A. Wettelijk kader - fietsleasing in lokale besturen
Lokale besturen kunnen sinds de goedkeuring van het besluit van de Vlaamse Regering (BVR) van 12 maart 2021, (verschenen in het Belgisch Staatsblad op 14 april 2021), fietslease aanbieden aan hun medewerkers. Dit besluit regelt o.a. de mogelijkheid voor lokale besturen om hun personeelsleden vrijwillig vakantiedagen, eindejaarstoelagen en/of fietsvergoeding in te laten ruilen tegen voordelen ter bevordering van fietsmobiliteit.
Het aanbieden van fietslease gebeurt op vrijwillige basis:
Het inruilen van bestaande voordelen door een medewerker is enkel mogelijk indien deze voordelen opgebouwd maar nog niet verworven zijn.
Hoe werkt dit concreet?
Een eindejaarspremie is onderworpen aan sociale zekerheidsbijdragen en bedrijfsvoorheffing. Van het brutobedrag van de premie wordt dus een deel afgehouden. Bij het verwerken van een eindejaarspremie in een cafetariaplan, vallen die bijdragen en belastingen geheel of gedeeltelijk weg.
Leasing loopt gedurende drie jaar, waarbij medewerkers kunnen kiezen om meteen een volledige eindejaarspremie af te staan, dan wel om dit over drie jaren en dus drie eindejaarspremies te spreiden. Ook de patronale bijdragen kunnen (gedeeltelijk) als budget worden voorzien. Na die drie jaar, kan een medewerker de fiets overnemen, een nieuwe leasing en nieuwe fiets kiezen of besluiten om niet verder in te stappen in leasing.
B. Voorstel
In navolging van de Provincie West-Vlaanderen en het feit dat zij als aankoopcentrale fungeren, wat de overstap vrij toegankelijk maakt, is het voorstel om ook vanuit de Stad Brugge, de medewerkers de mogelijkheid te geven om in te stappen in het systeem van fietslease.
Dit dossier werd samen met de personeelsdienst van MINTUS voorbereid, zodat de medewerkers van beide organisaties eenzelfde aanbod van fietslease zouden kunnen krijgen. De wijzigingen aan de respectieve rechtspositieregelingen en het reglement zijn op mekaar afgestemd en ook de timing zou gelijklopen.
C. Voorwaarden
Vooraleer de Stad kan aansluiten aan het raamcontract onder dezelfde voorwaarden, is een princiepsbeslissing vereist.
Verder moeten concrete regels omtrent het aanbieden van fietslease, opgenomen worden in de lokale rechtspositieregeling en dient een reglement van fietsleasing opgemaakt te worden.
D. Reglement
Dit reglement omvat alle juridische en praktische modaliteiten om aan de slag te gaan met fietsleasing. Het is voornamelijk gebaseerd op het reglement van de Provincie West-Vlaanderen, maar met volgende invulling voor Stad en Mintus Brugge:
E. Rechtspositieregeling
I.f.v. het aanbieden van fietslease moet een nieuw artikel (artikel 179bis) worden toegevoegd in de rechtspositieregeling, onder titel VII. De toelagen, vergoedingen en sociale voordelen, hoofdstuk II. De verplichte toelagen, afdeling III, eindejaarstoelage. (Zie bijlage1.)
F. Prefinanciering
Fietslease waarbij de eindejaarspremie wordt ingezet, vergt een prefinanciering door de werkgever, i.c. de Stad: maandelijks factureert de leasemaatschappij de bedragen en pas op het eind van het jaar worden die kosten gedekt door het inhouden van (een deel van) de eindejaarspremie.
G. Timing
Na de goedkeuring door de Gemeenteraad, wordt een algemene communicatie naar alle medewerkers gevoerd. Geïnteresseerden zullen een simulatie kunnen vragen bij P&O, zodat ze een weloverwogen keuze kunnen maken om al dan niet in te stappen en ook in welke mate en met welke frequentie ze hiervoor afstand willen doen van de eindejaarspremie.
De gemeenteraad neemt kennis van de principiële beslissing van het college om mee aan te sluiten op het raamcontract fietsleasing van de provincie West-Vlaanderen, ingaand vanaf 01.11.2023. De looptijd van de raamovereenkomst werd bepaald op 24 maanden, eventueel verlengbaar met 24 maanden.
De medewerker kan optioneel kiezen voor een onderhoudsbudget en/of verzekering.
De gemeenteraad keurt de wijziging goed aan de rechtspositieregeling voor de personeelsleden van Stad Brugge i.f.v. het aanbieden van fietsleasing.
Het nieuwe reglement fieslease wordt goedgekeurd en werd geagendeerd op het BOC d.d. 7 september 2023.