het gebruiksvriendelijker is voor de vele fietsers. Er wordt een aansluiting gemaakt vanuit Zandtiende op dit fietspad.
Voor een meer uitgebreide beschrijving kan worden verwezen naar het aanvraagdossier, en in het bijzonder naar het inplantingsplan, de diverse detailplannen en het ontwerp bestek.
Het verzoek tot aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de rooilijn is conform artikel 12, §2 van het Gemeentwegendecreet geïntegreerd in een aanvraag tot omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden, voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens het decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.Beoordeling
De gemeenteraad heeft kennis genomen van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
Er werden diverse bezwaren ingediend die betrekking hebben op het openbaar domein en bijgevolg onder de bevoegdheid van de gemeenteraad vallen. Deze worden hieronder beoordeeld.
Er worden diverse suggesties gedaan voor aanpassingen aan het voorliggende ontwerp:
In kader van de inrichting van park Steevens werd er ingezet op natuurherstel en het behoud en versterken van bestaande elementen en de identiteit van het terrein. Genieten tussen bos en natuur staat centraal in het ontwerp en de inrichting van het park. In kader hiervan is de invulling van het park vrij. Het is een zone met open ruimtes waar mensen kunnen genieten. Er wordt bewust de keuze gemaakt om weinig/geen verplichte invullingen te voorzien.
Zo wordt de zone aan Zandtiende ingericht als boomgaard. Ten noorden van de boomgaard komt een zone natte natuur met een vlonderpad. Bosuitbreiding van Veltembos, het geboortebos en bestaand bosje aan Fortuinstraat.
Het openbaar domein oordeelde dat er geen behoefte was voor het voorzien van petanque plein gelet op de aanwezigheid van petanque pleinen in de directe omgeving
Zone II wordt conform het beplantingsplan aangeplant met heesterplanting Corylus avelana (hazelaar) Crataegus monogyna (éénstijlige meidoorn) Virburnum opulus (Gelderse roos), Cornus sanguinea (rode kornoelje) en enkele vrijstaande linden bomen die op ruim voldoende afstand ten opzichte van private eigendommen worden aangeplant.
Tussen de private perceelsgrens en de heesterbeplanting zal er een vrije onderhoudsstrook worden voorzien van 2 meter breedte.
Park Steevens is ten noorden van de woningen in de Felix Timmermansstraat gelegen, de uitbreiding van het bestaande geboortebos zone III is op meer dan 12 meter van het dichtste perceel gelegen en op meer dan 15 meter van de gevel van de woning. Gelet op de oriëntatie van de woningen ten opzichte van Park Steevens en de afstand tussen de eigendommen en de uitbreiding van het geboortebos (zone III) zal deze aanplanting geen impact hebben op de lichtinval op/in de woningen.
De aanleg van een hondenloopweide past niet in het concept van het park dat door de aanleg aansluit op het bos. In kader van een veilige schoolomgeving voor de scholen in de buurt is een hondenloopweide niet wenselijk. Er wordt ook verwezen naar de bestaande hondenloopweides aan Ryckeveldebos en aan de Gulden Kamer in de Geralaan. Er is geen directe behoefte of nood om een hondenloopweide aan te leggen in park Steevens.
De keuze om een keerpunt aan te leggen op het einde van Zandtiende is puur verkeerstechnisch. Dit keerpunt is noodzakelijk voor de vuilniswagen. Standaard rijdt de vuilnisophaling achterwaarts een doodlopende straat in. Het kruispunt Zandtiende – Fortuinstraat – Sint-Kruisstraat – Collegestraat is echter niet geschikt om Zandtiende achterwaarts in te rijden. Dit zou tot gevaarlijke situaties en een onnodige opstopping op het kruispunt leiden.
Momenteel is dit keerpunt ook reeds aanwezig. Met de nieuwe aanleg wordt dit beter georganiseerd en beperkt. Verder zal er parkeerverbod gelden op dit punt, zodat dit steeds autovrij blijft.
Dolomiet is ook verharding, na verloop van tijd is dit ook niet langer waterdoorlatend. Er is voor betonverharding gekozen omdat dit naar beheer en onderhoud beter is dan dolomiet. De betonverharding verhoogt ook het fietscomfort, wat een belangrijke meerwaarde en een noodzaak is voor een fietspad dat dagelijks veelvuldig gebruikt wordt.
De keuze van de locatie voor de fietsenstallingen vloeit voort uit de bestaande situatie. Op deze locatie is reeds verharding aanwezig. Met een zeer beperkte uitbreiding van de verharding hier wordt er ruimte gecreëerd voor de fietsenstallingen. Indien deze op een andere locatie worden voorzien, heeft dit tot gevolg dat er meer verharding noodzakelijk zal zijn wat niet wenselijk is. Het plaatsen van een vuilbak naast de fietsenstallingen zal mogelijk sluikstort tegengaan.
De zone op het einde van de straat maakt geen deel uit van de rijweg, maar van het voetpad. Deze zone dient dus niet om op de manoeuvreren. Het plaatsen van fietsenstallingen heeft geen impact op de ligging van de bestaande rijweg.
De gemeenteraad is van oordeel dat de voorgestelde ligging, breedte en uitrusting van de gemeenteweg een geschikte en aanvaardbare invulling geeft aan het openbaar domein.
Toetsing aan de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
De in artikel 3 van het gemeentewegendecreet vernoemde doelstellingen zijn:
In het voorliggende dossier worden enkele nieuwe trage wegen uitgebouwd. Door deze nieuwe wegenissen op het bestaand wegennetwerk aan te sluiten wordt de uitbouw van een lokaal, veilig wegennet gegarandeerd. Hierbij werd een goed fiets- en wandelnetwerk uitgebouwd, waarbij rekening gehouden werd met alle noodzakelijke aspecten, zoals een comfortabele ondergrond, een voldoende brede wegenis, wenselijke bochtstralen e.d.m. Deze wegenissen beschermen het lokaal fijnmazig netwerk van trage wegen en betekenen een grote meerwaarde voor de omgeving. De aanvraag beantwoordt dan ook positief aan artikel 3 van het decreet gemeentewegen.
De in artikel 4 van het gemeentewegendecreet vernoemde principes zijn:
De nieuwe paden zorgen voor een veilige doorwaadbaarheid, waardoor de voorziene werken zeker ten dienste van het algemeen – publiek belang dienen (punt 1). Bij de detailuitwerking werd ook aandacht besteed aan het ontvlechten van gemotoriseerd verkeer en zacht verkeer, dit zowel binnen het domein als naar de aansluiting op het bestaand openbaar domein – de omliggende straten. Dit komt de verkeersveiligheid ten goede (punt 3). De andere principes zijn bij voorliggend dossier niet van toepassing. Op basis van de afgetoetste criteria wordt artikel 4 van het decreet gemeentewegen positief beantwoord.
Wij adviseren deze aanvraag gunstig, op voorwaarde dat de nodige aanpassingen nog gebeuren op het plan (plaatsen van een extra E1-bord en aanpassen van twee ingetekende E1-borden aan de kant van Zandtiende, zie bijgevoegd plan).
Deze aanpassingen zullen niet op het plan worden ingetekend, maar worden als voorwaarde opgelegd.
Het voorstel is bijgevolg in overeenstemming met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
Er wordt kennis genomen van de bezwaren die werden ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
Er werden 5 bezwaarschriften ingediend.
Bezwaren waarin de zaak der wegen en de toetsing aan het gemeentewegendecreet zijn opgenomen dienen beoordeeld te worden door de gemeenteraad.
De gemeenteraad
Zie verslag in bijlage.
Aan Dhr. Pascal Van Neder (Sint-Pieterskaai 46, 8000 Brugge) wordt een toelage van 18.750,00 euro toegekend als stadstussenkomst voor de herstellingswerkzaamheden aan de straatgevel van het pand Sint-Pieterskaai 46, 8000 Brugge.
Deze kunstige herstelling wordt beschouwd als zijnde uitgevoerd wegens openbaar nut.
De stadstoelage wordt slechts uitbetaald na het verlijden van een akte van erfdienstbaarheid "non-modificandi" op de gerestaureerde delen. Deze akte zal ook voorzien dat de stad Brugge het recht heeft om de nodige werken uit te voeren op kosten van de eigenaars die hun verbintenissen niet naleven. De kosten van deze akte vallen voor de helft ten laste van het stadsbestuur.
Ingeval van verkoop van het gebouw binnen een periode van 10 jaar na datum van uitbetaling van de toelage, is deze integraal terug te betalen door de verkrijger. De erfdienstbaarheid "non-modificandi" blijft gevestigd.
Deze uitgave zal benomen worden op beleidsitem BI072000, actie SA00584, rekening 66420100 2021.
Raadslid Geert Van Tieghem komt tussen.
Schepen Franky Demon antwoordt.
Sport promoten in alle vormen blijft een prioriteit van het Brugse stadsbestuur. Hierbij kunnen samenwerkingen met andere Brugse sportpartners een meerwaarde zijn.
De sportdienst stelt dan ook voor om, cfr. het project "Jong Ding" van de jeugddienst, het Haags Sportinitiatief, ... een project op te ondersteunen waarbij de stad zal optreden in de rol van regisseur en we de kans geven aan Brugse clubs en/of particulieren om hun eigen innovatieve projecten voor de Brugse bevolking te realiseren. Geïnteresseerden kunnen een vernieuwend sportief project indienen bij de sportdienst om de Bruggeling aan te zetten tot sport en bewegen.
Bedoeling is om maximaal gebruik te maken van de know-how en expertise die voorhanden is bij de Brugse clubs, verenigingen en particulieren en hen te ondersteunen (op promotioneel en financieel vlak) bij de organisatie van nieuwe sportieve initiatieven.
Door te werken met een duidelijk en eenvoudig systeem van aanvraag willen we de drempels maximaal verlagen voor het uitwerken en opstarten van deze projecten.
Projecten worden gequoteerd op verschillende criteria met een nadruk op innovatie, bereik, organisatie en duurzaamheid.
Het reglement 'Brugge Sport' voor het ondersteunen van nieuwe Brugse sport- en beweeginitiatieven in de opstartfase wordt goedgekeurd.
Raadsleden Stefaan Sintobin en Doenja Van Belleghem komen tussen.
Schepen Philip Pierins antwoordt.
Brugge Plus heeft een ontwerp van huurovereenkomst bezorgd aan BHC. Deze huurovereenkomst zal ondertekend worden samen met de aangepaste overeenkomst tussen stad Brugge en BHC.
De aanpassingen in de overeenkomst zijn noodzakelijk om de nieuwe looptijd van de huurovereenkomst (nl 6 jaar) en de nieuwe constellatie te borgen, nl het feit dat de stad Brugge de opdracht heeft gegeven aan Brugge Plus om de kerstmarkt te realiseren en te verhuren aan BHC.
De aanpassingen zijn te lezen onder punt 5 - Relatie Brugge Plus en BHC.
5.1 | Brugge Plus vzw levert - op vraag van de stad Brugge - het ontwerp voor een grondige herwerking van het concept (het “ontwerp” – zie bijlage 2), de opstelling en de aankleding van de kerstmarkt (ter uitvoering van het Collegebesluit dd. 17 mei 2021). |
5.2 | Brugge Plus vzw koopt de betrokken constructies en meubilair aan en zal deze verhuren aan BHC (ter uitvoering van het Collegebesluit dd. 17 mei 2021). De afspraken over de huur maken het voorwerp uit van een afzonderlijke overeenkomst tussen Brugge Plus vzw en BHC (zie bijlage 3). |
5.3 | Brugge Plus vzw staat voor de editie 2021-2022 in - op vraag van de stad Brugge - voor de concrete realisatie van het ontwerp (alsook voor de kwaliteitsbewaking tijdens de editie 2021-2022). BHC blijft integraal verantwoordelijk voor de uitbating. De wijze waarop kwaliteitsbewaking en toezicht gebeuren, maken deel uit van een gedetailleerde rider die Brugge Plus ter beschikking zal stellen van BHC. |
5.4 | BHC zal, onder toezicht van Brugge Plus vzw, voor de daaropvolgende edities (minstens edities 2022-2023, 2023-2024, 2024-2025 en 2025-2026) instaan voor de concrete realisatie van het ontwerp. De stad Brugge zal op aangeven van Brugge Plus vzw een rider en draaiboek ter beschikking stellen van BHC met richtlijnen tot realisatie van het ontwerp. Brugge Plus vzw blijft - op vraag van de stad Brugge - instaan voor de kwaliteitsbewaking voor de edities 2022-2023, 2023-2024, 2024-2025 en 2025-2026. |
5.5 | Het detailplan van alle kramen en alsook de voorgenomen inplanting en realisatie vanaf editie 2022-2023 wordt vooraf ter goedkeuring aan het College van Burgemeester en Schepenen van de stad Brugge voorgelegd. De stad Brugge kan steeds – op aangeven van Brugge Plus vzw, dewelke instaat voor de kwaliteitsbewaking – BHC bevelen de inplanting en realisatie te wijzigen en te conformeren aan het ontwerp, dan wel BHC bevelen de opstelling van kraampjes te conformeren aan bovenvermelde richtlijnen (punt 5.4). |
De gemeenteraad keurt de aangepaste overeenkomst kerstmarkt tussen BHC en stad Brugge goed.
Na een prinicipiële beslissing van de gemeenteraad volgt altijd een openbaar onderzoek. Tijdens een periode van 30 dagen kunnen burgers of organisaties opmerkingen maken. Dit openbaar onderzoek leverde geen reacties op.
De Culturele Raad keurde op 22/07/2021 de nieuwe straatnamen goed.
De gemeenteraad keurt volgende straatnamen definitief goed:
1. Verkaveling Brugge Centrum:
Twee nieuwe straten in de verkaveling nabij de Groenestraat:
Advies: Roger Morsastraat, Verzetsman WOII, 1909-1950 en Simonne Danneelsstraat, Verzetsvrouw WOII, 1922-2004.
2. Uitbreiding project Nieuw Brugge, nabij het station:
De bestaande straten, de Hendrik Brugmansstraat en de Chantrellstraat worden verlengd.
3. Namen voor fietspaden die niet naast een openbare weg gelegen zijn:
Fietspad tussen Krakeleweg en Pathoekeweg: Spinnerijpad.
De beslissing is noodzakelijk om de Raad van Bestuur te vervolledigen.
Jasper Pillen wordt aangeduid als lid van de Raad van Bestuur van Brugge Plus vzw.
Het aangepast ontwerpdossier zal de verplichte variante bevatten zoals beschreven in bijlage.
De gemeenteraad keurt het aangepast ontwerp voor de verbouwing van de Erfgoedfabriek goed.
Raadslid Martine Bruggeman komt tussen.
Schepen Minou Esquenet antwoordt.
Het vernieuwen van de technieken van de Groeningemuseum moet prioritair behandeld worden vanwege volgende argumenten:
Het vernieuwen van de installatie impliceert een serieuze CO2 reductie: ten opzichte van de oude installatie wordt de jaarlijkse energiebesparing geschat op 54,9 ton CO2, per jaar. Dit is een equivalent van 8,5 voetbalvelden bos.
De prijzen werden onderzocht en worden als realistisch en aanvaardbaar beschouwd. De offerte van Fluvius is een raming. De aanbesteding gebeurt volgens de wetgeving overheidsopdrachten en zal leiden tot concurrentiële prijzen die -hopelijk- lager liggen dan de geraamde offerte. De dienst FAB zal voor dit dossier ook optimaal op zoek gaan naar mogelijke subsidies.
In de globale raming van het museumdossier werd een bedrag van 810.000 euro voorzien voor de vernieuwing van de technische installaties van het Groeningemuseum. De meerkost van deze renovatie ten opzichte van het geraamd budget zal gecompenseerd worden binnen het totale projectbudget voor de realisatie van de Kunst en Museumsite. De noodzakelijke budget-technische aanpassingen zullen, in het licht van een herziening van het meerjarenplan in 2022, in een aparte nota voorgelegd worden aan het college van burgemeester en schepenen.
De gemeenteraad keurt de renovatie van de technische installaties van het Groeningemuseum en aanpalende gebouwen, Dijver 12, 8000 Brugge via de kaderovereenkomst tussen Stad Brugge en Fluvius (verlengd bij Gemeenteraadsbeslissing dd. 31 mei 2021) goed en ondertekent het projectcontract.
Dit krediet ten belope van 1.652.187,48 euro incl. btw wordt als volgt benomen: 27000007 - BI070000 - SA00931 - PR00001 - UD045.
Raadslid Geert Van Tieghem komt tussen.
Schepenen Pieter Marechal en Pablo Annys antwoorden.
De verhoging van de tweede pensioenpijler kent twee oorzaken :
Sectoraal akkoord 2020
De huidige bijdrage is 2,5%: dit is sinds 2020 verhoogd, in het licht van de koopkrachtverhoging naar aanleiding van het sectoraal akkoord, zoals na te lezen in het gekoppelde dossier.
Korting op de responsabiliseringsbijdrage
Het huidige dossier wordt voorgelegd om de tweede pensioenpijler verder op te trekken naar 3 %.
In de onderhandelingen over de wijzigingen aan de rechtspositieregeling voor de personeelsleden van stad Brugge was reeds afgesproken dat de bijdrage voor de tweede pensioenpijler voor de contractuele personeelsleden in 2021 wordt verhoogd tot 3%. Dit houdt niet enkel verband met verkleinen van het verschil tussen het pensioen van een vastbenoemde en een contractuele medewerker, maar verzekert de stad ook van een verdere korting op de responsabiliseringsbijdrage.
Kort de historiek van de tweede pensioenpijler : de stad voorziet al in een tweede pensioenpijler sinds 2010. Toen is beslist dat 2% van de loonmassa van contractuele personeelsleden wordt bijgedragen in een groepsverzekering om zo te voorzien in een aanvullend pensioen.
Zo wordt het verschil tussen het pensioen van een vastbenoemde medewerker en dat van een contractuele medewerker, kleiner. (Studies uitgevoerd in 2010 wezen uit dat ook met deze beperkte bijdrage een contractuele medewerker die zijn hele loopbaan bij een openbaar bestuur werkt, een gelijk pensioenbedrag zal ‘verdiend’ hebben als zijn vastbenoemde collega in diezelfde volledige loopbaan.)
Sindsdien is de financiering van de pensioenen van vastbenoemde medewerkers, die bij lokale besturen ten laste is van het lokaal bestuur zelf, onder druk komen staan.
Deze financiering gebeurt hoofdzakelijk door de werkgeversbijdragen (de pensioenbijdragen) op de lonen van de actieve vastbenoemde medewerkers: met deze bijdragen worden de pensioenen van de gepensioneerde ambtenaren van het eigen bestuur betaald.
Vanuit deze bijdragen kon bij de Federale Pensioendienst een reserve worden opgebouwd: op momenten waarop de actuele bijdragen van het lokaal bestuur tekort schoten, werd bijgepast vanuit deze reserve. De reserves die tot en met 2011 bij de pensioendienst zijn opgebouwd om deze pensioenen te betalen, slinken ondertussen zienderogen. Dit valt gedeeltelijk te wijten aan de keuze van besturen om minder of niet meer te kiezen voor een vaste benoeming, waardoor er ook geen hoge pensioenbijdragen meer de reserve spijzen.
Daarom is in 2012 de responsabiliseringsbijdrage in het leven geroepen: besturen die met hun pensioenbijdragen de kosten voor ‘hun’ pensioenen niet meer kunnen afdekken, moeten deze bijkomende bijdrage betalen. Ook bij Stad Brugge voldoen de patronale pensioenbijdragen niet en wordt de responsabiliseringsbijdrage aangerekend.
De Federale Pensioendienst maakt jaarlijks een rekenoefening: zij berekenen het verschil tussen de pensioenlast (wat kosten de pensioenen van de gepensioneerde ambtenaren van Stad Brugge) en de pensioenbijdragen (wat zijn de inkomsten aan patronale bijdragen van de actieve vastbenoemde medewerkers). Het is dit verschil dat in principe moet worden bekostigd met de responsabiliseringsbijdrage.
Momenteel zijn er voldoende reserves bij de Federale Pensioendienst om 50% van deze responsabiliseringsbijdrage af te dekken.
In de feiten moet een lokaal bestuur dus maar effectief 50% van de responsabiliseringsbijdrage betalen.
(Ter info: De eigen bijdrage van de gemeentebesturen wordt de komende jaren opgetrokken.)
In 2018 is vervolgens beslist door de Federale Pensioendienst dat er nog een extra korting kan worden bekomen indien de bijdrage voor de tweede pensioenpijler voor contractuele medewerkers hoog genoeg is. De minimumbijdrage wordt vastgelegd op 2% vanaf 2020 en op 3% vanaf 2021.
Het betreft een extra korting van 50% op het reeds verminderde bedrag van de responsabiliseringsbijdrage.
Ter illustratie: in 2021 betalen we de factuur voor de responsabiliseringsbijdrage voor 2020. Deze is pas gekend eind september 2021, maar in juli is reeds een raming bezorgd door de Federale Pensioendienst, die hier wordt gebruikt:
De pensioenlast voor 2020 is in juli 2021 geraamd op 18.592.247 euro.
De patronale pensioenbijdragen 2020 is in juli 2021 geraamd op 10.088.878 euro.
De responsabiliseringsbijdrage zal in deze raming bijgevolg 8.503.368 euro bedragen.
50% van dit bedrag wordt gefinancierd met de historische reserve. De factuur wordt bijgevolg verminderd tot 4.251.684 euro.
Met het verhogen van de tweede pensioenpijler met nog 0,5% vanaf 2021, een uitgave van 171.000 euro op jaarbasis, zal de factuur nogmaals gehalveerd worden en zal deze maar 2.125.842 euro meer bedragen.
We brengen ook onder de aandacht dat deze verhoging met opnieuw een half procent vanzelfsprekend ten goede komt van de groeiende groep contractuele medewerkers, die zo hun aanvullend pensioen opnieuw sneller zien aandikken.
Het betreft hier een investering van ‘slechts’ 171.000 euro op jaarbasis ten goede van deze medewerkers, om een besparing voor de organisatie te realiseren van meer dan 2 miljoen euro. Dat is een zichzelf snel terugverdienende investering.
In bijlage zijn de ramingen van de Federale Pensioendienst voor het huidige MJP bijgevoegd.
Tenslotte, de meerkost voor het verhogen van de tweede pensioenpijler is reeds opgenomen in het personeelsbudget bij opmaak van het initieel meerjarenplan, dat in diezelfde periode is voorbereid waarin deze berichtgeving van de federale pensioendienst is gekomen. Er dient bijgevolg geen verhoging van het personeelsbudget te worden voorzien.
De bijdrage in de groepsverzekering voor de pensioenen van de contractuelen, de zogenaamde tweede pensioenpijler, wordt vanaf 1 januari 2021 3%.
De formatie van cluster cultuur/musea/raakvlak bestaat uit 2 gedeelten: enerzijds is er het stadspersoneel, anderzijds is er het contractuele luik, dat voorzien wordt voor zolang er subsidiëring voor kan worden aangesproken. De formatie wordt future proof gewijzigd: een aantal wijzigingen wordt voorgesteld om meteen in te gaan, één wijziging hangt samen met een pensionering in oktober 2023.
De onderverdeling en de fasering is volledig budgetneutraal.
De formatie van het stadspersoneel wijzigt als volgt:
Raakvlak - stadspersoneel | ||||||
Functies | Aantal huidig kader | Aantal nieuwe formatie | niveau | motivatie | beslissing |
|
Archeoloog | 2 | 0 | A1a-A2a | Wijziging functietitel van archeoloog naar erfgoeddeskundige | Vraag tot formatiewijziging |
|
Erfgoeddeskundige | 0 | 2 | A1a-A2a | Wijziging functietitel van erfgoeddeskundige naar archeoloog | Vraag tot formatiewijziging |
|
Coördinator | 1 | 0 | A1a-A2a | Wijziging functietitel van coördinator naar diensthoofd Raakvlak | Vraag tot formatiewijziging |
|
Diensthoofd Raakvlak | 0 | 1 | A1a-A2a | Wijziging functietitel coördinator | Vraag tot formatiewijziging |
|
Administratief medewerker | 0,5 | 0,6 | C1-C3 | 0,6 VTE = nieuwe vaste formatie, de verhoging met | Vraag tot formatiewijziging |
|
Publieksmedewerker | 0 | 0,5 | B1-B3 | 0,5 VTE = nieuwe vaste formatie, dit wordt gefinancierd door het schrappen van 1 VTE arbeider. | Vraag tot formatiewijziging |
|
Arbeider | 2 | 1 | E1-E3 | Schrappen 1 VTE functie uit formatie bij pensionering (2021). | Vraag tot formatiewijziging |
|
In oktober 2023 gaat een technisch assistent met pensioen. De functie wordt uitdovend en vanaf de pensionering wordt voorzien in:
Raakvlak - stadspersoneel vanaf oktober 2023 (bij pensionering van 1 technisch assistent) | |||||
Technisch Assistent | 2 | 1 | D1-D3 | Schrappen 1 VTE functie uit formatie bij pensionering. Uitdovend tot dat moment. | Vraag tot formatiewijziging |
Digitaliseringsdeskundige | 0 | 0,8 | B1-B3 | 0,8 VTE = nieuwe vaste formatie Deze functie wordt gefinancierd met middelen van 1 VTE technisch assistent. | Vraag tot formatiewijziging |
Het contractueel kader wordt als volgt gewijzigd:
Raakvlak – contractueel kader | |||||
Administratief medewerker | 0 | 0,4 | C1-C3 | 0,4 VTE = afhankelijk middelen Raakvlak | Vraag tot formatiewijziging |
Publieksmedewerker | 0 | 0,5 | B1-B3 | 0,5 VTE = afhankelijk van gemeentebijdragen | Vraag tot formatiewijziging |
Digitaliseringsdeskundige | 0 | 0,2 | B1-B3 | 0,2 VTE = afhankelijk middelen Raakvlak. | Vraag tot formatiewijziging |
Archeoloog | 4 | 0 | A1a-A2a | Naamswijziging functietitel archeoloog naar erfgoeddeskundige 4 VTE = afhankelijk van middelen Raakvlak | Vraag tot formatiewijziging |
Erfgoeddeskundige | 0 | 3 | A1a-A2a | Naamswijziging functietitel archeoloog naar erfgoeddeskundige 3 VTE = afhankelijk van middelen Raakvlak | Vraag tot formatiewijziging |
Adjunct - Erfgoeddeskundige | 0 | 2 | B1-B3 | 1 VTE = afhankelijk van middelen Raakvlak 1 VTE = afhankelijk van middelen Intergemeentelijk Onroerend Erfgoeddienst (IOED) | Vraag tot formatiewijziging |
De gemeenteraad verleent goedkeuring aan de voorgelegde formatiewijziging van cluster cultuur/musea/raakvlak gelet op het gunstig advies van het b(a)oc op 1 juni 2021.
Raadslid An Braem interpelleert over evaluatie van het seizoen in Zeebrugge.
Burgemeester Dirk De fauw en schepen Mercedes Van Volcem antwoorden.
Raadslid Sandra Wintein interpelleert over verdwenen zeehavens, een opportuniteit voor Brugge.
Raadslid Andries Neirynck komt tussen.
Schepenen Nico Blontrock en Pablo Annys komen tussen.
Raadslid Nele Caus interpelleert over nieuwe Brugse beleidsvisie inzake winkel en horeca-aanbod.
Raadslid Stefaan Sintobin interpelleert over Brugs winkelplan.
Schepenen Franky Demon en Pablo Annys antwoorden.
Raadslid Stefaan Sintobin interpelleert over de beslissing om uitgebreide terrassen te laten staan.
Burgemeester Dirk De fauw antwoordt.
Raadslid Karin Robert interpelleert over de aankoop van CO2 meters.
Raadslid Geert Van Tieghem komt tussen.
Schepen Jasper Pillen antwoordt.
Raadslid Stefaan Sintobin interpelleert over eerste evaluatie van het WK tijdrijden.
Raadslid Nele Caus interpelleert over WK tijdrijden.
Burgemeester Dirk De fauw antwoordt.
De interpellatie van voorzitter Annick Lambrecht over fietspaden Moerkerksesteenweg Sint-Kruis werd schriftelijk beantwoord en vervalt.
Raadslid Stefaan Sintobin interpelleert over nieuw gewelddadig incident in Brugge.
Burgemeester Dirk De fauw antwoordt.
De interpellatie van voorzitter Annick Lambrecht over fietsroltapijten ‘t Zand werd schriftelijk beantwoord en vervalt.
Raadslid Andries Neirynck interpelleert over tunnel voor voetgangers en fietsers Diksmuidse Heirweg.
Burgemeester Dirk De fauw antwoordt.
Raadslid Andries Neirynck interpelleert over hoe pakken we de overlast bij voetbalmatchen aan?
Burgemeester Dirk De fauw antwoordt.
Raadslid Janos Braem interpelleert over NMBS.
Raadslid Pol Van Den Driessche komt tussen.
Burgemeester Dirk De fauw antwoordt.
De genomen beslissingen dienen goedgekeurd te worden door het College.
De gemeenteraad neemt kennis van het verslag van het MOVE-overleg van 25 augustus 2021 en van de beslissingen van het college d.d. 13 september 2021.
Vaststelling van de goedkeuring door de waarnemend gouverneur.
De gemeenteraad neemt kennis van de goedkeuring van de jaarrekening 2020 door de waarnemend gouverneur.
De financieel directeur heeft steeds een hoge frequentie in rapportering nagestreefd, nl. een kwartaalrapportering in combinatie met maandelijkse 'day to day' dashboards.
Deze rapportering zal nog bijgestuurd worden in functie van de verdere beschikbaarheid van informatie, de nog uit te breiden rapporteringsmogelijkheden en/of wensen van het bestuur.
Als bijlage presenteren we de rapportering van het 2e kwartaal 2021 betreffende:
- de thesaurietoestand, liquiditeitenevolutie en -prognose, beleggingen;
- de toestand van de schuld;
- evolutie van de budgetten en beheerscontrole;
- het visum van de financieel directeur;
- het debiteurenbeheer.
Er wordt kennis genomen van de decretale rapportering van de financieel directeur voor het 2e kwartaal 2021.