Terug
Gepubliceerd op 26/10/2021

2021_GR_00449 - Strategische cel - deelname Stad Brugge aan het lokaal energie- en klimaatpact Vlaanderen - goedkeuring.

Gemeenteraad
ma 25/10/2021 - 18:30 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Annick Lambrecht; Dirk De fauw; Mathijs Goderis; Mercedes Van Volcem; Franky Demon; Philip Pierins; Jasper Pillen; Nico Blontrock; Minou Esquenet; Pieter Marechal; Pablo Annys; Hilde Decleer; Yves Buysse; Martine Matthys; Paul Jonckheere; Jean-Marie De Plancke; Charlotte Storme; Dolores David; Jos Demarest; Pascal Ennaert; Sandrine De Crom; Mieke Hoste; Martine Bruggeman; Geert Van Tieghem; Sandra Wintein; An Braem; Heidi Hoppe; Karin Robert; Carlos Knockaert; Nele Caus; Raf Reuse; Karel Scherpereel; Doenja Van Belleghem; Joannes Logghe; Olivier Strubbe; Janos Braem; Benedikte Bruggeman; Dirk Barbier; Andries Neirynck; Chris Marain; Colin Beheydt

Afwezig

Wouter Bossuyt; Pol Van Den Driessche; Alexander De Vos; Stefaan Sintobin; Brigitte Balfoort; Sandra De Schuyter; Florian De Leersnyder

Secretaris

Colin Beheydt

Voorzitter

Annick Lambrecht
2021_GR_00449 - Strategische cel - deelname Stad Brugge aan het lokaal energie- en klimaatpact Vlaanderen - goedkeuring. 2021_GR_00449 - Strategische cel - deelname Stad Brugge aan het lokaal energie- en klimaatpact Vlaanderen - goedkeuring.

Motivering

Motivatie

Het lokaal energie- en klimaatpact (LEKP) hefboom voor de lokale klimaatdoelstellingen

De Stad Brugge heeft zich geëngageerd in het burgemeestersconvenant 2030, met de ambitie om tegen 2030 minstens 40% minder CO2 uit te stoten en tegen 2050 klimaatneutraal te zijn.  Er wordt een klimaatplan 2030 uitgewerkt om deze doelstellingen in concrete actie om te zetten. Dit klimaatplan wordt nog dit jaar aan de gemeenteraad ter goedkeuring voorgelegd. Het lokaal energie- en klimaatpact is een hefboom om extra financiële middelen te mobiliseren voor lokale klimaatactie.  Het is wenselijk dat de stad Brugge deze opportuniteit aangrijpt. 

Brugge voldoet aan de voorwaarden mits bijsturing

Volgende voorwaarden worden gesteld om in te kunnen stappen in het LEKP.

  • Het Burgemeestersconvenant 2030 te ondertekenen en uit te werken;
    • voldaan
    • In de gemeenteraad van juni 2020 werd het burgemeestersconvenant 2030 goedgekeurd, met de ambitie om binnen de 2 jaar een klimaatplan 2030 op te maken. Het klimaatplan 2030 is in opmaak en wordt nog dit jaar voorgelegd aan de gemeenteraad ter goedkeuring.
  • Een gemiddelde jaarlijkse primaire energiebesparing van minstens 2,09% te realiseren in hun eigen gebouwen (inclusief technische infrastructuur, exclusief onroerend erfgoed);
    • voldaan
    • De energieambtenaar geeft aan dat deze doelstelling haalbaar is, zij het niet lineair, het is afhankelijk van de gerealiseerde besparingstrajecten die niet elke jaar even intens zijn.  Er moeten evenwel voldoende middelen beschikbaar blijven om deze energiebesparingen te blijven realiseren.  
  • Een reductie van de CO2-uitstoot van de eigen gebouwen en technische infrastructuur met 40% in 2030 ten opzichte van 2015 te realiseren;
    • voldaan mist bijkomende inspanningen rond fossielvrij maken van ons energieverbruik.
    • Deze beoogde CO2-reductie is haalbaar, mits een versnelling van de renovatiegraad bij ons stedelijk patrimonium. Het volledige plaatje voor CO2 uitstoot, inclusief de uitstoot berekend voor elektriciteitsverbruik, bedraagt 7.130 ton CO2 in 2020 en dat is een daling van 20% t.o.v. 2011 (8.899 ton). Als de trendlijn van de voorbije 10 jaar verder gevolgd wordt in de toekomst zal er een daling van 37.9% gerealiseerd worden in 2030 (t.o.v. 2011).  Om een versnelde CO2 reductie te realiseren zal naast verdere renovatie van het patrimonium ook de vergroening van de elektriciteit en een versnelde investering in fossielvrije warmtevoorziening noodzakelijk zijn.   
  • Tegen ten laatste 2030 de openbare verlichting te verLEDden;
    • Voldaan
    • Fluvius is volop bezig met het voorzien van openbare LED-verlichting.  Er wordt verwacht dat de openbare verlichting tegen 2030 het ganse grondgebied omgevormd zal zijn  op LED.  
  • Het draagvlak voor hernieuwbare energie te verhogen, geen heffing op hernieuwbare energie installaties in te voeren en bestaande, zoals de heffing op pylonen van windmolens, af te bouwen tegen ten laatste 2025;
    • Niet voldaan
    • In de gemeenteraad van februari 2020 werd een reglement vastgesteld die een belasting van 2.500 Euro oplegt per mast en pyloon op Brugs grondgebied (https://www.brugge.be/masten-en-pylonen-belastingreglement-dd-18-februari-2020)  Dit reglement zorgde in 2020 voor een inkomst van 397.000 Euro, waarvan 112.000 door het belasten van 41 windmolens. Voor 2021 zullen 52 windmolens belast worden, wat een inkomst van 130.000 zal betekenen. De inkomsten van het LEKP bedragen minstens 490.000 euro per jaar. 
    • Om te voldoen aan deze voorwaarde van het LEKP wordt voorgesteld te onderzoeken om masten en pylonen die ingezet worden voor het winnen van hernieuwbare energie (oa. windturbines) vrij te stellen van deze taks vanaf 2025.  In de tussentijd kan de bestaande taks verder geïnd worden.   
  • Lokale warmte- en sloopbeleidsplannen op te maken;
    • in de gemeenteraad van mei 2021 werd een warmtezoneringskaart ter kennisgeving aan de gemeenteraad voorgelegd.  Deze warmtezoneringskaart zal als basis dienen voor het renovatie- en warmtebeleid ikv. de lokale klimaatdoelen. 
    • Een sloopbeleidsplan is nog niet beschikbaar maar wordt maar verwacht tegen 2030. De voorwaarden en modaliteiten voor een dergelijk sloopplan dienen nog verder uitgewerkt te worden door de Vlaamse overheid. 
  • Burgers, bedrijven en verenigingen te stimuleren om samen met het lokaal bestuur de concrete en zichtbare streefdoelen uit de 4 werven van het Pact te behalen.
    • De Stad Brugge heeft een communicatie- en mobilisatiecampagne lopende onder de noemer "Zorgen voor morgen begint vandaag, verminder samen met ons je CO2uitstoot".  Deze campagne kan en moet verder opgewaardeerd en versterkt worden.  

Wat met de belasting op pylonen en masten voor hernieuwbare energieprojecten ? 

Een van de voorwaarden van het LEKP is 'Het draagvlak voor hernieuwbare energie te verhogen, geen heffing op hernieuwbare energie installaties in te voeren en bestaande, zoals de heffing op pylonen van windmolens, af te bouwen tegen ten laatste 2025'.

Voor de belasting van toepassing op windmolens is het zo dat de stad Brugge in 2020 41 pylonen taxeerde. Voor het aanslagjaar 2021 en volgende stijgt dit naar 52 pylonen. De ontvangsten bedroegen dus 41 x 2.500 euro = 102.000 euro en stijgen voor de komende jaren dus naar 130.000 euro. Voor het overige vestigen we 111 taksen op de overige masten/pylonen = 277.500 euro.

Op de MJP 2020-2024 was initieel 240.000 euro per jaar voorzien. Voor 2021 tot 2025 is dit bedrag verhoogd tot 370.000 euro. 

Het belastingreglement is  de voorbije jaren het voorwerp geweest van diverse rechtspraak. Voorlopig lijkt de rechtspraak in het voordeel van de lokale besturen te zijn. De rechtspraak acht het verantwoordbaar dat een vrijstelling mogelijk is voor constructies die dienen voor de productie van windenergie of andere groene stroom, gelet op het milieuvriendelijk aspect ervan.

Om toch aan het LEKP te kunnen participeren wordt voorgesteld om het engagement aan te gaan om tegen 2025 te onderzoeken hoe hernieuwbare energieprojecten vrijgesteld kunnen worden van de bestaande belastingen op pylonen en masten.  In de tussentijd blijft de belasting van kracht.

Waar zitten we de extra middelen van het LEKP op in ? 

Met de opmaak van het klimaatplan 2030 ikv. het burgemeestersconvenant 2030 is een kader gecreëerd met 7 resultaatgebieden, concrete werkvelden en acties.  Het gaat om volgende resultaatgebieden 

  • Resultaatgebied 1: Brugge verwarmt en koelt fossielvrij
  • Resultaatgebied 2: Brugge is een hernieuwbare elektriciteitsstad
  • Resultaatgebied 3: Brugge verplaatst zich slim, fossielvrij en gezond
  • Resultaatgebied 4: Brugge produceert fossielvrij en circulair 
  • Resultaatgebied 5: Brugge Smaakt
  • Resultaatgebied 6: Brugge is klimaatrobuust
  • Resultaatgebied 7: Brugge organiseert zich op een klimaatneutrale toekomst voor iedereen

De 4 werven van het lokaal energie- en klimaatpact sluiten sterk aan met de resultaatgebieden die met het Brugse klimaatplan 2030 worden beoogd.  Deze werven vormen dan ook een hefboom om onze lokale klimaatdoelen te helpen realiseren.  We stellen dan ook voor om in te zetten op de 4 vermelde werven.  Daarnaast stellen we voor om een deel van de middelen in te zetten op het verhogen van de communicatie, mobilisatie van Bruggelingen, organisaties, bedrijven en het opzetten van samenwerkingsverbanden die één of meerdere werven ten goede komt. 

Opgelet: bij de goedkeuring van het LEKP wordt nog geen effectieve verdeling van de middelen gevraagd. Dit wordt pas in een latere fase gevraagd, van zodra het effectieve bedrag van het trekkingsrecht beschikbaar is (vanaf 1 december 2021).  Om toch een idee te hebben hoe deze middelen in Brugge zouden kunnen besteed worden is hieronder een indicatieve raming gemaakt op basis van een trekkingsrecht van 500.000 Euro.  Voor de cofinanciering wordt telkens het bestaande budget (op MJP 2020-2025) van de betrokken opvolgende dienst ingezet.

WerfProjectverantwoordelijke diensttotaal budgetfinanciering via LEKP (extra middelen)cofinanciering (bestaande middelen MJP 2020-2025aandeel
Werf 1: Laten we een boom opzetten (vergroening)





VergroeningstrajectenCluster Openbaar domein200.000100.000100.00020%
Werf 2: Verrijk je wijk (renovatie en hernieuwbare energie)





Deelproject 2a: wijkrenovatie en hernieuwbare energie externCluster omgeving KLIMID, ism woon-energieloket200.000100.000100.00020%

Deelproject 2b: Miniwarmtenetten stadspatrimonium en betrekken buurtcluster Facilitair Beheer150.00075.00075.00015%
Werf 3: Elke buurt deelt en is duurzaam bereikbaar (deelmobiliteit en laadinfrastructuur)





Dienst Mobiliteit100.00050.00050.00010%
Werf 4: Water het nieuwe goud (ontharding en waterbuffering)





OnthardingstrajectenCluster Openbaar Domein250.000125.000125.00025%
Overkoepelend: Brugge organiseert zich samen op de toekomst samen met de Bruggelingen 




deelproject 5a: betrekken van burgers/Bruggelingen/stakeholders bij de realisatie van de lokale klimaatdoelstellingen  Strategisch cel100.000
50.000
50.000
10%

Hoe volgen we het LEKP op ? 

De opvolging van het LEKP wordt verdeeld over de betrokken diensten en cluster en is een gedeelde verantwoordelijkheid. 

  • De betrokken diensten en cluster staan zelf in voor het bepalen waar deze middelen optimaal op ingezet worden voor het realiseren van de na te streven doelstellingen. Dit kan zowel gaan om personeels-, werkings- of investeringsmiddelen. 
  • De betrokken diensten staan in voor de cofinanciering van deze extra middelen door in het bestaande MJP aan te duiden welke middelen (minstens hetzelfde bedrag) ingezet kunnen als cofinanciering, ook hier kan het gaan om personeels-, werkings- of investeringsmiddelen. 
  • De betrokken diensten staan in voor de (minimale) rapportage via BBC (toevoegen van een projectcode ABB-LEKP).
  • De strategisch cel staat, naast het uitvoeren van de eigen projecten, in voor de algemene opvolging van het LEKP, in nauwe samenwerking met de betrokken diensten. 
  • De realisaties ikv het LEKP worden regelmatig gecommuniceerd en ingepast in de opvolging en communicatie van het klimaatplan 2030.

Besluit

De Gemeenteraad keurt eenparig het volgende besluit goed.
De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De stad Brugge keurt het Lokaal Energie- en Klimaatpact (LEKP) goed.  

Daarbij engageert de stad Brugge zich om te voldoen aan volgende randvoorwaarden:

  • Het Burgemeestersconvenant 2030 te ondertekenen en uit te werken.
  • Een gemiddelde jaarlijkse primaire energiebesparing van minstens 2,09% te realiseren in hun eigen gebouwen (inclusief technische infrastructuur, exclusief onroerend erfgoed).
  • Een reductie van de CO2-uitstoot van hun eigen gebouwen en technische infrastructuur met 40% in 2030 ten opzichte van 2015 te realiseren.
  • Tegen ten laatste 2030 de openbare verlichting te verLEDden.
  • Het draagvlak voor hernieuwbare energie te verhogen, geen heffing op hernieuwbare energie installaties in te voeren en bestaande, zoals de heffing op pylonen van windmolens, af te bouwen tegen ten laatste 2025.
  • Lokale warmte- en sloopbeleidsplannen op te maken.
  • Burgers, bedrijven en verenigingen te stimuleren om samen met het lokaal bestuur de concrete en zichtbare streefdoelen uit de 4 werven van het Pact te behalen.

Artikel 2

De stad Brugge verwerft een trekkingsrecht van  (minstens) 491 757 Euro, op voorwaarde van cofinanciering van hetzelfde bedrag.

Deze extra middelen worden ingezet op de 4 werven van het LEKP

  1. Laten we een boom opzetten (met projecten rond vergroening) 
  2. Verrijk je wijk (met projecten rond woningsrenovatie en hernieuwbare energie)
  3. Elke buurt deelt en is duurzaam bereikbaar (met projecten rond deelmobiliteit, laadinfrastructuur en versterking van de fietsinfrastructuur)
  4. Water het nieuwe goud (met projecten rond ontharding en wateropvang/buffering)
  5. Daarnaast wordt een deel van de middelen ingezet op het betrekken van burgers, organisaties, verenigingen bij het realiseren van deze doelstellingen. 

De invulling van de acties wordt maximaal afgestemd op het klimaatplan 2030 van de stad Brugge. 

De definitieve invulling en verdeling van deze extra middelen wordt opgemaakt van zodra het definitieve bedrag van het trekkingsrecht bekend is.  De indicatieve invulling vermeld in de nota wordt hierbij als vertrekpunt genomen.

Het LEKP is een inspanningsverbintenis waarmee de stad Brugge zich engageert om bij te dragen tot de realisatie van de beoogde doelstellingen.  Stad Brugge verbindt er zich niet toe de vermelde Vlaamse ambitieniveaus ook effectief te realiseren, wel om een bijdrage te leveren.   

Artikel 3

  1. Stad Brugge engageert zich om het bestaande reglement m.b.t. het belasten van pylonen en masten d.d. 17.2.2020 te onderzoeken m.o.o. eventuele belastingsvrijstelling voor hernieuwbare energieprojecten (o.a. windmolens).
  2. Stad Brugge engageert zich om de renovatiegraad van onze gebouwen voldoende hoog te houden, zodat de vereiste ambities m.b.t. energiebesparing (jaarlijks -2,09%) en vermindering van CO2 uitstoot (-40% tussen 2015 en 2030) gerealiseerd kunnen worden. De cluster Facilitair Beheer en de energieambtenaar doen hiertoe de nodige voorstellen.