1. Samenwerkingsovereenkomst
Dat de huidige, beweegbare Steenbruggebrug dringend aan vervanging toe is hoeft geen betoog. Niet alleen omdat deze brug sterk verouderd is, maar ook om tegemoet te komen aan de huidige noden van het scheepvaart- en wegverkeer in de streek. Het definitieve ontwerp van de nieuwe Steenbruggebrug en haar omgeving is nu klaar. Doelstelling van voorliggende nota is de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst betreffende "de vernieuwing van de Steenbruggebrug te Brugge, het wegwerken van knelpunten voor weg-, fiets en vaarverkeer en omgevingsaanleg - Fase 1" tussen 3 partijen, zijnde:
Hieronder worden de voornaamste artikels en passages die betrekking hebben op Brugge uitgelicht. De integrale overeenkomst is toegevoegd als bijlage 1 bij deze nota.
ARTIKEL 2. - Voorwerp van de overeenkomst
Het vastleggen van de rechten en plichten van de betrokken Partijen die zich verbinden tot de uitvoering van de opdracht, zijnde Fase 1 van de werken binnen het Projectgebied (zoals aangeduid op het plan in bijlage 2).
De eerste fase van de werken omvat de projectonderdelen die kunnen uitgevoerd worden met minimale hinder voor de omgeving en mobiliteit, zijnde:
Deze eerste fase wordt aanbesteed middels een openbare procedure. De Vlaamse Waterweg treedt in Fase 1 op als aanbesteder, waarbij AWV en de Stad meefinancieren overeenkomstig de verdeelsleutel (opgenomen in artikel 4 van de overeenkomst).
Een tweede fase van de werken waarbij grote hinder voor de omgeving en mobiliteit verwacht wordt, zal het voorwerp uitmaken van een afzonderlijke overeenkomst. De opdracht zal worden geplaatst middels mededingingsprocedure met onderhandeling. De opdracht voor Fase 2 kan niet worden gegund zonder voorafgaande onderhandelingen wegens specifieke omstandigheden die verband houden met de aard, de complexiteit of de juridische en financiële voorwaarden of wegens de daaraan verbonden risico's (in bijlage 3 wordt het gebied aangeduid dat naast 'Fase 1' ook 'Fase 2' omvat).
ARTIKEL 3. - Studie
De ontwerpstudie en de voor de studie noodzakelijke onderzoeken worden uitgevoerd in opdracht van De Vlaamse Waterweg. Ingeval een Partij verzoekt om bijkomende zaken op te nemen in de oorspronkelijke studieopdracht, zal De Vlaamse Waterweg dit bekijken en de kosten terugvorderen van de Partij die erom verzoekt.
Alle partijen staan in voor de goedkeuring van het ontwerp voor het deel van de opdracht dat ze financieel ten laste nemen of voor het onderdeel van de totale opdracht dat op hun vraag wordt bestudeerd.
ARTIKEL 4. - Financiering uitvoering werken
De kosten van 'Fase 1' van de werken worden door De Vlaamse Waterweg geraamd op 7,5 miljoen euro (excl. btw).
De financiering zal gebeuren conform onderstaande afgesproken verdeelsleutels:
Kosten die niet kunnen toegewezen worden aan één van de betrokken Partijen doch die noodzakelijk zijn voor de realisatie van Fase 1, worden door de financierende Partijen gedragen, à rato van hun aandeel op basis van de globale verdeelsleutel in Fase 1 van de werken (niet–limitatieve opsomming):
Een indicatieve raming voor fase 1 van de werken is opgenomen in de tabel in Bijlage 2 bij de overeenkomst (bijlage 4). Voormelde afspraken resulteren in volgende globale verdeelsleutel voor Fase 1 van de werken:
Elke Partij heeft het recht om met het oog op de realisatie van de opdracht financiële tegemoetkomingen en/of steunmaatregelen aan te vragen die, in geval van toekenning, enkel en uitsluitend aan deze Partij in haar hoedanigheid van aanvrager/begunstigde zullen toekomen.
ARTIKEL 5. - Verwervingen en vergunningen
De Vlaamse Waterweg staat zowel in voor de verwerving van de gronden als de vergunningen, dewelke noodzakelijk voor de realisatie van fase 1 van de werken.
ARTIKEL 7. - Sluiting van de opdracht
Fase 1 van de werken wordt aanbesteed middels een openbare procedure. De Vlaamse Waterweg treedt in Fase 1 op als aanbesteder, waarbij AWV en Stad Brugge meefinancieren overeenkomstig de verdeelsleutel opgenomen in artikel 4 van deze overeenkomst.
De aanbesteder zal het contract voor Fase 1 van de werken slechts sluiten na goedkeuring van de overeenkomst en nadat AWV en de Stad schriftelijk hebben ingestemd met het gunningsvoorstel en schriftelijk en op ondubbelzinnige wijze verklaard hebben dat zij akkoord gaan met het gedeelte van de opdracht ten laste van hen en dat zij voor de betaling ervan de nodige financiële middelen hebben voorzien.
ARTIKEL 8. - Leiding der werken - Vaste vertegenwoordigers
De aanbesteder duidt de leidend ambtenaar aan en draagt de kosten hiervoor. De leidend ambtenaar is de vertegenwoordiger en woordvoerder van de aanbesteder in al haar betrekkingen met de opdrachtnemer. Voor beslissingen met technische of financiële impact die betrekking hebben op het deel ten laste van (een) bepaalde Partij(en) zal de leidend ambtenaar voorafgaand aan zijn beslissing schriftelijk advies vragen aan deze Partij(en).
Naast de rol van de leidend ambtenaar, zullen de andere Partijen op hun kosten een Vaste Vertegenwoordiger aanduiden die de werken die zij financieel ten laste nemen mee opvolgen. Deze Vaste Vertegenwoordigers kunnen schriftelijk advies geven aan de leidend ambtenaar. De Partijen dragen de volledige verantwoordelijkheid voor het advies dat deze Vaste Vertegenwoordigers verstrekken en staan ook in voor de kosten hiervan. De leidend ambtenaar en de Vaste Vertegenwoordigers staan elk in voor de communicatie met en de rapportering naar hun respectievelijke diensten en/of superieuren. Bij gebrek aan consensus of betwisting omtrent eender welk aspect van onderhavige opdracht, stellen zij alles in het werk om zo snel mogelijk tot een vergelijk te komen.
ARTIKEL 9. - Toezicht der werken
De Vlaamse Waterweg staat in voor het toezicht van alle werken en draagt daarvan de kosten.
Dit toezicht bestaat onder andere uit:
ARTIKEL 11 - AANSPRAKELIJKHEID
Elke Partij is verantwoordelijk ten aanzien van derden en ten aanzien van Partijen voor zijn aandeel voor Fase 1, en zal de andere Partijen voor dit aandeel vrijwaren ten aanzien van derden.
Indien één Partij in recht in een geschil betrokken wordt door een derde, z(a)(ul)l(en) de andere Partij(en) op eenvoudig verzoek vrijwillig tussenkomen, ongeacht voor welke rechtbank, rechter en/of arbiter.
Voor zover niet kan worden uitgemaakt of geschillen betrekking hebben op de werken ten laste van de ene of de andere Partij, zullen de Partijen de gebeurlijke aansprakelijkheid op zich nemen op basis van het aandeel per onderdeel van Partijen voor Fase 1 van de werken en instaan voor eventuele financiële gevolgen van deze aansprakelijkheid.
ARTIKEL 12 - Verzekeringen
De aanbesteder geeft opdracht aan de opdrachtnemer om een ABR-polis af te sluiten ten voordele van alle deelnemers aan de opdracht. De aanbesteder zal de andere Partijen consulteren over de omvang van de dekking.
Elke Partij zorgt ervoor dat de burgerlijke aansprakelijkheid in 1ste rang van haar aandeel in de werken gedekt is.
ARTIKEL 13. - Betaling
De Vlaamse Waterweg staat in voor de rechtstreekse betaling van de veiligheidscoördinator-uitvoering. De andere Partijen zullen hun aandeel op basis van de globale verdeelsleutel voor Fase 1, na voorlopige oplevering van de werken in Fase 1 terugbetalen aan De Vlaamse Waterweg, dit na specifiek verzoek van De Vlaamse Waterweg incl. de financiële verantwoording van de kosten.
De Vlaamse Waterweg zal de werken voor Fase 1 prefinancieren voor AWV en de Stad. Het aandeel van deze Partijen wordt in 2 schijven terugbetaald aan De Vlaamse Waterweg:
ARTIKEL 14 - Voorlopige en definitieve oplevering. Vrijgave borgtocht
De voorlopige en definitieve oplevering worden door de leidend ambtenaar gegeven.
Voor het plaatsbezoek met het oog op de voorlopige oplevering worden Partijen minimum twee weken vooraf uitgenodigd. Met het oog op de definitieve oplevering bedraagt dit evenwel minimum vier weken.
Als de Partijen oordelen dat de opdracht niet opgeleverd kan worden, geven zij hierover een duidelijke schriftelijke motivatie. De leidend ambtenaar neemt de eindbeslissing, rekening houdend met de argumenten van de Partijen, die hij eventueel gemotiveerd zal weerleggen.
De processen-verbaal van de voorlopige en de definitieve oplevering worden door de leidend ambtenaar opgesteld en een afschrift wordt bezorgd aan alle betrokken Partijen.
ARTIKEL 15. - Schade aan de gerealiseerde infrastructuur
Vanaf de aanvang van de werken tot aan de definitieve oplevering zullen alle betrokken Partijen elke schade aan infrastructuur (van welke aard ook) rapporteren aan de aanbesteder van de desbetreffende infrastructuur en de andere Partijen die mee instaan voor de financiering volgens de verdeelsleutels vervat in artikel 4.
Is de schade aan de infrastructuur een gevolg van een eventuele gebrekkige uitvoering van de werken, een uitvoering die niet conform is aan het bestek,... dan zal de aanbesteder onmiddellijk de betrokken opdrachtnemer contacteren en aanmanen om het nodige te doen voor een goede uitvoering van zijn werken. Voormelde geldt ook in het kader van de tienjarige aansprakelijkheid.
ARTIKEL 16. - Eigendom en onderhoud
De Partijen gaan hierbij principieel akkoord met volgende eigendomsverdeling en maken, met ingang vanaf de voorlopige oplevering, volgende afspraken met betrekking tot het onderhoud van de volledige infrastructuur die het voorwerp uitmaakt van onderhavige overeenkomst (ongeacht de eigenaar/administratief beheerder van de ondergrond en het eventueel gebruik van de infrastructuur):
Dit principieel akkoord inzake onderhoudsafspraken kan eventueel, uiterlijk voor de voorlopige oplevering van de gerealiseerde infrastructuur voor Fase 2 van de werken, uitgewerkt worden in een aparte overeenkomst tussen Partijen waarbij de afspraken van Fase 1 en Fase 2 samengevoegd worden. De Vlaamse Waterweg en AWV zullen hiertoe het initiatief nemen. In geval van discussie, treden Partijen in onderling overleg.
ARTIKEL 17. - Communicatie
Alle communicatie naar derden gebeurt steeds in onderling voorafgaand overleg tussen de Partijen.
De communicatie gebeurt steeds gezamenlijk, waarbij alle Partijen opgegeven/vermeld worden.
De aanbesteder treedt op als eerste aanspreekpunt (en trekker) voor de communicatie. Kosten die gepaard gaan met de verspreiding van communicatie worden verdeeld à rato van het respectievelijke globale aandeel in de werken. Indien hiervoor beroep wordt gedaan op een externe partij worden eveneens deze kosten à rato van het respectievelijke globale aandeel in de werken verdeeld.
ARTIKEL 18. - Openbaarheid van bestuur en klachtenbehandeling
Partijen verbinden zich ertoe om elkaar wederzijds op de hoogte te houden van vragen die hen gesteld worden in het kader van de regelgeving Openbaarheid van bestuur en klachten.
De Partij aan wie de vraag gesteld/klacht gemeld wordt brengt de andere Partijen zo snel mogelijk op de hoogte van de gestelde vraag/gemelde klacht. De Partij aan wie de vraag gesteld/klacht gemeld wordt beantwoordt de vraag binnen de termijn opgenomen in het bestuursdecreet en tracht de overige betrokken Partijen zo snel mogelijk een ontwerp antwoord te bezorgen waarover suggesties kunnen gedaan worden.
Indien eenzelfde vraag/klacht aan meerdere Partijen gesteld/gemeld wordt, engageren Partijen zich ertoe hierover collegiaal te overleggen opdat iedere bevraagde Partij uiteindelijk eenzelfde antwoord zal bezorgen aan de vraagsteller, minstens het antwoord op de vraag maximaal op elkaar af te stemmen.
Als de klacht wordt gericht aan een onbevoegde Partij, stuurt deze de klacht zo snel mogelijk door naar de Partij die vermoedelijk bevoegd is. Als de klacht betrekking heeft op een aangelegenheid waarbij verschillende Partijen betrokken zijn, wijzen de Partijen in gezamenlijk overleg een coördinerende Partij aan die verantwoordelijk is voor de behandeling van de klacht.
Partijen engageren zich ertoe om dit alles met bekwame spoed af te handelen zodoende dat de termijnen opgenomen in het Bestuursdecreet kunnen gerespecteerd worden.
ARTIKEL 19. - Voorbehoudsclausule
De investeringen van Partijen gebeuren onder voorbehoud van het ter beschikkingstellen van de nodige kredieten en de goedkeuring hiervan door de respectievelijke goedkeuringsorganen.
Partijen verbinden zich ertoe alles in het werk te stellen om voldoende middelen ter beschikking te krijgen.
Ingeval de nodige middelen niet of slechts gedeeltelijk worden toegekend, zullen Partijen overleg plegen en beslissen over de verdere uitvoering van de voorliggende overeenkomst.
ARTIKEL 20. Deelbaarheid
Indien krachtens wettelijke bepalingen van openbare orde of van dwingend recht één of meerdere bepalingen van onderhavige overeenkomst nietig of niet-tegenstelbaar zouden zijn, dan zullen de artikelen die nietig of niet-tegenstelbaar zijn, als ongeschreven beschouwd worden.
De nietigheid of niet-tegenstelbaarheid van een bepaling in deze overeenkomst zal geenszins de nietigheid of de niet-tegenstelbaarheid van de overige bepalingen van deze overeenkomst of van de overeenkomst zelf met zich meebrengen.
Partijen nemen een inspanningsverbintenis op zich om, in voorkomend geval, de nietige bepaling(en) te vervangen door een werkbare en geldige bepaling met een praktisch en economisch gelijkaardig resultaat, in die zin dat te allen tijde het voorwerp van de huidige overeenkomst in essentie bewaard dient te blijven.
ARTIKEL 21. Minder hinder
Alle Partijen zullen maximaal met elkaar afstemmen teneinde zo weinig mogelijk hinder te veroorzaken voor omwonenden en weggebruikers. Partijen zullen ‘Minder Hinder’ op een proactieve en geïntegreerde manier voorbereiden.
De kosten voor de maatregelen inzake Minder Hinder worden verdeeld tussen De Vlaamse Waterweg en AWV (zoals bepaald in artikel 4 van de overeenkomst).
ARTIKEL 22. Ketenaansprakelijkheid
De aanbesteder zal tijdens uitvoering van werken in onroerende staat de sociale en fiscale schulden van de hoofdaannemer en diens onderaannemers controleren in het kader van werken in onroerende staat.
De hoofdaannemer moet 7 dagen voordat enige onderaannemer de werf betreedt, de coördinaten en het RPR-nummer melden aan de leidend ambtenaar, met kopie aan alle Partijen, teneinde de hogervermelde controle op sociale en fiscale schulden toe te laten.
De Partijen komen overeen dat tijdens uitvoering de onderaannemers en eventuele andere onderaannemers in de keten met fiscale en sociale schulden de werf niet mogen betreden en desnoods moeten vervangen worden door schuldenvrije (onder)aannemers.
ARTIKEL 23. GIPOD
De aanbesteder verbindt zich ertoe om alle werken welke voorwerp zijn van deze overeenkomst en onder het toepassingsgebied van het decreet van 4 april 2014 houdende de uitwisseling van informatie over een inname van het openbaar domein in het Vlaamse Gewest en haar uitvoeringsbesluiten (hierna genoemd "GIPOD-decreet") vallen, in te geven in GIPOD. Zij zal hierbij de modaliteiten van het GIPOD-decreet in acht nemen. De aanbesteder staat tevens in voor het tijdige ingeven van wijzigingen (zoals onder meer uitbreidingen) aan de werken.
ARTIKEL 24 Geldend recht en geschillenregeling
Op onderhavige overeenkomst is uitsluitend het Belgisch recht van toepassing.
Partijen zullen de mogelijke conflicten en geschillen die uit de toepassing of de interpretatie van onderhavige overeenkomst zouden kunnen voortspruiten, in eerste instantie trachten minnelijk te regelen. In voorkomend geval zullen Partijen overleg plegen en beslissen over de verdere uitvoering van de voorliggende overeenkomst.
ARTIKEL 26. Inwerkingtreding en duur van de samenwerkingsovereenkomst
De overeenkomst treedt in werking van zodra alle Partijen deze hebben ondertekend en is geldig voor onbepaalde duur.
Deze samenwerkingsovereenkomst kan op ieder moment worden beëindigd middels een onderling, schriftelijk akkoord tussen Partijen.
2. Financieel - concretisering geraamd stadsaandeel voor Fase 1 voor Stad Brugge
Ondertussen werd de eerste fase reeds aanbesteed op initiatief van De Vlaamse Waterweg. Het gunningsverslag is toegevoegd in bijlage 5. Cfr. artikel 7 van de voorliggende samenwerkingsovereenkomst vraagt De Vlaamse Waterweg de instemming van Stad Brugge met het gunningsvoorstel om deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige inschrijver, TM Herbosch-Kiere - CSM - EGD voor een bedrag van 7.467.511,55 euro exclusief btw of 9.035.688,98 euro inclusief btw. Het stadsaandeel op dat gunningsbedrag bedraagt dus 647.971,08 euro exclusief btw (of 784.045,01 euro inclusief btw) en dit past dus binnen bovenvermelde geraamde budgetten. Er kan dus ingestemd worden met de vraag om akkoord (zie bijlage 6) van De Vlaamse Waterweg.
3. Verdere indicatieve timing
Dit grootschalig project bestaat uit diverse fases, waarvan de timing afhankelijk is van heel wat factoren. Een eerste cruciale mijlpaal was het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor de realisatie van de nieuwe Steenbruggebrug met bijhorende omgevingsaanleg. De minister verleende de omgevingsvergunning dd. 14 juli 2023. Helaas zijn er op vandaag 4 verzoekschriften tot vernietiging van de vergunning ingediend bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen.
Aanbestedende overheid en bouwheer De Vlaamse Waterweg nv, Departement Omgeving van de Vlaamse overheid en Stad Brugge hebben ondertussen kennis genomen van deze beroepschriften en zijn deze momenteel zowel technisch-inhoudelijk als juridisch aan het doornemen. Het Vlaams Gewest, De Vlaamse Waterweg nv en Stad Brugge zullen officieel tussenkomen in de procedure en worden hierin elk bijgestaan door een raadsman.
Ervaring leert dat het zeer moeilijk is om uitspraken te doen over de timing voor behandeling van de beroepen door de Raad voor Vergunningsbetwistingen. In normale omstandigheden duurt een procedure van vernietiging minstens één jaar. Maar helaas moet dus voorzichtigheidshalve rekening gehouden worden met een arrest van de Raad binnen 1 à anderhalf jaar.
Wat de impact hiervan op de start van de werken betreft: wegens de huidige onzekerheid over de uitspraak van de Raad voor Vergunningsbetwistingen is De Vlaamse Waterweg als aanbestedende overheid op heden niet van plan om de werken al aan te vatten. Maar dit begrijpelijke standpunt kan eventueel wijzigen in functie van het verdere verloop van de procedure en/of nieuwe inzichten.
Zonder beroepschriften was het de intentie van De Vlaamse Waterweg om in de loop van 2024 de eerste fase van de werken op te kunnen starten op het terrein. Alles wordt intussen op ambtelijk niveau verder afgesproken en uitgewerkt in functie van dit meest gunstige scenario (zodat, in voorkomend geval, een snelle doorstart kan genomen worden).
De samenwerkingsovereenkomst "De vernieuwing van de Steenbruggebrug te Brugge, het wegwerken van knelpunten voor weg-, fiets en vaarverkeer en omgevingsaanleg - Fase 1" tussen 3 partijen, zijnde De Vlaamse Waterweg NV (bouwheer en aanbestedende overheid), Het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) en Stad Brugge, wordt goedgekeurd.