Terug
Gepubliceerd op 30/11/2022

2022_GR_00444 - Hoofdcoördinator - studieopdracht R30 stationsomgeving - goedkeuring nieuwe samenwerkingsovereenkomst Stad Brugge-AWV i.f.v. concrete uitvoering aanpak R30 stationsomgeving - goedkeuring.

Gemeenteraad
ma 28/11/2022 - 18:30 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Annick Lambrecht; Dirk De fauw; Mathijs Goderis; Mercedes Van Volcem; Franky Demon; Jasper Pillen; Nico Blontrock; Minou Esquenet; Pieter Marechal; Pablo Annys; Hilde Decleer; Yves Buysse; Martine Matthys; Paul Jonckheere; Jean-Marie De Plancke; Wouter Bossuyt; Dolores David; Jos Demarest; Pascal Ennaert; Sandrine De Crom; Pol Van Den Driessche; Mieke Hoste; Martine Bruggeman; Geert Van Tieghem; Sandra Wintein; An Braem; Alexander De Vos; Karin Robert; Stefaan Sintobin; Carlos Knockaert; Nele Caus; Raf Reuse; Karel Scherpereel; Doenja Van Belleghem; Joannes Logghe; Olivier Strubbe; Janos Braem; Benedikte Bruggeman; Dirk Barbier; Florian De Leersnyder; Andries Neirynck; Chris Marain; Barbara Roose; Arnold Bruynooghe; Katrien Cattoor; Colin Beheydt

Afwezig

Philip Pierins; Brigitte Balfoort

Secretaris

Colin Beheydt

Voorzitter

Annick Lambrecht
2022_GR_00444 - Hoofdcoördinator - studieopdracht R30 stationsomgeving - goedkeuring nieuwe samenwerkingsovereenkomst Stad Brugge-AWV i.f.v. concrete uitvoering aanpak R30 stationsomgeving - goedkeuring. 2022_GR_00444 - Hoofdcoördinator - studieopdracht R30 stationsomgeving - goedkeuring nieuwe samenwerkingsovereenkomst Stad Brugge-AWV i.f.v. concrete uitvoering aanpak R30 stationsomgeving - goedkeuring.

Motivering

Motivatie

Met het goedkeuren van de projectnota (in zitting van 13 juni 2022 (gekoppeld besluit 2022_CBS_00647)) door het college van burgemeester en schepenen is het voorwerp van de overeenkomst die werd goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 26 mei 2020 (gekoppeld besluit 2020_GR_00186) met als voorwerp 'de opmaak van een start- en projectnota' administratief en procedureel afgesloten. Met het oog op de verdere uitwerking en effectieve realisatie van het belangrijk stationsproject is er dan ook de nood om een nieuwe samenwerkingsovereenkomst af te sluiten (samenwerkingsovereenkomst integraal toegevoegd als bijlage 4). Hieronder volgt een oplijsting van de voornaamste onderdelen en afspraken van de samenwerkingsovereenkomst.

ARTIKEL 1. Omschrijving van het project en samengevoegde opdrachten

§1. Deze samenwerkingsovereenkomst heeft betrekking op het volgende project: het wegwerken van onveilige situaties op de R30 gecombineerd met de herinrichting van de stationsomgeving kant centrum Brugge op de gewestweg R30 tussen kilometerpunt 5.3 en 6.0 met het oog op:

  • de verbetering van bestaande fietspaden in enkele rijrichting aan weerszijden van de weg;
  • de realisatie van een veilige kruisingen van de gewestweg (Unescopassage, Vestenpassage, Oostmeers, Hendrikbrugmansstraat, Chantrellstraat en Vaartdijkstraat).

Het project werd al in een vergevorderd stadium uitgewerkt in een door alle partijen goedgekeurde projectnota waarin alle belangrijke principes al werden vastgelegd.

§2. Aansluitend en ter uitvoering van dit project wil(len)

  1. het Gewest de volgende werken uitvoeren: wegwerken van onveilige situaties op de R30 tussen kilometerpunt 5.3 en 6.0, gecombineerd met gelijkvloerse dwarsing t.h.v. Oostmeers en gecombineerd met ongelijkvloerse dwarsingen t.h.v. Unesco en stationsplein;
  2. de Stad Brugge de volgende werken uitvoeren: herinrichting en aanleggen van de stationsomgeving kant centrum Brugge, Hendrik Brugmansstraat, Chantrellstraat, stationsplein, de Brugse vesten en ongelijkvloerse dwarsing t.h.v. Vaartdijkstraat gecombineerd met groen- en rioleringswerken;
  3. de Stad Brugge en het Gewest volgende diensten en werken uitvoeren of laten uitvoeren:
    • aanbesteding van de studie (waaronder het ontwerp van de werken) en de werken via mededingingsprocedure met onderhandeling;
    • indienen en bekomen van de omgevingsvergunning;
    • toezicht op de werken;
    • opvolging van de werken.
  4. de Stad Brugge en het Gewest waar nodig diverse voorstudies en nevenopdrachten zoals verder besproken in deze overeenkomst laten uitvoeren.

ARTIKEL 2. Aanwijzing als aanbesteder

De partijen komen in gezamenlijk overleg overeen dat ten aanzien van de samengevoegde opdracht Stad Brugge optreedt als aanbesteder, overeenkomstig artikel 48 van de Wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016.

ARTIKEL 3. Aanvang van de samenwerkingsovereenkomst

De contractpartijen engageren zich ertoe om zo snel als mogelijk alle procedurele stappen te zetten om te komen tot de effectieve uitvoering van de beoogde werkzaamheden, zoals vermeld in artikel 1 van onderhavige overeenkomst.

De aanbesteder zal daartoe steeds tijdig de nodige beslissingen ter goedkeuring voorleggen aan de beslissingsorganen van Stad Brugge. Het Gewest engageert zich ertoe om voorafgaandelijk ook steeds snel te adviseren of om, zo nodig, voorafgaandelijk ook de nodige beslissingen te nemen zodat de timing niet in het gedrang komt.

ARTIKEL 4. Duur van de samenwerkingsovereenkomst

De looptijd van de samenwerkingsovereenkomst is tien jaar. Die periode start vanaf de ondertekening ervan door alle betrokken partijen.

ARTIKEL 5. Leiding en toezicht

§1 De aanbesteder duidt de leidend ambtenaar op de samengevoegde opdracht aan. Partijen komen gezamenlijk overeen dat de hoofdcoördinator van Stad Brugge, de heer Steve Demulder, voor deze opdracht de taak van leidend ambtenaar op zich zal nemen. In overleg tussen de partijen wordt een ondersteunende opvolgingsstructuur afgesproken waarin zowel Stad Brugge als het Gewest vertegenwoordigd zijn. 

§ 2 De leidend ambtenaar neemt de leiding van de samengevoegde opdracht waar. Dit betekent dat alleen hij gemachtigd is om -voor alle werken, wie ze ook ten laste neemt- opdrachten te geven aan de Opdrachtnemer (met uitzondering van de aan de gemandateerde vertegenwoordigers gedelegeerde taken), proces-verbaal van ingebrekestelling op te maken, proces-verbaal van voorlopige en definitieve oplevering van de samengevoegde opdracht op te maken, de samengevoegde opdracht te schorsen, vorderingsstaten goed te keuren, verrekeningen op te maken en voor te stellen, eventuele maatregelen van ambtswege voor te stellen, enzovoort. 

§ 3  De aanbesteder duidt tevens de gemandateerde vertegenwoordigers aan die zullen toezicht houden op de uitvoering van de samengevoegde opdracht van het Gewest en de Stad Brugge. Als de aanbesteder ervoor zou kiezen om de opdracht van toezicht op de uitvoering van de werkzaamheden (deels) toe te vertrouwen aan een derde partij, dan sluit de aanbesteder daarover een afzonderlijke overeenkomst met deze derde partij.

In voorkomend geval zullen de kosten voor het toezicht worden verdeeld volgens de verdeelsleutel van 70% voor het Gewest en 30% voor de Stad Brugge.

ARTIKEL 6. Gunning van de samengevoegde opdracht

De aanbesteder heeft, samen met het Gewest, de gunningsprocedure reeds opgestart (selectieleidraad in functie van de kandidaatstellingen van geïnteresseerde teams). 

In een volgende fase zullen de aanbesteder en het Gewest het bestek goedkeuren. De aanbesteder zal, na goedkeuring, het bestek overmaken aan de weerhouden gegadigden, waarna de gegadigden een concrete en gedetailleerde offerte zullen indienen.

De aanbesteder staat, in nauw overleg met het Gewest, in voor de opening van de inschrijvingen, maakt het gunningsverslag op en wijst de opdracht toe. Hierbij wordt wel rekening gehouden met het feit dat de opdracht één ondeelbaar geheel uitmaakt en dus moet toevertrouwd worden aan de in aanmerking komende bieder voor de totaliteit.

De aanbesteder zal het contract sluiten nadat alle partijen hebben ingestemd met het gunningsvoorstel en op ondubbelzinnige wijze een verklaring hebben afgelegd dat zij akkoord gaan met het gedeelte van de samengevoegde opdracht ten laste van hen en dat zij voor de betaling ervan de nodige financiële middelen hebben voorzien.

ARTIKEL 7. Kosten ten laste van het Gewest

§1 Het Gewest betaalt volgens zonering met verdeelsleutel (nvdr - zie kaart 1 in samenwerkingsovereenkomst) voor de uitvoering van de samengevoegde opdracht zoals in artikel 1§2.1: 

  • zone 1 R30: 100%;
  • zone 2 Stationsplein: 30%;
  • zone 3 Brugse vesten: 0%;
  • zone 4 Hendrik Brugmansstraat en Chantrellstraat: 0%;
  • zone 5 Unesco: 100%;
  • zone 6 Vaartdijkstraat: 0%.

Het Gewest betaalt daarbovenop, volgens de afgesproken verdeelsleutel, 70% voor de uitvoering van de samengevoegde opdracht zoals vermeld in artikel 1, §2.3.

§2 Het Gewest betaalt 70% van de diensten zoals opgenomen in artikel 10, 11, 12, 13 en 14.

§3 Het Gewest betaalt 100% van de plaatsing van openbare verlichting en de verkeersregelinstallatie (VRI) langs de gewestweg door het Gewest.

Uitgezonderd, en gezien de door Stad Brugge gevraagde architecturale kwaliteit voor de verlichting van de ongelijkvloerse dwarsing ter hoogte van het Stationsplein (zone 1), kan deze niet worden onderhouden door het Gewest en zijn bijgevolg de kosten voor de aanleg en onderhoud van deze verlichting 100% ten laste van Stad Brugge.

ARTIKEL 8. Kosten ten laste van Stad Brugge

§1  De Stad Brugge betaalt volgens zonering met verdeelsleutel (nvdr - zie kaart 1 in samenwerkingsovereenkomst)  voor de uitvoering van de samengevoegde opdracht zoals in artikel 1§2.2:

  • zone 1 R30: 0%;
  • zone 2 Stationsplein: 70%;
  • zone 3 Brugse vesten: 100%;
  • zone 4 Hendrik Brugmansstraat en Chantrellstraat: 100%;
  • zone 5 Unesco: 0%;
  • zone 6 Vaartdijkstraat: 100%.

De Stad Brugge betaalt daarbovenop, volgens de afgesproken verdeelsleutel, 30% voor de uitvoering van de samengevoegde opdracht zoals vermeld in artikel 1, §2.3.

De Stad Brugge draagt de kosten voor zowel de gewestwegen in het project als voor de gemeentewegen vermeld in artikel 1, §2.1 voor:

  • het onderhoud van voetpaden;
  • de levering en plaatsing van het straatmeubilair en het onderhoud ervan;
  • het onderhoud van het groen op het gewestdomein binnen de bebouwde kom indien deze kaderen binnen dienstorder MOW/AWV/2013/10 en een bijhorende afzonderlijke samenwerkingsovereenkomst;
  • de aanleg van of de aanpassing aan DWA-riolering en het percentage van de kosten van de RWA-riolering dat niet ten laste valt van het Gewest.

§2  De Stad Brugge betaalt 30% van de diensten zoals opgenomen in artikel 10, 11, 12, 13, en 14.

§3 De Stad Brugge betaalt 100% van de openbare verlichting in opdracht van Stad Brugge geplaatst door Fluvius.

ARTIKEL 9. Nutsleidingen

§1. Het Gewest geeft tijdig de bevelen voor de verplaatsingen van de leidingen en netwerken gelegen in gewestwegen.

§1.1 met betrekking tot de telecommunicatienetwerken langs gewestwegen:

  1. de riolering die tevens dient voor de afwatering van de gewestweg, maakt integrerend deel uit van deze weg. Verplaatsingen van telecominstallaties, die veroorzaakt worden door werken aan rioleringen voor afvoer van hemelwater, vallen volledig ten laste van de telecomoperator.
  2. de kosten voor het verplaatsen/aanpassen van nutsleidingen, veroorzaakt door werken aan de afvalwaterriolering (DWA-leiding) komen voor rekening van Stad Brugge.
  3. bij een gemengd stelsel is eveneens punt 1 van toepassing.
  4. als de verplaatsing zowel door de afvalwaterriolering als door andere rioleringen en collectoren wordt veroorzaakt, dient een verdeling te gebeuren van de (verplaatsings)kosten gemaakt op basis van de kostprijs of de diameter van de diverse stelsels, waarna de punten 1, 2 en 3 worden toegepast.

§1.2 met betrekking tot andere nutsleidingen langs gewestwegen:

het verplaatsen van nutsleidingen op het domein van het Gewest komen ten laste van de vergunninghouder, aangezien ze worden bevolen in het belang van de weg, in het belang van een openbare dienst of op grond van een ander wettelijk belang.

§2. De Stad Brugge geeft de bevelen voor de verplaatsingen van de leidingen en netwerken gelegen in lokale wegen, met uitzondering van het geval waarbij de lokale weg door de gewestweg wordt geïntercepteerd. 

Het verplaatsen van nutsleidingen op het openbaar domein van Stad Brugge komen ten laste van Stad Brugge. 

ARTIKEL 10. Aanstelling veiligheidscoördinator ontwerp en verwezenlijking

Voor de samengevoegde opdracht stelt het Gewest één gemeenschappelijke “veiligheidscoördinator ontwerp en verwezenlijking” aan overeenkomstig de overheidsopdrachtenwetgeving en de reglementering met betrekking tot de veiligheid op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. De aanstelling van de veiligheidscoördinator door het Gewest wordt voorafgaandelijk ter goedkeuring voorgelegd aan de leidend ambtenaar.

De kosten verbonden aan de aanstelling en de uitvoering van de taken van de veiligheidscoördinator worden verdeeld tussen alle partijen overeenkomstig volgende verdeelsleutel: het Gewest financiert 70% van de gemaakte kosten en Stad Brugge betaalt 30% van de gemaakte kosten.

ARTIKEL 11. Milieu-hygiënisch verkennend en vooronderzoek

Het Gewest stelt één gemeenschappelijke dienstverlener aan voor het verkennend milieu-hygiënisch vooronderzoek.

De kosten verbonden aan het milieu-hygiënisch verkennend en vooronderzoek worden verdeeld tussen alle partijen overeenkomstig volgende verdeelsleutel: het Gewest financiert 70% van de gemaakte kosten en Stad Brugge betaalt 30% van de gemaakte kosten. 

ARTIKEL 12. Geotechnisch vooronderzoek

 Het Gewest stelt één gemeenschappelijke dienstverlener aan voor het geotechnisch vooronderzoek.

 De kosten verbonden aan het geotechnisch vooronderzoek worden verdeeld tussen alle partijen overeenkomstig volgende verdeelsleutel: het Gewest financiert 70% van de gemaakte kosten en Stad Brugge betaalt 30% van de gemaakte kosten.

ARTIKEL 13. Archeologisch vooronderzoek en archeologienota

Indien vereist overeenkomstig het Onroerend erfgoeddecreet van 12 juli 2013 en het Onroerend erfgoedbesluit van 16 mei 2014, wordt een archeologienota toegevoegd aan de omgevingsvergunningsaanvraag. 

Overeenkomstig de wetgeving overheidsopdrachten en conform het onroerend erfgoeddecreet zal het Gewest  met betrekking tot de samengevoegde opdracht een archeoloog aanstellen voor het opstellen van een archeologische nota en het indienen van deze nota voor de bekrachtiging ervan door de bevoegde instantie. Deze nota zal toegevoegd worden aan de aanvraag voor de omgevingsvergunning(en).

Voor de samengevoegde opdracht stelt het Gewest, één gemeenschappelijke dienstverlener aan voor de opmaak van het archeologisch vooronderzoek en archeologienota.

De kosten verbonden aan het archeologisch vooronderzoek en archeologienota worden verdeeld tussen alle partijen overeenkomstig volgende verdeelsleutel: het Gewest financiert 70% van de gemaakte kosten en Stad Brugge betaalt 30% van de gemaakte kosten.

Indien de archeologienota uitwijst dat veldwerk noodzakelijk is, zullen de kosten verdeeld  worden tussen alle partijen overeenkomstig volgende verdeelsleutel: het Gewest financiert 70% van de gemaakte kosten en Stad Brugge betaalt 30% van de gemaakte kosten.

ARTIKEL 14. Sloopopvolgingsplan

Voor de samengevoegde opdracht stelt het Gewest, één gemeenschappelijke dienstverlener aan voor de opmaak van een ‘sloopopvolgingsplan’ door een deskundige en de conformverklaring ervan door een erkende sloopbeheerorganisatie. 

De aanbesteder voegt het door een erkende sloopbeheerorganisatie conform verklaarde sloopopvolgingsplan toe aan het aanbestedingsdossier.

De kosten verbonden aan de opmaak van een sloopopvolgingsplan worden verdeeld tussen alle partijen overeenkomstig volgende verdeelsleutel: het Gewest financiert 70% van de gemaakte kosten en Stad Brugge betaalt 30% van de gemaakte kosten.

ARTIKEL 15. Vergunningen en onteigeningen

Elke partij staat in voor het verkrijgen van de vergunningen die nodig zijn voor de uitvoering van de werken te haren laste alsook voor de eventuele onteigeningen. Desgevallend worden de vergunningsaanvragen en/of onteigeningsdossiers gebundeld door de aanbesteder.

In geval van een gebeurlijke betwisting van de vergunning door derden, zullen de partijen op wiens aandeel slaat, vrijwillig tussenkomen in de procedure. Minstens zullen zij tijdig hun volledige medewerking verlenen.

ARTIKEL 16. Overdracht van onroerende goederen

Na afloop van de uitvoering van de werken engageren de contractpartijen zich ertoe om, in voorkomend geval, zo nodig eventuele onroerende goederen waarvan ze eigenaar zijn aan elkaar over te dragen via officiële grondoverdrachten. Dit met de finale doelstelling om tot een logische grondverdeling te komen, o.m. in functie van het beheer van het openbaar domein.

Eventuele overdrachten worden vastgelegd in een authentieke akte tussen de Stad Brugge en het Gewest die, voor het Gewest, opgemaakt wordt door de dienst Vastgoedaktes van het Departement Financiën en Begroting of door het comité van aankoop. 

ARTIKEL 17. Sancties

§1. Als het voorwerp van de verbintenissen zich daartoe leent, is een partij van rechtswege gerechtigd om in de plaats van de andere partij over te gaan tot uitvoering van haar verbintenissen, als die partij nalaat haar verbintenissen geheel of gedeeltelijk uit te voeren.

De indeplaatsstelling, vermeld in het eerste lid, is alleen mogelijk nadat de partij die nalaat haar verbintenissen uit te voeren, in gebreke is gesteld door de andere partij en tussen partijen een minnelijk overleg heeft plaatsgevonden, of als de partij die in gebreke blijft, weigert deel te nemen aan het overleg.

De partij die in gebreke blijft, is verplicht alle uitvoeringskosten te vergoeden op vertoon van een gedetailleerde staat opgesteld door de andere partij, waarbij in voorkomend geval de nodige stavingstukken worden gevoegd.

§2. Als het voorwerp van de verbintenissen zich niet leent tot een indeplaatsstelling, heeft een partij recht op de vergoeding van alle schade ten laste van de andere partij die nalaat haar verbintenissen geheel of gedeeltelijk uit te voeren.

§3. De sanctiebepalingen, vermeld in paragraaf 1 en 2, gelden onverkort het recht van de partijen om de uitvoering van de eigen verbintenissen op te schorten, zonder dat een schadevergoeding kan worden gevorderd of een indeplaatsstelling kan plaatsvinden, als de andere partij, nadat die in gebreke is gesteld, nalaat haar verbintenissen geheel of gedeeltelijk uit te voeren. 

ARTIKEL 18. Boetes, straffen en kortingen wegens minwaarde

De boetes, straffen en kortingen wegens minwaarde die duidelijk overeenstemmen met een bepaald aandeel, komen ten goede aan de betrokken partij. De andere boetes, straffen en kortingen wegens minwaarde die niet onmiddellijk toewijsbaar zijn aan een bepaald deel, worden pro rata hun procentueel aandeel in samengevoegde opdracht verdeeld over de verschillende partijen.

ARTIKEL 19. Verwittigen van de andere partijen, buurtbewoners en andere belanghebbenden

Beide partijen engageren zich om steeds tijdig en vooraf in te staan voor alle externe communicatie over de werken.

ARTIKEL 20. Borgtocht

De aanbesteder verzoekt de opdrachtnemer de borgtocht te stellen. Deze heeft betrekking op de totaliteit van de samengevoegde opdracht. De aanbesteder kan dus eventueel beslag leggen op de ganse borgtocht, maar zal die uiteraard geheel of gedeeltelijk aanwenden ten voordele van deze partijen ten aanzien van wie de Opdrachtnemer tekortgeschoten is en dit in verhouding tot de werkelijke kostprijs.

De aanwending van de borg zal enkel gebeuren op aanvraag en/of goedkeuring van de betrokken partijen.

ARTIKEL 21. Wijziging tijdens de uitvoering

Als de leidend ambtenaar tijdens de uitvoering van de opdracht een belangrijke wijziging van de opdracht of de plannen voor het gedeelte ten laste van één of meerdere andere partijen noodzakelijk acht, wordt vóór de betekening van het schriftelijk wijzigingsbevel aan de Opdrachtnemer de schriftelijke goedkeuring van de betrokken partij(en) bekomen met de voorgestelde wijzigingen en verrekeningen. Indien de desbetreffende partij niet reageert binnen de termijn waarbinnen de leidend ambtenaar de goedkeuring heeft gevraagd, wordt de goedkeuring geacht stilzwijgend gegeven te zijn. De leidend ambtenaar zal, rekening houdend met de aard en/of het belang van de wijziging, hiervoor een redelijke termijn bepalen. 

ARTIKEL 22. Schade ontstaan tijdens de werken of als gevolg van de werken

Vanaf het begin van de werken tot aan de definitieve oplevering zullen alle betrokken partijen élk schadegeval van welke aard ook rapporteren aan de leidend ambtenaar.

Is het schadegeval een gevolg van een eventuele gebrekkige uitvoering van de werken, dan zal de Stad Brugge onmiddellijk de betrokken Opdrachtnemer contacteren en aanmanen om het nodige te doen voor een goede uitvoering van zijn werken.

Elke partij is aansprakelijk voor de schade die door haar of in haar opdracht is veroorzaakt.

Schade die aan geen enkele partij kan worden toegewezen, wordt verdeeld onder alle partijen, naar rato van hun financieel aandeel in de kosten van de werken.

Wanneer een verhaal door derden wordt uitgeoefend, vrijwaart elke aansprakelijke partij de andere partijen. Elke partij komt, op eenvoudig verzoek van één van de andere partijen, vrijwillig tussen in elke procedure die zou worden gevoerd.

Voor zover niet kan worden uitgemaakt of eventuele geschillen betrekking hebben op de opdracht ten laste van de ene of de andere partij, zullen de partijen de gebeurlijke aansprakelijkheid op zich nemen op basis van het aandeel van elk der partijen in de samengevoegde opdracht en instaan voor eventuele financiële gevolgen van deze aansprakelijkheid.

ARTIKEL 23. Betaling

§1 Veiligheidscoördinatie: de veiligheidscoördinator maakt periodiek een afzonderlijke factuur op à rato van het aandeel van elk van de partijen, zoals bepaald in artikel 10. Hij verstuurt deze naar de respectievelijke partijen. De periodiciteit van het indienen van facturen wordt afgesproken en vastgelegd met de veiligheidscoördinator bij gunning van de opdracht. De veiligheidscoördinator bezorgt steeds een kopie van alle facturen aan de aanbesteder.

§2 Leiding en toezicht: de kosten voor de leiding zijn ten laste van Stad Brugge en de kosten voor toezicht  worden gefactureerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 5.

§3 Milieu-hygiënisch, geotechnisch en archeologisch vooronderzoek en sloopopvolgingsplan: de kosten voor de diensten worden gefactureerd overeenkomstig de bepalingen in de artikelen 11 tot en met 14. De dienstverleners maken periodiek een afzonderlijke factuur op à rato van het aandeel van elk van de partijen, zoals bepaald in artikelen 11 tot en met 14. De dienstverleners versturen deze naar de respectievelijke partijen. De periodiciteit van het indienen van facturen wordt afgesproken en vastgelegd met de dienstverleners bij gunning van de respectievelijke opdrachten. 

§4 Samengevoegde opdracht: voor de betaling van de samengevoegde opdracht geldt volgende regeling. De betaling van de samengevoegde opdracht worden uitgevoerd deels voor rekening van het Gewest en deels voor rekening van Stad Brugge overeenkomstig de modaliteiten opgenomen in het bijzonder bestek.

§5 In geval van laattijdige betaling door één van de partijen staat deze in voor de daaruit voortvloeiende verwijlintresten en andere schadevergoedingen en zal deze de andere partijen volledig vrijwaren. 

§6 Het Gewest verbindt er zich toe om overeenkomstig omzendbrief OW 98/4 van 10 maart 1999, het aandeel te betalen in de kosten voor de aanleg van hemelwaterafvoerleiding (RWA) langs de gewestweg .

ARTIKEL 24. Voorlopige en definitieve oplevering en de vrijgave van de borgtocht.

Aangezien het één globale aanneming betreft, worden de voorlopige en de definitieve oplevering verleend volgens de voorwaarden in het bestek, dus voor alle delen samen. 

De vrijgave van de borgtocht heeft betrekking op de gehele aanneming.

De borgtocht wordt als volgt vrijgegeven: 

  • Een schijf van 50% van de borgtocht Ontwerpfase na ontvangst van een volledig uitvoerbare omgevingsvergunning 
  • Een schijf van 50% van de borgtocht Ontwerpfase na voorlopige oplevering 
  • Een schijf van 50 % van de borgtocht bouwfase na de voorlopige oplevering  
  • Een schijf van 50 % van de borgtocht bouwfase, d.i. het saldo, na de definitieve oplevering. 

De vrijgave van de borg geschiedt overeenkomstig artikel 33 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013.

Voor het plaatsbezoek met het oog op de oplevering worden alle betrokken partijen minimum twee weken vooraf uitgenodigd per aangetekend schrijven. Iedere partij wordt aldus de mogelijkheid geboden om aanwezig te zijn en, tegensprekelijk, zijn opmerkingen te formuleren en desnoods te laten opnemen in het proces-verbaal van oplevering.

Als de partijen oordelen dat de werken niet opgeleverd kunnen worden, geven zij hierover een duidelijke motivatie.

De processen-verbaal van de voorlopige en de definitieve oplevering worden door de leidend ambtenaar opgesteld en een afschrift wordt bezorgd aan alle betrokken partijen.

ARTIKEL 25. Beheer en onderhoud

De partijen staan vanaf de voorlopige oplevering, met uitzondering van de taken die nog zijn vervat in de samengevoegde opdracht en aldus ten laste van de Opdrachtnemer zijn, in voor het beheer en/of het onderhoud van volgende infrastructuur langsheen de gewestweg(en) vermeld in artikel 2:

  1. voor het Gewest: 
    • het beheer en onderhoud van de gewestweg, met inbegrip van het structureel onderhoud van de bijhorende kunstwerken, fietspaden,…
    • het onderhoud van de groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom
    • het beheer en onderhoud van de RWA-afvoer (inclusief inspectieputten en pompen) die voor haar rekening zijn aangelegd, en de rioolkolken en kolkaansluitingen.
    • Het beheer en onderhoud van de Vaartdijktunnel (zone 6) met inbegrip van het structureel onderhoud,…(inclusief verlichting, inspectieputten en pompen) die voor rekening van Stad Brugge zijn aangelegd.
  2. voor de Stad Brugge (in voorkomend geval: met behoud van de verplichtingen die de Stad op zich neemt in Artikel 8)
    • het onderhoud van de voetpaden en de levering en onderhoud van het straatmeubilair,
    • het onderhoud van de groenvoorzieningen binnen de bebouwde kom indien deze kaderen binnen dienstorder MOW/AWV/2013/10 en een bijhorende afzonderlijke samenwerkingsovereenkomst,
    • het beheer en onderhoud van de DWA-leidingen (inclusief inspectieputten) die voor haar rekening is aangelegd, de huisaansluitingen van de DWA, en de huisaansluitingen van RWA.
    • De Stad Brugge staat vanaf de voorlopige oplevering van de werken – welke zijn uitgevoerd langsheen andere wegen dan de gewestwegen – in voor het beheer en onderhoud van de gemeentewegen en de openbare ruimte van de stad, rioolkolken, dienstrioleringen, huis- en kolkaansluitingen, alsook van de RWA-afvoer die voor haar rekening is aangelegd.
    • De beheerder van de riolering aansluitend op de aan te leggen/renoveren leiding verbindt er zich toe deze rioleringen te reinigen zodat de werken en naderhand de exploitatie volgens de regels van de kunst en/of de vigerende wetgeving kan gebeuren. De kosten verbonden aan deze reinigingswerken zijn ten laste van de bovenvermelde beheerder.
    • De Stad Brugge staat tevens in voor de wachtaansluitingen voor zowel bebouwde als onbebouwde percelen. Onder wachtaansluitingen verstaat men de aansluiting waarop geen vuilwater/regenwater is aangesloten op het moment van voorlopige oplevering.
    • Het beheer en onderhoud van de gemeentewegen, met inbegrip van het structureel onderhoud van de bijhorende kunstwerken, voetpaden, fietspaden,…(inclusief inspectieputten) die voor haar rekening zijn aangelegd.

ARTIKEL 26. Verzekeringen

Elke partij zorgt ervoor dat de aansprakelijkheid van haar aandeel in de werken gedekt is en vrijwaart de andere partijen.

Besluit

De Gemeenteraad keurt eenparig het volgende besluit goed.
De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst tussen Stad Brugge en AWV in functie van concrete uitvoering van het project R30 stationsomgeving ("Wegwerken van onveilige situaties op de R30 gecombineerd met de herinrichting van de stationsomgeving kant centrum Brugge") goed.