2023_GR_00224 - Ruimtelijke ordening - Oost-Proosse ZN - BVBA Blaarweyde - inrichten van collectieve woningbouw - aanleggen van wegenis en groen - rooilijnenplan en zaak der wegen - goedkeuring.

Beoordelingsbevoegdheid van de gemeenteraad

De gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid over de zaak der wegen. De gemeenteraad beschikt evenwel niet over de bevoegdheid om zich uit te spreken over de vergunningsaanvraag, nu deze dient te worden beoordeeld door de vergunningverlenende overheid.

De gemeenteraad dient zich uit te spreken over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein, rekening houdend met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.

De gemeenteraad dient daarbij wel rekening te houden met het project waar de aanvraag deel van uitmaakt.

Beoordeling

De gemeenteraad heeft kennis genomen van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.

Er werden 2 bezwaren ingediend waarvan 1 in naam van 17 buurtbewoners.

Bezwaren met betrekking tot de zaak der wegen en de bevoegdheid van de gemeenteraad:

• Inplanting voorbij de grenslijn tussen zone 6 en zone 2A

  In het bezwaarschrift van de buurtbewoners wordt gesteld dat de aaneengesloten woningrij deels opgetrokken wordt in zone 6, d.i. de (onbebouwbare) zone voor park binnen het vigerende RUP. 

 Cfr. onderstaande tekening uit het bezwaar zou de overschrijding plaatselijk oplopen tot 1m:

Evaluatie:

N.a.v. dit bezwaar werden de coördinaten van het rooilijnenplan door de bevoegde deskundige van de stad in kaart uitgezet t.o.v. de grondvlakgrenzen van het RUP. Hieruit bleek dat er slechts een zeer beperkte overschrijding was (max. 11cm, opp. 0,27m²) die voortkwam uit de kleine schaal van het grafisch plan (1/3000). De in het bezwaar aangehaalde grote overschrijding klopt dus niet. Er werd alsnog beslist om een nieuw en eenduidig rooilijnenplan op te maken volgens de door de stad aangereikte exacte coördinaten zodat dit onderdeel van het bezwaar ongegrond kan worden verklaard. 

Na aanpassing van de plannen werd geen nieuw openbaar onderzoek georganiseerd aangezien de wijziging tegemoet komt aan de opmerking uit het bezwaarschrift. De wijziging brengt ook geen schending van de rechten van derden met zich mee (art. 30 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning).

•  Verlies groene karakter perceel

In het bezwaar wordt gesteld dat het kappen van bomen in de huidige conjunctuur niet meer verantwoord is en dat er in Brugge al veel groen verdwijnt voor bouwprojecten. Men stelt dat dit een inbreuk is op de natuurzorgplicht.

Evaluatie:

Het project werd tijdens het voortraject uitvoerig besproken met de betrokken stadsdiensten. Om tot huidig ontwerp te komen werd een boomdeskundige aangesteld die zowel een Bomen Effect Analyse (BEA) als een Boombeschermingsplan heeft uitgevoerd en opgemaakt. Er werd ook een Natuurstudiebureau (Eco Spoor) aangesteld om onderzoek te doen naar de natuurwaarden en de biodiversiteit op de site. Het ontwerp houdt rekening met de resultaten van deze studies en werd gunstig beoordeeld door de cluster openbaar domein. Het dossier biedt voldoende garanties op behoud en versterking van de aanwezige groenwaarden. De voorgestelde boscompensatie werd goedgekeurd door het Agentschap voor Natuur en Bos. Er kan gesteld worden dat dit onderdeel van het bezwaarschrift ongegrond is.

De gemeenteraad is van oordeel dat de voorgestelde ligging, breedte en uitrusting van de gemeenteweg een geschikte en aanvaardbare invulling geeft aan het openbaar domein.

Toetsing aan de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.

De in artikel 3 van het gemeentewegendecreet vernoemde doelstellingen zijn:

• De uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
• De herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief vlak als op functioneel vlak.

Advies dienst mobiliteit hierop:

Het dossier voorziet in de bouw van enkele woningen met nieuwe gemeentewegen rond de woningen. De voorgestelde gemeentewegen van dit perceel vormen op zich geen sterke uitbreiding van het huidige lokaal wegennet daar er geen verbinding met andere straten kan gemaakt worden. Enkel is er een in- en uitgang via Oost-Proosse. In dit dossier werd te kennen gegeven dat er meerdere percelen (29G4 en 9P2) in betrokken waren. Het zou een mooie meerwaarde betekenen voor het lokaal wegennetwerk indien de outcome van deze percelen naadloos op elkaar kunnen afgestemd worden waarbij er in de toekomst mogelijks verbindingen kunnen gemaakt worden met de Haarakkerstraat en eventueel ook de Brugse vesten. Op deze manier zou het fijnmazig netwerk zowel functioneel als recreatief er enkele positieve verbindingen bij krijgen. 

Voor voorliggende percelen wordt artikel 3 gunstig geadviseerd. 

Echter werd in voorliggend dossier ook een park ingetekend. Cfr. artikel 4 van het gemeentewegendecreet is het belangrijk dat:

• Wijzigingen van het gemeentelijk wegennet steeds ten dienste staan van het algemeen belang;
• Een wijziging, verplaatsing, of afschaffing van een gemeenteweg een uitzonderingsmaatregel is die afdoende wordt gemotiveerd;
• De verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen steeds in acht worden genomen;
• Wijzigingen aan het wegennet zo nodig beoordeeld worden in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
• Bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet rekening wordt gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoefte van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.

Advies dienst mobiliteit hierop:

4.1. Rekening houdende met het advies uit artikel 3 zou het een mooie meerwaarde zijn indien er toekomstige verbindingen kunnen gemaakt worden met onder andere de Haarakkerstraat en eventueel ook de Brugse vesten. Deze verbindingen zouden het algemeen belang ten dienste komen. Het voorliggende dossier is hier alvast een aanzet op. 

4.2 Er worden gemeentewegen bij gecreëerd. 

4.3 De verbindingen tussen de verschillende percelen dienen in 1 plan te worden ingetekend om zo het overzicht van de verschillende verbindingsmogelijkheden te behouden. In voorliggend plan wordt geadviseerd om ook al te anticiperen op de verbinding met het oostelijk perceel (29G4) zoals op de volgende afbeelding wordt weergegeven. 

4.4 Er worden geen gemeentewegen overschreden

4.5 We verwijzen hier naar het advies in artikel 3 waarbij het een positieve meerwaarde zou betekenen indien de gemeentewegen van de diverse percelen op elkaar worden afgestemd zodat hier in de toekomst een verbinding kan ontstaan tussen Oost-Proosse en de Haarakkerstraat en mogelijks ook de Brugse vesten. 

Conclusie:

Het voorstel is bijgevolg in overeenstemming met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen mits volgende voorwaarde wordt nageleefd:

De overkoepelende visie om het geheel aan percelen in deze omgeving zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen dient bewaakt te worden. 

Opname in het openbaar domein

De ruimte aangeduid op het plan over te dragen grond dient op te worden genomen in het openbaar domein.

Voorwaarden

De voorwaarden van de dienst mobiliteit m.b.t.. de zaak der wegen worden bijgetreden:

• De overkoepelende visie om het geheel aan percelen in deze omgeving zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen moet bewaakt worden.

De voorwaarden van de dienst openbaar domein worden bijgetreden:

• Alle vellingswerken moeten gebeuren buiten het broedseizoen dat loopt van 1 april t.e.m. 30 juni.
• Het opgemaakte verslag van de boomdeskundige moet gevolgd worden. 
• Het werfinfirichtingsplan moet nauwgezet gevolgd worden.
• Tijdens de uitvoering moet de boomdeskundige blijvend betrokken worden. 
• Indien er alsnog schade is aan het te behouden bomenbestand, moet de schade vergoed worden aan de hand van de waardeberekening uniforme methode (VVOG).

Last