Notulen  Gemeenteraad

De diensten van het Agentschap Binnenlands Bestuur hebben de klacht onderzocht en zijn tot de conclusie gekomen dat er geen reden is om de bestreden beslissing te vernietigen. 

De stemming van een agendapunt is pas definitief van zodra de stemming is afgesloten en het stemresultaat is afgekondigd. Uit de beelden van de gemeenteraadszitting blijkt echter dat er een discussie ontstond in de gemeenteraad alvorens het stemresultaat kon worden afgekondigd en het punt kon worden afgesloten. Aangezien de stemming nog niet formeel afgesloten lijkt te zijn geweest, was het mogelijk om over te gaan tot herstemming en is het niet opportuun om de bestreden beslissing te vernietigen.

Bovendien was hetzelfde voorstel hernomen in de zitting van de gemeenteraad van 25 maart 2024, waarbij er duidelijk is gestemd geweest (eveneens afgewezen) en er hiertegen geen klacht werd ingediend.

In de toezichtsbeslissing wordt echter ook opgemerkt dat stemming per fractie evenwel niet is voorzien in het Decreet Lokaal Bestuur en dat dit evenmin is voorzien in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad. De gemeenteraad dient zijn eigen huishoudelijk reglement na te leven en dient rekening te houden met het principe dat elk raadslid zelf zijn stem moet kunnen uitbrengen. 

Dit betekent dat we het huishoudelijk reglement zullen moeten herbekijken en aanpassen.

Daarvoor werd te rade gegaan op de website van de VVSG en de huishoudelijk reglementen van de stad Antwerpen en de stad Mechelen.

Op basis hiervan wordt voorgesteld om het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad wat betreft de stemming, als volgt aan te passen:

HUIDIGE TEKST :

Artikel 20. Stemmingen - Na afronding van de bespreking van elk agendapunt en na desgevallend het voorwerp van de stemming nog eens te hebben omschreven, vraagt de voorzitter het stemgedrag van de gemeenteraadsleden.

Stemmingen gebeuren met het elektronisch stemsysteem, ieders stemgedrag op naam registrerend. Als het elektronisch stemsysteem niet gebruikt kan worden, geschiedt de stemming bij handopsteking.

Enkel op verzoek van een derde van de aanwezige raadsleden wordt er bij naamafroeping gestemd. Elk raadslid zegt dan ja, neen of onthouding, in de volgorde zoals opgeroepen door de algemeen directeur. De voorzitter stemt als laatste.

Een raadslid kan vóór de stemming vragen om een verklaring omtrent zijn/haar stemgedrag in de notulen op te nemen.

VOORSTEL NIEUWE TEKST :

Artikel 20. Stemmingen - Na afronding van de bespreking van elk agendapunt en na desgevallend het voorwerp van de stemming nog eens te hebben omschreven, vraagt de voorzitter het akkoord of het stemgedrag van de gemeenteraadsleden.

Als niemand een opmerking maakt of een expliciete stemming vraagt, wordt het voorstel geacht unaniem te zijn goedgekeurd.

Indien er wel opmerkingen worden gemaakt op het voorliggend ontwerpbesluit, wordt het ter stemming voorgelegd. In principe gebeurt de stemming bij monde van de fractievoorzitters (en in voorkomend geval elk van de onafhankelijk zetelende raadsleden). Elk raadslid heeft evenwel steeds het recht om, wat hem/haar betreft, een andere stem te signaleren dan vertolkt door zijn/haar fractievoorzitter.

Elk raadslid kan ook een volledig individuele stemming (per raadslid) vragen. Die gebeurt ofwel bij handopsteking, ofwel met het elektronisch stemsysteem, ieders stemgedrag op naam registrerend.

Enkel op verzoek van een derde van de aanwezige raadsleden wordt er bij naamafroeping gestemd. Elk raadslid zegt dan ja, neen of onthouding, in de volgorde zoals opgeroepen door de algemeen directeur. De voorzitter stemt als laatste.

Een raadslid kan vóór de stemming vragen om een verklaring omtrent zijn/haar stemgedrag in de notulen op te nemen.

Artikel 26 van het huishoudelijk reglement van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn dient in dezelfde zin aangepast te worden en wordt in een afzonderlijk dossier voorgelegd. 

De gemeenteraad dient de politieverordening op het oneigenlijk gebruik, het ter beschikking stellen en verhandelen van lachgas met als doel het bekomen van een roeseffect, goedgekeurd in de gemeenteraad van 29 maart 2021, op te heffen.

De lokale politie Brugge zal in haar nieuwe kantoren op regio West tijdenregistratie en toegangscontrole voorzien. Om technische redenen en omwille van de compatibiliteit en uniformiteit zal hetzelfde systeem worden aangekocht dat reeds in de overige politiekantoren gebruikt wordt.

De firewall die de lokale politie Brugge gebruikt om haar netwerk te beveiligen is afgeschreven en zal vernieuwd worden.  

Voor de aankoop van de firewallcluster zal de lokale politie Brugge gebruik maken van de raamovereenkomst van de stad Brugge met Real Dolmen.

GAS 2-inbreuken (lichte gemengde inbreuken) en GAS 3-inbreuken (zware gemengde inbreuken), zijn inbreuken die vroeger enkel door het parket werden afgehandeld en die nu ook door de stad kunnen worden gesanctioneerd, en waarvoor de gemeenteraad in zijn reglementen of verordeningen ook een administratieve sanctie heeft voorzien. 

Toepassingsgebied

Zowel GAS 2- als GAS 3-inbreuken kunnen enkel toegepast worden ten aanzien van meerderjarige natuurlijke personen en rechtspersonen. Ze kunnen alleen vastgesteld worden door de politie die daarvoor een proces-verbaal opmaakt.  

Voor GAS 2- inbreuken gaat het over:

• de vernieling/beschadiging van voorwerpen van algemeen nut (artikel 526 Strafwetboek)*;
• graffiti (artikel 534bis Strafwetboek)*;
• opzettelijke beschadiging van onroerende goederen (artikel 534ter Strafwetboek)*;
• kwaadwillig omhakken, snijden, verminken of ontschorsing van bomen (artikel 537 Strafwetboek);
• opzettelijke gehele of gedeeltelijke vernieling van stedelijke afsluitingen en aanverwanten (artikel 545 Strafwetboek)*;
• opzettelijke beschadiging van andermans roerende eigendommen (artikel 559, 1° Strafwetboek)*;
• opzettelijke beschadiging van stedelijke afsluitingen (artikel 563,2° Strafwetboek)*;
• verbod op gezichtsbedekking of -verberging (artikel 563bis Strafwetboek);
• inbreuk op bijzondere openingsuren die bij vergunning voor nacht- en belwinkels zijn opgelegd (inbreuk op artikel 18 van de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening). 

Voor GAS 3 gaat het om volgende inbreuk:

• gehele of gedeeltelijke vernieling of onbruikbaarmaking, met het oogmerk om te schaden, van rijtuigen, wagons en motorvoertuigen (artikel 521, derde lid Strafwetboek)*. 

Voor alle hierboven vermelde inbreuken kan GAS toegepast worden. 

Bij de inbreuken aangeduid met * in de opsomming hierboven verbindt de procureur des Konings zich ertoe in beginsel geen vervolging in te stellen, voor zover er voldaan is aan de onderstaande cumulatieve voorwaarden:

- het materieel nadeel is kleiner of gelijk aan een richtwaarde van 1000 EUR, zoals blijkt uit de aanvankelijke aangifte;

EN

- de dader (of daders) van het feit heeft (hebben) geen gelijkaardige voorgaanden (d.i. geen feiten van beschadiging en vernieling volgens de Algemene Nationale Gegevensbank) in de afgelopen twee jaar, zoals blijkt uit de vaststellingen. 

Op vraag van het parket West-Vlaanderen worden volgende feiten uitgesloten voor de toepassing van GAS 2:

- Feiten van diefstal: in het kader van OMS (Onmiddellijke Minnelijke Schikking) en de PAS-werking (Persoonsgebonden Alternatief en Snel) van het parket West-Vlaanderen geregeld in afzonderlijke omzendbrieven) zijn hiervoor voldoende instrumenten op parketniveau om hier een snel en passend gevolg aan te geven, zodat dergelijke feiten in GAS nog weinig meerwaarde hebben;

- Feiten van feitelijkheden of lichte gewelddaden, omdat deze te veel aanleiding geven tot betwistingen, of tot een kwalificatie als opzettelijke slagen en verwondingen. 

Op vraag van het parket West-Vlaanderen worden volgende feiten uitgesloten voor de toepassing van GAS 3:

- Feiten van opzettelijke slagen en verwondingen, enerzijds omdat zij te vaak aanleiding geven tot betwistingen, anderzijds omdat op parketniveau voldoende instrumenten bestaan om hier een snel en passend gevolg aan te geven (PAS-werking, procedure van bemiddeling en maatregelen, …);

- Inbreuken op artikel 448 Sw. (preventiecode 52A – beledigingen): de constitutieve bestanddelen van dit misdrijf kunnen immers veel gelijkenis vertonen met deze van smaad, laster of belaging, waardoor de kans groot is dat deze dossiers geherkwalificeerd moeten worden. 

Wordt wel toegepast via de GAS-procedure bij GAS 2, maar niet opgenomen als onderdeel van de bovenstaande lijst:

- Feiten van nachtlawaai (artikel 561, 1° Sw): deze inbreuk wordt immers al gesanctioneerd binnen de politieverordening betreffende de bestrijding van geluidshinder en de muziekactiviteiten niet ingedeeld volgens Vlarem. De afhandeling bij de politiediensten, de dienst Inspectie en Handhaving en bij het GAS-team is ondertussen zodanig ingeburgerd dat het weinig meerwaarde biedt om dit artikel in de bestaande politieverordening op te heffen en te vervangen door een nieuw artikel in de nieuwe politieverordening. 

Protocol

GAS 2 en GAS 3 kan enkel toegepast worden indien er een protocol werd afgesloten tussen de gemeente en de procureur des Konings. Dat protocol moet worden opgesteld volgens het model dat bij de omzendbrief WVL 2024/05 is toegevoegd. 

In dat protocol wordt uitdrukkelijk opgenomen dat de procureur des Konings zich in beginsel niet verzet tegen het opstarten van de GAS-procedure, en de sanctionerend ambtenaar dus geen mededeling van het parket moet afwachten om de GAS-procedure op te starten. 

Het modelprotocol voorziet daarom eenzelfde werkwijze voor de GAS 2- en de GAS 3-inbreuken. In die zin gaat huidige richtlijn en het modelprotocol verder dan de wettelijk voorziene regeling die voorschrijft dat GAS 3 pas kan worden toegepast na uitdrukkelijke machtiging door de procureur des Konings.

De procureur des Konings kan wel altijd beslissen om strafvervolging in te stellen. In dat geval geeft hij hier zo snel mogelijk kennis van aan de sanctionerend ambtenaar, die de GAS-procedure onmiddellijk stopzet. 

Art. 23 van de GAS-wet bepaalt dat het protocolakkoord afgesloten wordt door het College, maar ook bekrachtigd moet worden door de Gemeenteraad.

Politieverordening

Al deze gemengde inbreuken moeten opgenomen zijn in een politieverordening vooraleer die afgehandeld kunnen worden via de GAS-procedure. Bij de vaststelling van een gemengde inbreuk zal de politie moeten nagaan of de inbreuk via GAS of via de klassieke strafrechtelijke afhandeling dient te gebeuren (belangrijk om het onderscheid te maken tussen de inbreuken in bovenstaande lijst en deze die volgens het parket W-Vl. niet via GAS afgehandeld kunnen worden).

In bijlage bevindt zich de Politieverordening betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor gemengde inbreuken GAS 2 en GAS 3. Met deze verordening geeft de Stad Brugge uitvoering aan artikel 3 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, en latere wijzigingen, dat bepaalt dat de gemeenteraad kan voorzien in een administratieve sanctie voor de GAS 2- en GAS 3-inbreuken. 

Afhandeling

Factuur of schadebestek

Ingeval van beschadigingen of diefstallen vraagt de politie altijd een factuur of schadebestek op bij de benadeelde, die als bijlage bij het proces-verbaal wordt gevoegd.

Wanneer er binnen de termijn van het toesturen van het proces-verbaal aan het parket of de sanctionerend ambtenaar geen schadebestek of factuur wordt overgemaakt door de benadeelde, wordt het nadeel verondersteld kleiner of gelijk aan de hierboven vermelde bedragen te zijn.

Overmaken proces-verbaal

Indien het dossier volgens huidige richtlijn in aanmerking komt voor GAS, brengt de politie op het voorblad van het proces-verbaal een stempel aan met vermelding “GAS”. In ISLP/FEEDIS wordt aangeduid dat dit een GAS-pv betreft. De politie maakt een afschrift van het proces-verbaal over aan de sanctionerend ambtenaar. De sanctionerend ambtenaar kan na ontvangst van dit afschrift, waarop een stempel of duidelijke vermelding “GAS” is aangebracht, de GAS-procedure opstarten zonder te moeten wachten op de uitdrukkelijke toelating daartoe van het parket.

Het origineel proces-verbaal wordt niet overgemaakt aan het parket. Wel wordt om de drie maanden een lijst met opgestelde GAS 2-processen-verbaal overgemaakt aan het parket, op basis waarvan het parket deze dossiers kan afboeken in MaCH. Deze lijst moet aan het parket worden overgemaakt op 15 januari, 15 april, 15 juli en 15 oktober.

Kennisgeving van de beslissing

Wanneer de sanctionerend ambtenaar beslist tot het opstarten van de GAS-procedure, deelt hij dit per aangetekende brief mee aan de overtreder, waarbij opgave wordt gedaan van de gegevens vermeld in artikel 25, § 2 GAS-wet.

GAS 4-inbreuken zijn enkele in artikel 3, 3° en 4° GAS-wet specifiek bepaalde verkeersinbreuken waarvoor de gemeenteraad, na het afsluiten van een protocol met de procureur des Konings, in zijn reglementen of verordeningen ook een administratieve sanctie heeft voorzien.

Toepassingsgebied

GAS 4- inbreuken kunnen enkel toegepast worden ten aanzien van meerderjarige natuurlijke personen of rechtspersonen en kunnen vastgesteld worden door de politie en GAS-vaststellers.

Volgende GAS 4- inbreuken worden via GAS gesanctioneerd:

1. Overtredingen betreffende stilstaan en parkeren, met uitzondering van stilstaan en parkeren op de overweg en parkeren op een parkeerplaats voor personen met een fysieke beperking. Deze overtredingen worden opgesplitst in twee categorieën: 

Eerste categorie overtredingen, bestraft met een GAS-boete van 58 euro:

• Parkeren in erven en woonerven;
• Stilstaan en parkeren op verhoogde inrichtingen;
• Parkeren voetgangerszones; 
• Opstelling stilstaand of geparkeerd voertuig ten opzichte van de rijrichting; 
• Stilstaan of parkeren op een berm; 
• Stilstaan of parkeren volledig of deel op de rijbaan; 
• Opstelling fietsen en tweewielige bromfietsen; 
• Opstelling motorfietsen; 
• Stilstaan en parkeren op plaatsen waar gevaar veroorzaakt kan worden of onnodige hinder zou veroorzaken; 
• Parkeren op specifieke plaatsen zoals omschreven in artikel 25.1, 1°, 2°, 3°, 5°, 8° tot 13° van het KB van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg; 
• Onjuiste aanduiding parkeerschijf; 
• Parkeren onrijvaardige motorvoertuigen en aanhangwagens; 
• Parkeren auto’s, slepen en aanhangwagens met een MTM van meer dan 7,5 ton; 
• Parkeren reclamevoertuigen; 
• Verkeersborden betreffende het stilstaan en parkeren; 
• Verkeersbord halfmaandelijks parkeren; 
• Stilstaan en parkeren op verkeersgeleiders en verdrijvingsvlakken; 
• Stilstaan en parkeren op witte markering parkeerzone; 
• Stilstaan en parkeren op dambordmarkeringen; 
• Verboden toegang, in beide richtingen, voor iedere bestuurder; 
• Verkeer in voetgangerszones. 

Tweede categorie overtredingen, bestraft met een GAS-boete van 116 euro:

• Stilstaan en parkeren op autowegen;
• Stilstaan en parkeren op specifieke plaatsen zoals omschreven in artikel 24, lid1, 1°, 2°, 4° tot en met 6° van het KB van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg; 
• Parkeren op specifieke plaatsen zoals omschreven in artikel 25.1, 4°, 6°, 7° van het KB van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.

2. Overtredingen op het verkeersbord C3 (autoluw/autovrij), bestraft met een GAS-boete van 58 euro.

Ter handhaving van de autoluwe/autovrije zone in het stadscentrum van Brugge werd in bepaalde straten de toegang tot deze zones afgebakend door middel van het verkeersbord C3. De toegang tot de autoluwe/autovrije zones wordt gemonitord door camera’s die gebruik maken van automatische nummerplaatherkenning (ANPR-camera’s).

Gezien de lokale politie Brugge de data van de ANPR-camera’s zelf verwerkt voor de opmaak van de vaststellingen, die vervolgens worden overgemaakt aan de sanctionerend ambtenaar, vallen deze camera’s onder het toepassingsgebied van de wet op het politieambt van 5 augustus 1992, gewijzigd door de wet van 21 maart 2018. Wanneer de inbreuken niet vastgesteld worden door middel van ANPR-camera’s, wordt de bestuurder onmiddellijk geïdentificeerd.

3. Overtredingen op het verkeersbord F103 (voetgangerszone)

Deze overtredingen worden bestraft met een GAS-boete van 58 euro.

4. Overtredingen op het verkeersbord F111 (inhalen in fietsstraat)

Het inhalen van fietsers in een fietszone (inbreuk verkeersbord F111) is een nieuwe gemengde GAS inbreuk. Dit is opgenomen in de recente aanpassing van de GAS-wet.
Het is voorlopig nog niet mogelijk om deze nieuwe inbreuken met betrekking tot de fietszone te sanctioneren. Hiervoor is een aanpassing van het KB GAS 4 (KB van 9 maart 2014) vereist en zal er een boetebedrag gekoppeld worden aan deze overtredingen. Een exacte timing over de aanpassing van dit KB is er nog niet.

In afwachting hiervan is er nog geen sanctionering via GAS mogelijk.

5. Het niet nakomen van de verplichting tot het kenbaar maken van de identiteit van de bestuurder die de overtreding zoals hierboven bedoeld beging

Indien het niet mogelijk is om de bestuurder op het ogenblik van de vaststelling te identificeren, gelden de regels betreffende de kentekenaansprakelijkheid, waarbij een vermoeden geldt dat de inbreuk werd begaan door de houder van de kentekenplaat van het voertuig.

De houder van de kentekenplaat kan dit vermoeden weerleggen door met elk middel te bewijzen dat hij niet de bestuurder was op het ogenblik van de feiten. In dat geval moet de identiteit van de bestuurder kenbaar gemaakt worden.

Protocol

GAS 4 kan enkel toegepast worden indien er een protocol werd afgesloten tussen de gemeente en de procureur des Konings.

Dat protocol moet worden opgesteld volgens het model dat als bijlage aan de omzendbrief WVL 2024/05 is toegevoegd. Wat betreft de GAS 4 wordt daarin uitdrukkelijk opgenomen dat de procureur des Konings zich in beginsel niet verzet tegen het opstarten van de GAS-procedure, en de sanctionerend ambtenaar dus geen mededeling van het parket moet afwachten om de GAS-procedure op te starten.

De procureur des Konings kan wel altijd beslissen om strafvervolging in te stellen. In dat geval geeft hij hier zo snel mogelijk kennis van aan de sanctionerend ambtenaar, die de GAS-procedure onmiddellijk stopzet.

Art. 23 van de GAS-wet bepaalt dat het protocolakkoord afgesloten wordt door het College, maar ook bekrachtigd moet worden door de Gemeenteraad.

Politieverordening

In bijlage bevindt zich de politieverordening betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de GAS 4-overtredingen inzake stilstaan en parkeren, de verkeersborden C3, F103, F111 en het niet nakomen van de verplichting inzake de kentekenaansprakelijkheid.

Deze geeft uitvoering aan artikel 3 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, dat bepaalt dat de gemeenteraad kan voorzien in een administratieve sanctie voor:

- artikel 3, 3°: de inbreuken opgesomd in het Koninklijk Besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen met betrekking tot:

            - het stilstaan en het parkeren, met uitzondering van de overtredingen opgesomd in artikel 3.3 van deze politieverordening; 

            - de verkeersborden C3 en F103;

- artikel 3, 3°, tweede streepje: overtredingen van de bepalingen betreffende het verkeersbord F111, zoals bepaald in een Koninklijk Besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad;

- artikel 3, 4°: het niet nakomen van de verplichting tot het kenbaar maken van de identiteit van de bestuurder die de overtreding beging, zoals bedoeld in artikel 33, derde lid, derde zin van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

Afhandeling

Overmaken proces-verbaal

De vaststellingen inzake een GAS 4-inbreuk dienen enkel te worden overgemaakt aan de sanctionerend ambtenaar van de gemeente waar de feiten zich hebben voorgedaan, al dan niet in gematerialiseerde vorm. Er wordt geen afschrift overgemaakt aan de procureur des Konings.

Het proces-verbaal moet binnen de veertien dagen na de vaststelling aan de overtreder worden overgezonden, bij gebreke waaraan de bijzondere bewijswaarde van het proces-verbaal vervalt.

Kennisgeving van de beslissing

Wanneer de sanctionerend ambtenaar beslist tot het opstarten van de GAS-procedure, deelt hij dit binnen de 15 dagen na ontvangst van de vaststelling van de inbreuk per gewone brief mee aan de overtreder. Daarbij wordt opgave gedaan van de gegevens met betrekking tot de vastgestelde feiten en de begane inbreuk, en van het bedrag van de administratieve geldboete die betaald moet worden binnen de 30 dagen na de kennisgeving.

De overtreder kan binnen die termijn zijn verweer laten kennen, waarna de sanctionerend ambtenaar hierover een beslissing moet nemen. Wanneer het verweer niet gegrond wordt geacht, moet de overtreder van deze beslissing op een gemotiveerde wijze op de hoogte worden gebracht, waarna hij/zij opnieuw een termijn van 30 dagen krijgt voor de betaling.

GEEN GAS 5

In de arrondissementele omzendbrief van het Parket West-Vlaanderen is er een duidelijke aanbeveling van de Procureur om GAS 5 niet op te nemen in de stedelijke reglementen.  GAS 5 biedt volgens de omzendbrief geen meerwaarde in de verkeershandhaving, wel in tegendeel.  Het opnemen van GAS 5 in de stedelijke reglementen impliceert dat deze inbreuken op dit grondgebied dan ook de facto volledig gedepenaliseerd worden.  Gelet op de beperkte mogelijkheden van de sanctionerend ambtenaar inzake opsporing van buitenlandse overtreders en gebruikers van firmawagens, betekent dit dat de invoering van GAS 5 voor veel overtreders tot straffeloosheid zal leiden. Bovendien institutionaliseert dit op die manier een ongelijkheid tussen verschillende categorieën van overtreders.  Het parket van West-Vlaanderen zal geen vervolging instellen voor inbreuken op art 67bis en 67 ter van de Wegverkeerswet indien voor de onderliggende snelheidsovertreding toepassing gemaakt wordt van GAS 5.

Er zitten heel wat veranderingen aan te komen in de toepassing van GAS in Brugge.  Dit betekent dat heel wat werkprocessen en procedures moeten herschreven en uitgetest worden.  We willen ons eerst focussen op de goede uitrol van de GAS 2/3/4.

Momenteel is er nog onduidelijkheid over de doorstortregeling.  Er werden nog geen formele beslissingen genomen hierover.  Wellicht zullen deze beslissingen pas genomen worden na de verkiezingen en de samenstelling van de Vlaamse Regering.

Om te voldoen aan de voorwaarde van het artikel 6.9 van het Koninklijk Besluit van 28 januari 2014 betreffende de bemiddeling in het kader van Gemeentelijk Administratieve Sancties sluit stad Brugge een samenwerkingsakkoord af met PZ Het Houtsche, dit betreft een samenwerking met drie gemeenten: Beernem, Oostkamp en Zedelgem.

Dit werd in samenspraak met stad Oostende beslist. Stad Oostende heeft via FOD Ontwikkelingssamenwerking en Grootstedenbeleid 1.5 VTE in dienst voor de GAS-bemiddeling en een overeenkomst met alle steden/gemeenten binnen het gerechtelijke arrondissement. De samenwerkingsovereenkomst die stad Brugge met PZ Het Houtsche nu afsluit is diezelfde als die van stad Oostende, zodat er uniform binnen het gerechtelijke arrondissement wordt gewerkt. 

Het doel van de samenwerkingsovereenkomst is de bepaling van de praktische modaliteiten van de samenwerking tussen stad Brugge en de politiezone Het Houtsche met betrekking tot de GAS-bemiddeling. De stad Brugge en de gemeenten die deel uitmaken van de politiezone Het Houtsche verbinden zich ertoe om samen te werken voor het inzetten van de door de federale regering gefinancierde bemiddelaar voor de implementering en toepassing van de bemiddelingsprocedure op hun grondgebied, zoals voorzien in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties.

Gezien de impact van zowel autoluwe zones als emissievrije logistiek op de bereikbaarheid van de stad, zal heel wat studiewerk, overleg met stakeholders en flankerend beleid nodig zijn. Door de complexiteit van de materie en de schaal van de oefening, is het aangewezen dat hiervoor een gespecialiseerd studiebureau aangesteld wordt. De ‘objectieve’ blik van deze partij zal er ook voor zorgen dat het draagvlak groter is bij bewoners en ondernemers.

Concreet schrijft de Stad een overheidsopdracht uit voor:

• Subopdracht 1: Een studie waarbij onderzocht wordt in welke richting de binnenstad moet evolueren inzake mobiliteit (visie) en in welke mate de binnenstad autoluw gemaakt moet/kan worden. De bijhorende roadmap omschrijft de nodige stappen die tijdens de volgende legislatuur (2025-2030) gemaakt moeten worden om de beoogde modal shift te realiseren.

• Subopdracht  2: Een Sustainable Urban Logistics Plan waarin beschreven wordt hoe de Stad stedelijke logistiek emissievrij (in de binnenstad) moet organiseren. De bijhorende roadmap omschrijft de nodige stappen die tijdens de volgende legislatuur (2025-2030) gemaakt moeten worden.

• Subopdracht  3: De bijhorende participatietrajecten en proeftuinen. De verschillende stakeholders krijgen de mogelijkheid actief te participeren doorheen beide projecten. Dit via een online participatieplatform, verschillende workshops, feedbackmomenten,… Daarnaast worden ook proefopstellingen geplaatst in het straatbeeld. Bruggelingen kunnen deze evalueren.

Subopdracht 1:  Studie en roadmap Autoluwe Binnenstad

Subopdracht 1A: Drie scenario’s, met verschillende ambitieniveau’s.

De opdrachtnemer beschrijft drie scenario’s voor Stad Brugge, die elk een gradatie van ambitieniveau weerspiegelen. Elk scenario wordt ingeleid door een beknopte visienota. De verwachte impact op de modal split, luchtkwaliteit, ,… wordt per scenario gedocumenteerd.

• Scenario 1 (Minimumdoelstellingen Klimaatplan): BruggeNaarMorgen: Een mobiliteitsbeleid voor de binnenstad dat de doelstellingen uit het Klimaatplan vertaalt in concrete acties. Fietsen wordt de norm. Wagens die niet in de binnenstad moeten zijn, worden maximaal geweerd. Ook het verplaatsingsgedrag van de Bruggeling zelf zal mee moeten evolueren. Daarnaast wordt sterk ingezet op duurzame alternatieven.

• Scenario 2 (Medium ambitie): Autoluw Brugge: Een mobiliteitsbeleid waarbij enkel vergunningshouders de binnenstad nog kunnen inrijden. Een uitgewerkt doelgroepenbeleid en een aangepast circulatieplan staan centraal in dit scenario. Ook het verplaatsingsgedrag van de Bruggeling zelf zal mee moeten evolueren. Daarnaast wordt sterk ingezet op duurzame alternatieven.

• Scenario 3 (Grote ambitie): Leefstad Brugge: Het openbaar domein wordt maximaal aangepast in functie van leefbaarheid en beleving. Mobiliteit in de binnenstad wordt heruitgevonden. Grote delen van de stad zijn niet langer toegankelijk met de wagen. Het circulatieplan wordt sterk aangepast. Ook de Bruggeling zelf zal inspanningen moeten doen. Daarnaast wordt sterk ingezet op duurzame alternatieven.

Subopdracht 1B: Beantwoorden onderzoeksvragen per scenario

De opdrachtnemer beantwoordt onderstaande onderzoeksvragen per scenario: 

• Locatie en omvang van de autoluwe, autovrije, fiets- en voetgangerszones? Welke tussenstappen kunnen of moeten gemaakt worden tussen 2025 en 2030? Welk effect kan verwacht worden van de autoluwe zone op de modal shift, klimaatdoelstellingen en economische bedrijvigheid? 
• Welke doelgroepen krijgen toegang tot de autoluwe zone en wie niet? Wat met zorgverstrekkers, scholen, gasten van hotels met parking, bezoekers van de bewoners, deelwagens,…?
• Hoe passen we parkeren ruimtelijk in in de stad? Moet de focus liggen op ondergronds parkeren, straatparkeren,  buurtparkings, parkeerpockets of een combinatie van? In welke verhouding? Wat is de link met elektrificatie?
• Welke aanpassingen in het parkeerbeleid voor wagens en fietsen zijn nodig? Nieuwe tarifering? Wie kan nog waar parkeren? Hoeveel parkeerplaatsen kunnen geschrapt worden? Wat is de toekomst van de centrumparkings Biekorf en Zilverpand in een autoluwe stad? Hoe ambitieus moet het stadsbestuur zijn in het parkeerbeleid naar bewoners toe (limiteren en betalend maken van vergunningen,…) om de klimaatdoelstellingen en beoogde modal shift te realiseren? 
• Welke (high-level) aanpassingen in de circulatieplannen zijn nodig? Welke verkeerstechnische ingrepen zijn nodig om de verkeersstromen te optimaliseren? Waar is de creatie van een poorteffect wenselijk? Welke (dynamische) bebording is wenselijk?
• Hoe moet de autoluwe zone gehandhaafd worden? Welke inkomsten kan de stad verwachten en in welke mate weegt die op tegen de te maken investeringen (ANPR, handhavers,…)?
• Wat is de impact op het openbaar vervoer? Welke andere mobiliteitsoplossingen zijn wenselijk (extra deelwagens, nieuwe visie en/of route centrumshuttle, taxistandplaatsen, alternatieve vormen van openbaar vervoer…)? Kan het Openbaar Vervoer georganiseerd worden met minder grote bussen? Wat met toeristische vervoermiddelen? (Citytours, koetsen,…)?
• Hoe waarborgen we de bereikbaarheid van de binnenstad voor minder mobiele doelgroepen (ouderen die minder goed te been zijn, mensen met een fysieke beperking, zwangere vrouwen, blinde en slechtziende personen,…)?
• Zijn er flankerende maatregelen nodig buiten het centrum? Uitbreiding van de blauwe zone? Extra parkeermogelijkheden/grote P&R voor bezoekers/toeristen op de rand? Extra opties openbaar vervoer of deelmobiliteit?

Subopdracht 1C: Roadmap en circulatieplan voor het weerhouden scenario

Nadat het college één van de voorgestelde scenario’s kiest, vertaalt de opdrachtnemer deze in een roadmap met te nemen acties en, indien opportuun, een aangepast circulatieplan.

• De roadmap omschrijft de nodige acties die tijdens de volgende legislatuur (2025-2030) gemaakt moeten worden om de beoogde visie/modal shift te realiseren. Er wordt rekening gehouden met de differentiatie in verschillende soorten wijken in de binnenstad (historisch centrum, woonwijken, winkelstraten,…). De opdrachtnemer identificeert ‘laag hangend fruit’ (acties die snel geïmplementeerd kunnen worden) en ‘gamechangers’ (acties met erg hoge impact waardoor de modal shift versneld kan worden). Er wordt extra ingezoomd op acties met betrekking tot parkeren en parkeermanagement (vergunningenbeleid, tarieven, toekomst de centrumparkings, ,…). 

• Het weerhouden scenario wordt eventueel vertaald in een aangepast circulatieplan voor de binnenstad. Het aangepaste circulatieplan omvat de verschillende verkeersstromen: Autoverkeer, de verschillende vormen van openbaar vervoer, taxi, zachte modi,...

Subopdracht 2: Sustainable Urban Logistics Plan (SULP)

De toename van de vervoersvraag voor zwaar vervoer (vrachtwagens) wordt in Brugge geraamd op 35% tegen 2050. De historische stadskern met zijn authentieke karakter en bochtige straten is echter niet gemaakt om zwaar vervoer te faciliteren. Zwaar verkeer in de binnenstad leidt tot verkeersonveilige situaties enerzijds en extra vervuiling (‘street canyons’) anderzijds.  

Een andere, en vooral duurzamere, belevering van de binnenstad is dan ook een prioritaire actie in het Brugs klimaatplan. Ook de Europese Commissie (TEN-T) en de Vlaamse Regering ambiëren een emissievrije belevering van stadscentra. Brugge zal er alles aan moeten doen om het aantal 'overbodige' transportkilometers en de bijhorende CO2 uitstoot maximaal te beperken om de toenemende transportvraag te compenseren. 

In dit kader wordt emissievrije belevering van centrumsteden momenteel voorbereid op bovenlokaal niveau. Dit via een kaderovereenkomst emissievrije stedelijke distributie. Door de kaderovereenkomst worden steden deels ontzorgd in de transitie naar emissievrije distributie. Vlaanderen voorzien het juridisch kader en zorgt ervoor dat de voorwaarden in stadscentra grotendeels gelijkaardig zijn. 

Stad Brugge blijft echter verantwoordelijk voor:

• De strategische visie en het eigen actieplan (SULP);
• Graduele invoering van een zero-emissie zone in de binnenstad;
• Het bepalen van de omvang van de zero-emissie zone;
• Handhaven van de zero-emissie zone;
• Koppeling met autoluwe/lage emissiezone;
• Lokaal stakeholdermanagement;
• Oprichten of faciliteren van een stadsdistributiecentrum (‘SDC’) waar logistieke stromen efficiënt en duurzaam gekoppeld worden;
• Subsidie en stimulatie van duurzame alternatieven; zoals de cargofiets.

Het einddoel van deze subopdracht is een catch-all studie dat vertaald wordt in een Sustainable Urban Logistics Plan (SULP) voor de periode 2025-2030. De studie vertrekt vanuit de resultaten van R!sult en het door Vectris uitgevoerd onderzoek. Een kritische evaluatie van deze onderzoeken maakt deel uit van de opdracht. 

Centraal in de studie staan de transitie naar emissievrij beleveren, een stedelijk distributiecentrum en hoe de Stad deze dient te (laten) organiseren. Verschillende businessmodellen en waardeketens worden onderzocht en geëvalueerd. Finaal streeft de Stad naar een model dat op termijn zelfbedruipend/rendabel is. Het nodige flankerend beleid wordt uitgebreid gedocumenteerd. 

Subopdracht 2A: Visienota

De opdrachtnemer schrijft een visienota Emissievrije Stedelijke Logistiek met concrete beleidsdoelstellingen voor Stad Brugge. In de visie worden cijfermatige ambities en algemene beleidsdoelstellingen/principes geformuleerd. De visienota vertrekt vanuit een lokale context en situatieschets en houdt rekening met trends van vandaag en morgen. Reeds afgeronde studies en onderzoeken vormen een vertrekbasis en worden kritisch geëvalueerd. Verschillende businessmodellen en waardeketens voor een stedelijk distributiecentrum worden onderzocht en geëvalueerd.

Subopdracht 2B: Twee scenario’s/varianten

De opdrachtnemer vertaalt de visienota in twee scenario’s/varianten, met telkens een andere afbakening van de zero-emissie zone. In beide scenario’s de geografische afbakening gekoppeld aan concrete, te verwachten resultaten op vlak van logistieke bewegingen, luchtvervuiling,…. Koppelkansen met een autoluw gebied voor particulieren (Subopdracht 1) worden verkend en in kaart gebracht. 

Subopdracht  2C: SULP en Charter Stedelijke Logistiek

• De opdrachtnemer maakt een Sustainable Urban Logistics Plan (SULP) voor de periode 2025-2030, op basis van het door het college gekozen scenario. In de SULP worden de nodige stappen opgesomd die de stad zal moeten nemen om de transitie naar emissievrije logistiek en minder zwaar verkeer te bewerkstelligen. Dit gebeurt op een planmatige manier, met een duidelijke tijdslijn. Ook de handhaving van de ZES (investeringen versus opbrengsten) wordt meegenomen. Wijzingen in het circulatieplan worden eveneens opgenomen.

• De opdrachtnemer begeleidt de Stad in het opstellen van een Charter Stedelijke Logistiek. via een participatief proces en ondertekend door de belangrijkste lokale stakeholders. Het charter bevat de engagementen van en afspraken tussen Stad Brugge, de ondernemers, koepelorganisaties,.. die nodig zijn om de transitie naar emissievrije logistiek waar te maken.

Subopdracht  3: Participatie

Voor Stad Brugge is een bottom-up/participatieve benadering in beide trajecten een cruciale succesfactor. Enerzijds wil de stad voldoende input verzamelen om weloverwogen beslissingen te kunnen maken. Anderzijds zorgt de co-creatieve aanpak voor een groter draagvlak bij de verschillende doelgroepen. De Dienst Mobiliteit ambieert om van het traject Autoluw Brugge de grootste participatie-oefening in de geschiedenis van de stad te maken. Ook voor de SULP zullen de verschillende stakeholders actief betrokken moeten worden. Eén van de eindresultaten in deze oefening is een charter dat ondertekend wordt door de Stad én door de ondernemers. De nodige stappen worden uitvoerig beschreven in het bijgevoegde bestek. 

Wijze van gunnen

Deelopdracht 1: Autoluw Brugge: 75 punten

• Prijs studie Autoluw Brugge: 45 punten: Een globale prijs voor het opmaken van drie scenario’s (zie opdracht 1A), het beantwoorden van de onderzoeksvragen per scenario (zie opdracht 1B) en het doorvertalen van het gekozen scenario naar een roadmap en circulatieplan (zie opdracht 1C). 

• Prijs van aanpak Autoluw Brugge: 30 punten: De inschrijver beschrijft in een nota van maximaal zes bladzijden een plan van aanpak. Het plan van aanpak benoemt de nodige stappen die tijdens het traject gezet moeten worden. Er is aandacht voor rollen en verantwoordelijkheden, gebruik van data, de tijdslijn van het project en te realiseren van quick-wins. 

Deelopdracht 2: Stedelijke Logistiek: 75 punten

• Prijs studie Stedelijke Logistiek: 45 punten: Een globale prijs voor het opmaken van een visienota (zie opdracht 2A), het opmaken van twee scenario’s (zie opdracht 2B) en het doorvertalen van het gekozen scenario naar een SULP en het initiëren van een Charter Stedelijke Logistiek (zie opdracht 2C).

• Prijs van aanpak Stedelijke Logistiek: 30 punten: De inschrijver beschrijft in een nota van maximaal zes bladzijden een plan van aanpak. Het plan van aanpak benoemt de nodige stappen die tijdens het traject gezet moeten worden. Er is aandacht voor rollen en verantwoordelijkheden, gebruik van data, de tijdslijn van het project en te realiseren van quick-wins. 

Deelopdracht 3: Participatie: 90 punten

• Prijs participatie Autoluw Brugge: 30 punten

• Prijs participatie Stedelijke Logistiek / SULP: 30 punten

• Plan van aanpak participatie Autoluw Brugge: 15 punten: De inschrijver beschrijft in een nota hoe de fysieke participatie georganiseerd zal worden, welke participatiegraad beoogd wordt, wat de doelgroepen zijn,... Daarnaast beschrijft de inschrijver uitvoering hoe de online participatie georganiseerd zal worden (welk platform, welke analyses,...).

• Plan van aanpak participatie Stedelijke Logistiek / SULP: 15 punten: De inschrijver beschrijft in een nota hoe de fysieke participatie georganiseerd zal worden, welke participatiegraad beoogd wordt, wat de doelgroepen zijn,... Daarnaast beschrijft de inschrijver uitvoering hoe de online participatie georganiseerd zal worden (welk platform, welke analyses,...).

Algemeen: 60 punten

• Visie: 30 punten: De inschrijver schets in een nota van maximaal twee bladzijden de probleemstelling/opdracht en geeft hierover een reflectie. De inschrijver toont aan kennis en inzichten te hebben in de uitdagingen zoals door de opdrachtgever omschreven. Hierbij wordt rekening gehouden met de kenmerken, schaal,… van de stad Brugge, de (klimaat-)ambities van het stadsbestuur én de verschillende doelgroepen.

• Team: 30 punten: Gezien het innovatief karakter van deze opdracht wordt in de offerte aangetoond dat het team voldoende divers werd samengesteld  en over de nodige skills beschikt om deze opdracht tot een goed einde te brengen daar dit noodzakelijk is voor een goede uitvoering van de opdracht. Het team dient dit aan te tonen door duiding van expertise en meerwaarde van elke deelpartner en voorziet minimaal 3 referenties. 

Financiële ondersteuning van VLAIO

Stad Brugge kreeg, na goedkeuring van het projectvoorstel 'Duurzame bereikbaarheid van de kern' een subsidie van 487.118 euro voor een uitbreiding van de autoluwe zone, een aanpassing van het openbaar domein, de verduurzaming en het efficiënter maken van de stedelijke logistiek en de ontwikkeling van een Roadmap Autoluwe Binnenstad. De maximale steun per gemeente was 500.000 euro. Voor het luik investeringen bedraagt het steunpercentage 70%. Voor het flankerend initiatief geldt een steunpercentage van 50%. De steun voor flankerende initiatieven mag maximaal 15% van de totale steun bedragen. Reeds gegunde of (deels) uitgevoerde werken aan het openbaar domein zijn niet subsidiabel. Ook enkele voorgestelde financiële tussenkomsten voor eindgebruikers kunnen niet terugbetaald worden. 

De studie die voorwerp uitmaakt van deze nota wordt ook met deze VLAIO middelen betaald, meer bepaald via de flankerende actie : roadmap autoluwe binnenstad. 

Hieronder ter info ook alle acties binnen de VLAIO subsidie.

Actie 1: Doordachte uitbreiding van de autoluwe zone in functie van beleving en leefbaarheid: 289.150 euro subsidie

• Omvormen van parkeerplaatsen naar (bak)fietsparkeerplaatsen: 17.500 euro subsidie
• Omvormen van parkeerplaatsen naar groenzone: 25.200 euro subsidie
• Aankoop ANPR Camera en toebehoren (dynamische signalisatie,…): 154.000 euro subsidie
• Communicatiecampagne Autoluwe Binnenstad: 37.500 euro subsidie
• Bebording autoluw gebied: 35.000 euro subsidie
• Inrichting nieuwe taxistandplaatsen: 8.750 euro subsidie
• Opstart deelfietsensysteem op randparkings Coiseau en Waggelwater: 11.200 euro subsidie

Actie 2: Aanpassen openbaar domein in functie van beleving en leefbaarheid: 128.800 euro subsidie

• Creatie poorteffect: Kleine ingrepen: 35.000 euro subsidie
• Bypass Wollestraat x Markt: 8.750 euro subsidie
• Inrichting Kuiperstraat als verblijfsgebied/voetgangerzone: 85.050 euro subsidie

Actie 3: Efficiënte en duurzame stedelijke logistiek: 33.600 euro subsidie 

• Opstart deelplatform cargofietsen: 33.600 euro subsidie 

Flankerende actie: Roadmap Autoluwe Binnenstad: 50.000 euro subsidie

• Studie Autoluwe Binnenstad
• Participatietraject
• Roadmap/nodige acties en timeline

1. Nood aan mobiele klasunits voor de vzw Sint-Andreasinstituut

Na de verhuis in 2023 zitten nog niet alle opleidingen/klassen van het Sint-Andreasinstituut op dezelfde locatie. De vzw Sint-Andreasinstituut gaf aan dat ze graag, vanaf volgend schooljaar (september 2024) alles zouden centraliseren. Zo werd een voorgestel gedaan om tijdelijk mobiele klasunits te plaatsen op het binnengebied dat al in gebruik was  (de zogenaamde 'zone 2', bestemd in de overeenkomst als 'parking/kiss & ride'). De school heeft deze 'zone 2', via de Stad Brugge, al in bruikleen van de Regie der Gebouwen. 

Over dit voorstel vond op 30/01/2024 overleg plaats met vertegenwoordigers van de vzw Sint-Andreasinstituut, de Regie der Gebouwen en de Stad Brugge (verslag in bijlage 7). De verschillende partners kwamen tot het akkoord dat er -onder voorbehoud van het bekomen van een omgevingsvergunning- mobiele klasunits mogen komen (op de reeds toegezegde gronden van de Regie der Gebouwen)  en dit vanaf 01/09/2024. 

De huidige overeenkomsten (bijlagen 5 en 6) lopen tot en met 31/12/2026. Uit de recente overlegmomenten bleek dat het nog steeds de intentie is van de Regie der Gebouwen om tegen eind 2026 de huidige gebouwen te verlaten, maar de Regie der Gebouwen kan op vandaag nog niet verzekeren of deze timing ook echt haalbaar is. Dit zorgt er wel voor dat er, gelet op de nieuwe voornemens/ontwikkelingen vanuit de school, wel nog aanpassingen nodig zijn aan de bestaande overeenkomsten (zowel naar invulling als naar verlenging van de termijn van de overeenkomsten). 

2. Addendum bij de overeenkomst tussen de Stad Brugge en de Regie der Gebouwen

In het voorliggende addendum bij de overeenkomst tussen de de Stad Brugge en de Regie der Gebouwen (bijlage 8) worden dan ook volgende wijzigingen voorgesteld:

In artikel 3 wordt ‘31 december 2026’ gewijzigd in ‘31 december 2027’.

In artikel 4 wordt:

‘De ingebruikname wordt door de Regie verleend in het kader van het gebruik als speelplaats en aanhorigheden zoals de overdekte fietsenstalling (‘zone 1’) en parking/kiss & ride (‘zone 2’) voor het Sint-Andreasinstituut en de bijhorende sportzaal.’

gewijzigd in:

‘De ingebruikname wordt door de Regie verleend in het kader van het gebruik als speelplaats en aanhorigheden zoals de overdekte fietsenstalling (‘zone 1’) en ruimte voor containerklassen/klasunits en fietsenstallingen (‘zone 2’) voor het Sint-Andreasinstituut.

Het plan in bijlage duidt de zones aan. De oppervlaktes van ‘zone 1’ en ‘zone 2’ blijven ongewijzigd. ‘Zone 2’ zal door middel van een ketting of lint zichtbaar afgescheiden worden van de zone die in beheer blijft van de Regie der Gebouwen waarbij de parkeerplaatsen te allen tijde bereikbaar blijven. De Regie der Gebouwen is niet aansprakelijk voor gebeurlijke ongevallen. De slagboom ter hoogte van de Oude Gentweg zal opnieuw in gebruik worden genomen. Enkel in uitzonderlijke gevallen (leveringen) zal het Sint-Andreasinstituut met een gemotoriseerd voertuig ‘zone 2’ kunnen betreden. Hiervoor worden 2 badges voor de slagboom ter beschikking gesteld die bij het einde van de overeenkomst worden teruggegeven. De voetgangers en fietsers dienen de voetgangersingang te gebruiken.

De plaatsbeschrijving opgemaakt bij aanvang van de overeenkomst van tijdelijk gebruik d.d. 22 november 2022 zal de basis vormen voor de bepaling van de eventuele schade op het einde overeenkomstig de modaliteiten van (het door artikel 3 gewijzigde) artikel 6 van de initiële overeenkomst.’

Wat de 3de alinea van artikel 6 betreft:

Stad Brugge verbindt er zich op straffe van betaling van huurschade en huurderving toe om de gronden (voormelde 'zone 1' en 'zone 2') tijdens het gebruik onder eigen toezicht te houden en in dezelfde staat terug te geven als beschreven in de plaatsbeschrijving die bij aanvang werd opgesteld (gereinigd, geen vuilniszakken,...) behoudens de onderlinge afspraken tussen de partijen zoals vastgesteld in onderhavige overeenkomst. Indien de Stad Brugge 'zone 1' en/of 'zone 2' aanknoopt van de Regie der Gebouwen zal voor de zone(s) die ze aankoopt, geen huurschade of huurderving verschuldigd zijn.

wordt de laatste zin:

Indien de stad Brugge 'zone 1' en/of 'zone 2' aanknoopt van de Regie der Gebouwen zal voor de zone(s) die ze aankoopt, geen huurschade of huurderving verschuldigd zijn.

geschrapt.

In de 2de alinea van artikel 9 wordt een zin toegevoegd:

De bereikbaarheid van de hoogspanningscabine die zich in ‘zone 1’ bevindt, zoals aangeduid op het aangehecht plan, dient te allen tijde gevrijwaard te zijn in het kader van onderhoud of herstellingen aan de installatie. De Stad Brugge zal een sleutel van het toegangshek bezorgen aan de Regie der Gebouwen. De nutsmaatschappij moet steeds in de mogelijkheid zijn om middels hun bestelwagen de hoogspanningscabine te bereiken. Stad Brugge heeft kennis van het tracé van de ondergrondse leidingen met betrekking tot elektriciteit zoals aangeduid op de KLIP-plannen, aangehecht in bijlage aan deze overeenkomst.

De 3de alinea van artikel 9:

Stad Brugge of de door haar gemachtigde partij verkrijgt de toestemming om ‘zone 1’ definitief in te richten als speelplaats en aanhorigheden en om ‘zone 2’ te herinrichten tot 'kiss & ride' en dit alles op kosten van Stad Brugge of de door haar gemachtigde partij. Wat de herinrichting van ‘zone 2’ door de Stad Brugge betreft en de bijhorende praktische afspraken rond het gemeenschappelijk gebruik, moet dit in overleg gebeuren met de Regie en is het voorafgaandelijk akkoord op de plannen en de praktische afspraken van de Regie noodzakelijk. Een voorstel dat door Stad Brugge wordt overgemaakt op het adres Ketelvest 26/301, 9000 Gent of per e-mail naar marieke.geerardyn@regiedergebouwen.be.

wordt gewijzigd in:

Stad Brugge of de door haar gemachtigde partij verkrijgt de toestemming om ‘zone 1’ definitief in te richten als speelplaats en aanhorigheden en om ‘zone 2’ te gebruiken als ruimte voor containerklassen/klasunits en fietsenstallingen en dit alles op kosten van Stad Brugge of de door haar gemachtigde partij. Wat het gebruik van ‘zone 2’ door de Stad Brugge betreft en de bijhorende praktische afspraken rond het gemeenschappelijk gebruik, moet dit in overleg gebeuren met de Regie en is het voorafgaandelijk akkoord op de plannen en de praktische afspraken van de Regie noodzakelijk. Een voorstel dat door Stad Brugge wordt overgemaakt op het adres Ketelvest 26/301, 9000 Gent of per e-mail naar marieke.geerardyn@regiedergebouwen.be.

De bijkomende voorwaarden zoals opgenomen in artikel 9 van de overeenkomst:

• Stad Brugge of de door haar gemachtigde partij zal een omheining plaatsen tussen ‘zone 1’ en ‘zone 2’;
• ‘zone 2’, met name de Kiss & Ride-parking zal enkel toegankelijk zijn tijdens beperkte vooraf afgesproken periodes, met name maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 07.30 uur tot en met 08.45 uur en van 15.15 uur tot en met 16.45 uur en op woensdag van 07.30 uur tot en met 08.45 uur en van 11.45 uur tot en met 12.30 uur. De parking zal niet toegankelijk zijn tijdens schoolvakanties, weekends en feestdagen. Stad Brugge of de door haar gemachtigde partij zal zeker zorgen voor het nodige toezicht;. 
• Stad Brugge vestigt een erfdienstbaarheid van recht van doorgang over de volledige 'zone 2' en dit om de gebruik van het gebouw Brugge, Oude Gentweg 75a toe te laten om gebruik te maken van de hun toegewezen parkeerplaatsen;
• De Regie der Gebouwen vestigt een erfdienstbaarheid van recht van doorgang over de zone parkeerplaatsen Federale overheid om de gebruikers van de Kiss & Ride de site te laten verlaten.
• Stad Brugge zorgt, desgevallend op haar kosten, dat de parkeerplaatsen voorbehouden voor de Federale overheid ook daadwerkelijk enkel gebruikt kunnen worden door federale ambtenaren.
  
• Stad Brugge zorgt op haar kosten dat de toegang tot de parking wordt verbreed zodat er gescheiden verkeersstromen mogelijk gemaakt worden (inrit en uitrit) om zo er voor te zorgen dat de verkeershinder tot een minimum wordt beperkt.
• Stad Brugge zorgt indien nodig voor de noodzakelijke vergunningen.

worden vervangen door:

• Stad Brugge of de door haar gemachtigde partij zal een omheining plaatsen tussen ‘zone 1’ en ‘zone 2’; Deze werd reeds gerealiseerd. 
• ‘zone 2’, zal voor de stad Brugge of de door haar gemachtigde partij slechts in uitzonderlijke gevallen, met name voor leveringen, toegankelijk zijn voor gemotoriseerd vervoer. 
• Stad Brugge of de door haar gemachtigde partij zal gedurende de looptijd van deze overeenkomst te allen tijde doorgang verlenen over 'zone 2', aan de gebruikers van het gebouw van de Belgische Staat, gelegen te Brugge, Oude Gentweg 75a, zoals aangeduid op het plan in bijlage 3 bij deze overeenkomst en dit om de gebruikers in staat te stellen de hun toegewezen parkeerplaatsen te bereiken en te verlaten.
• De Stad Brugge of de door haar gemachtigde partij zal, voor zover dit reeds het geval was, niet langer gebruik kunnen maken van een doorgang over de zone parkeerplaatsen Federale overheid.
• Stad Brugge zorgt, op eigen kosten of op kosten van de door haar gemachtigde partij, dat de parkeerplaatsen voorbehouden voor de Federale overheid ook daadwerkelijk enkel gebruikt kunnen worden door federale ambtenaren.
• Stad Brugge zorgt indien nodig voor de noodzakelijke vergunningen. Dit omvat o.a. de vergunning noodzakelijk voor het plaatsen van de containerklassen/klasunits. 

3. Addendum bij de overeenkomst tussen de Stad Brugge en de vzw Sint-Andreasinstituut

In het voorliggende addendum bij de overeenkomst tussen de de Stad Brugge en de vzw Sint-Andreasinstituut (bijlage 9) worden dan ook volgende wijzigingen voorgesteld:

In artikel 3 wordt ‘31 december 2026’ gewijzigd in ‘31 december 2027’.

In artikel 4 wordt:

‘De ingebruikname wordt door Stad Brugge verleend in het kader van het gebruik als speelplaats en aanhorigheden zoals de overdekte fietsenstalling (‘zone 1’) en parking/kiss & ride (‘zone 2’) voor de Sint-Andreasschool en de bijhorende sportzaal.’

gewijzigd in:

‘De ingebruikname wordt door Stad Brugge verleend in het kader van het gebruik als speelplaats en aanhorigheden zoals de overdekte fietsenstalling (‘zone 1’) en ruimte voor containerklassen/klasunits (‘zone 2’) voor de Sint-Andreasschool.

Het plan in bijlage duidt de zones aan. De oppervlaktes van ‘zone 1’ en ‘zone 2’ blijven ongewijzigd. ‘Zone 2’ zal door middel van een ketting of lint zichtbaar afgescheiden worden van de zone die in beheer blijft van de Regie der Gebouwen waarbij de parkeerplaatsen te allen tijde bereikbaar blijven. De Regie der Gebouwen en/of de Stad Brugge is/zijn niet aansprakelijk voor gebeurlijke ongevallen. De slagboom ter hoogte van de Oude Gentweg zal opnieuw in gebruik worden genomen. Enkel in uitzonderlijke gevallen (leveringen) zal het Sint-Andreasinstituut met een gemotoriseerd voertuig ‘zone 2’ kunnen betreden. Hiervoor worden 2 badges voor de slagboom ter beschikking gesteld die bij het einde van de overeenkomst worden teruggegeven. De voetgangers en fietsers dienen de voetgangersingang te gebruiken.

De plaatsbeschrijving opgemaakt bij aanvang van de overeenkomst van tijdelijk gebruik d.d. 28 november 2022 zal de basis vormen voor de bepaling van de eventuele schade op het einde overeenkomstig de modaliteiten van (het door artikel 3 gewijzigde) artikel 6 van de initiële overeenkomst.’

De 3de alinea van artikel 9:

Het Sint-Andreasinstituut verkrijgt de toestemming om ‘zone 1’ definitief in te richten als speelplaats en aanhorigheden en om ‘zone 2’ te herinrichten tot 'kiss & ride' en dit alles op kosten van het Sint-Andreasinstituut. Wat de herinrichting van ‘zone 2’ betreft ,moet dit in overleg gebeuren met Stad Brugge en de Regie der gebouwen en is het voorafgaandelijk akkoord op de plannen en de praktische afspraken van de Regie noodzakelijk. Een voorstel wordt door het Sint-Andreasinstituut overgemaakt op steve.demulder@brugge.be.

wordt gewijzigd in:

Het Sint-Andreasinstituut verkrijgt de toestemming om ‘zone 1’ definitief in te richten als speelplaats en aanhorigheden en om ‘zone 2’ te gebruiken als ruimte voor containerklassen/klasunits en fietsenstallingen' en dit alles op kosten van het Sint-Andreasinstituut. . Wat het gebruik van ‘zone 2’ door de Stad Brugge betreft, moet dit in overleg gebeuren met Stad Brugge en de Regie der gebouwen en is het voorafgaandelijk akkoord op de plannen en de praktische afspraken van de Regie noodzakelijk. Een voorstel wordt door het Sint-Andreasinstituut overgemaakt op steve.demulder@brugge.be.

De bijkomende voorwaarden zoals opgenomen in artikel 9 van de overeenkomst:

• het Sint-Andreasinstituut zal een omheining plaatsen tussen ‘zone 1’ en ‘zone 2’;
• ‘zone 2’, met name de Kiss & Ride-parking zal enkel toegankelijk zijn tijdens beperkte vooraf afgesproken periodes, met name maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 07.30 uur tot en met 08.45 uur en van 15.15 uur tot en met 16.45 uur en op woensdag van 07.30 uur tot en met 08.45 uur en van 11.45 uur tot en met 12.30 uur. De parking zal niet toegankelijk zijn tijdens schoolvakanties, weekends en feestdagen. Het Sint-Andreasinstituut zorgt voor het nodige toezicht;. 
• het Sint-Andreasinstituut vestigt een erfdienstbaarheid van recht van doorgang over de volledige 'zone 2' en dit om de gebruik van het gebouw Brugge, Oude Gentweg 75a toe te laten om gebruik te maken van de hun toegewezen parkeerplaatsen;
• De Regie der Gebouwen vestigt een erfdienstbaarheid aan Stad Brugge en het Sint-Andreasinstituut over de zone parkeerplaatsen Federale overheid om de gebruikers van de Kiss & Ride de site te laten verlaten.
• het Sint-Andreasinstituut zorgt, desgevallend op haar kosten, dat de parkeerplaatsen voorbehouden voor de Federale overheid ook daadwerkelijk enkel gebruikt kunnen worden door federale ambtenaren.
  
• het Sint-Andreasinstituut zorgt op haar kosten dat de toegang tot de parking wordt verbreed zodat er gescheiden verkeersstromen mogelijk gemaakt worden (inrit en uitrit) om zo er voor te zorgen dat de verkeershinder tot een minimum wordt beperkt.
• het Sint-Andreasinstituut zorgt indien nodig voor de noodzakelijke vergunningen.

worden vervangen door:

• het Sint-Andreasinstituut zal een omheining plaatsen tussen ‘zone 1’ en ‘zone 2’;. Deze werd reeds gerealiseerd
• ‘zone 2’,zal voor het Sint-Andreasinstituut slechts in uitzonderlijke gevallen, met name voor leveringen, toegankelijk zijn voor gemotoriseerd vervoer...
• het Sint-Andreasinstituut zal gedurende de looptijd van deze overeenkomst te allen tijde doorgang verlenen over 'zone 2' aan de gebruikers van het gebouw van de Belgische Staat, gelegen te Brugge, Oude Gentweg 75a, zoals aangduid op het plan in bijlage 3 bij deze overeenkomst en dit om de gebruikers in staat te stellen de hun toegewezen parkeerplaatsen te bereiken en te verlaten.
• Het Sint-Andreasinstituut zal voor zover dit reeds het geval was niet langer gebruik kunnen maken van een doorgang over de zone parkeerplaatsen Federale overheid.
• het Sint-Andreasinstituut zorgt, op eigen kosten, dat de parkeerplaatsen voorbehouden voor de Federale overheid ook daadwerkelijk enkel gebruikt kunnen worden door federale ambtenaren.
  
• het Sint-Andreasinstituut zorgt indien nodig voor de noodzakelijke vergunningen. Dit omvat o.a. de vergunning noodzakelijk voor het plaatsen van de containerklassen/klasunits.

De jeugddienst deed nazicht van het werkingsverslag met kostenoverzicht 2023. VZW Cactusmuziekcentrum reikte in 2023 maar liefst 1677 kortingen uit aan Brugse jongeren, goed voor een waarde van €5031,00. Overeenkomstig de overeenkomst (zie artikel 3: Bedrag en procedure uitbetaling) betaalt de jeugddienst de meerkost, in dit geval een bedrag van €31,00, uit in het kalenderjaar volgend op het geëvalueerde werkingsjaar.

De jeugddienst evalueert het werkingsverslag als positief, en stelt voor om de overeenkomst inzake de jongerenkorting te verlengen voor 2024 en 2025.

In onderlinge overeenkomst werd bovendien besloten om de doelgroep uit te breiden, en geen minimumleeftijd meer toe te passen. Kinderen en jongeren jonger dan 23 jaar zouden dus in de toekomst kunnen gebruik maken van de jongerenkorting.

In Zeebrugge is een blijvende nood aan extra, laagdrempelig vrijetijdsaanbod voor kinderen en jongeren. Met de mobiele vakantiewerking proberen we daar elke zomer een antwoord op te bieden, maar we merken dat een flexibelere werking beter zou zijn om dit waar te maken. We stellen volgende aanpassingen aan de overeenkomst voor:

- In plaats van te kiezen voor vaste data, wordt er geopteerd om de exacte data en locatie(s) van het mobiele aanbod elke zomer opnieuw te gaan bepalen in overleg tussen Buurtsport, de jeugddienst en het buurtgericht netwerk Zeebrugge, zodat we optimaal kunnen voldoen aan de specifieke noden van de doelgroep en de buurt.

- Het gebruiken van jobstudenten is geen must meer, het subsidiebedrag kan ook worden aangewend om workshopgevers of externe lesgevers te betalen om een aanbod te voorzien.

- Tieneractiviteiten moeten niet meer wekelijks worden voorzien, maar worden bekeken naargelang de noden en wensen van de jongeren.

Rij #ZAD staat voor ‘Zonder Alcohol en Drugs’. De dienst preventie en Politie Brugge wijzen met deze boodschap op de bijwerkingen en gevaren van alcohol, drugs en bepaalde medicatie voor wie achter het stuur kruipt. In het kader van deze ‘Ik rij #ZAD – Zonder Alcohol en Drugs’-campagne organiseert de dienst Preventie en in samenwerking met cluster Klant een wedstrijd voor wie een nieuw of vernieuwd definitief rijbewijs komt ophalen. De wedstrijd loopt van 1 juni tot 31 december 2024. Deelnemen kan in de (deel)gemeentehuizen en de Bus van de Bruggeling.  

Op deze manier wil de dienst preventie de boodschap om zonder alcohol en drugs (en bij uitbreiding medicatie) te rijden, extra onder de aandacht brengen bij beginnende en ervaren chauffeurs. Een rijbewijs behalen is voor elke bestuurder een grote stap in het leven. Een stap richting meer onafhankelijkheid, maar vooral ook één richting een grote verantwoordelijkheid. Met deze campagne willen we elkeen die een rijbewijs behaalt, attent maken op die grote verantwoordelijkheid en hen tegelijk feliciteren met het behalen van een rijbewijs. Het is een start om levenslang te blijven investeren in bewust verkeersgedrag.  

Bij het ophalen van het rijbewijs ontvangt men een wedstrijdformulier, een sensibiliserende kaart met verwijzing naar veilige alternatieven om naar huis te geraken. Bij de kaart zit er ook een snoepje. Elke maand is er één winnaar die een mocktailpakket ontvangt. De pakketten worden door de leverancier maandelijks bedeeld aan de winnaars. Voor het overmaken van de adresgegevens en contactgegevens van de winnaar werd een verwerkingsovereenkomst opgesteld. De kosten voor de organisatie van de wedstrijd worden geraamd op €1.600 incl. btw (drukwerk, 7 mocktailpakketten met bezorging, aankoop snoep, klein materieel). Cluster Klant voorziet een bijdrage van €420 incl. btw voor het drukwerk.

Voor de omkadering van de wedstrijd worden volgende communicatiematerialen voorzien: sensibiliserende kaart, wedstrijdformulier, stickers en een begeleidende brief voor bij het mocktailpakket, algemene campagneposter en inkleding van de indienbox waar de wedstrijdformulieren verzameld worden. Deze beelden zijn terug te vinden in de bijlage van dit dossier.

In het wedstrijdformulier wordt gevraagd naar de motivatie van chauffeurs om zonder alcohol en drugs te rijden. Het antwoord op deze motivatievraag kan gebruikt in latere preventiecampagnes. Daarnaast is er een kennisvraag en een schiftingsvraag. Bijkomend worden de deelnemers doorverwezen naar alternatieven om veilig thuis te geraken en aangemoedigd om op voorhand hun opties te overwegen. Zo wordt verwezen naar de locaties van de Brugse Alcoscans om het alcoholpromillage te meten en wordt de website www.rijzad.be bekend gemaakt. Aldus wordt ingezet op verschillende determinanten van preventie. Ook de prijs voor de winnaar van de wedstrijd heeft een sensibiliserende insteek. Met dit aantrekkelijke mocktailpakket, kunnen de winnaars van de wedstrijd het aanbod alcoholvrije alternatieven verkennen. 

Voor deze wedstrijd werd een wedstrijdreglement opgesteld dat na te lezen zal zijn via de website www.rijzad.be/wedstrijd.

Om deze redenen vraagt de dienst Preventie goedkeuring tot organisatie van de wedstrijd, goedkeuring van het wedstrijdreglement en de verwerkingsovereenkomst.

Aanduiden vertegenwoordiger op de algemene vergadering van 12 juni 2024

De gemeenteraad heeft in zitting van 15 januari 2019 de heer Wouter Bossuyt aangeduid om de stad te vertegenwoordigen in de algemene vergaderingen van WVI voor de volledige legislatuur. De heer Wouter Bossuyt kan aanwezig zijn. 

Agenda algemene vergadering van WVI op 12 juni 2024:

1. Goedkeuring verslagen van de buitengewone algemene vergaderingen dd. 13-12-2023

2. Verslag van de raad van bestuur (jaarverslag 2023)

3. Verslag van de commissaris

4. Jaarrekeningen 2023

5. Kwijting aan de bestuurders en de commissaris

6. Mededelingen

Burgemeester Dirk De fauw brengt verslag uit.

Op basis van het artikel 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur, dient de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoor­diger te worden herhaald voor elke Algemene Vergadering.

In de gemeenteraad van 15 januari 2019 werd de heer Florian De Leersnyder aangeduid als vertegenwoordiger voor de algemene vergadering van de opdrachthoudende vereniging Imewo tot en met einde legislatuur. De heer Philip Pierins werd aangeduid als plaatsvervanger.

De heer Florian De Leersnyder kan de vergadering bijwonen.

Agenda algemene vergadering van 17 juni 2024:

1. Realisatie van een partiële splitsing door overneming overeenkomstig de artikelen 12:8 en 12:59 en volgende WVV van de Opdrachthoudende vereniging Gaselwest (partieel te splitsen vereniging) om de activiteiten elektriciteit, aardgas, Strategische Participaties (Publi-T en Publigas), openbare verlichting en openbare elektronische-communicatienetwerken van de gemeente Nazareth, dewelke zij heeft toevertrouwd aan Gaselwest, over te brengen naar de Opdrachthoudende vereniging Imewo (overnemende vereniging):

a. Vaststelling van de in het splitsingsvoorstel opgenomen opschortende voorwaarden en tijdsbepaling.

b. Kennisneming van het splitsingsvoorstel (art. 12:59 WVV), van het omstandig verslag van de Raad van Bestuur (art. 12:61 WVV) en van de Commissaris (art. 12:62 WVV) met betrekking tot het voorstel tot partiële splitsing door overneming en van eventuele belangrijke wijzigingen in activa en passiva van het vermogen (art. 12:63 WVV), met juridische, boekhoudkundige en fiscale uitwerking van de partiële splitsing per 1 januari 2025.
De deelnemers kunnen één maand voor de Algemene Vergadering op de zetel van Imewo kennis nemen van het splitsingsvoorstel, voormelde verslagen en de overige stukken bedoeld in de artikelen 12:59, 12:61 en 12:62 WVV en kosteloos een kopie van deze stukken verkrijgen.

c. Goedkeuring van:

i. De partiële splitsing door overneming van de Opdrachthoudende vereniging Gaselwest (partieel te splitsen vereniging) om de activiteiten elektriciteit, aardgas, Strategische Participaties (Publi-T en Publigas), openbare verlichting en openbare elektronische-communicatienetwerken van de gemeente Nazareth, over te brengen naar de Opdrachthoudende vereniging Imewo (overnemende vereniging) omvattende alle activa en passiva en alle rechten en plichten, niets uitgezonderd, noch voorbehouden, en dit op basis van een balans afgesloten op 31 december 2023, met inwerkingtreding per 1 januari 2025 en dit op basis van de ruilverhouding (voorlopige) van de balans afgesloten op 31 december 2023 en een definitieve ruilverhouding vastgesteld op de balans per 31 december 2024;

ii. De overeenkomstige wijzigingen aan het eigen vermogen;

iii. De overeenkomstige wijzigingen aan het register van de deelnemers.

d. Aanvaarding van de toetreding voor de activiteiten elektriciteit, aardgas, Strategische Participaties (Publi-T en Publigas), openbare verlichting en openbare elektronische-communicatienetwerken van de gemeente Nazareth vanaf 1 januari 2025.

e. Vaststelling van de noodzakelijke uitvoeringsmaatregelen en verlenen van de desbetreffende machtiging naar aanleiding van de besluitvorming omtrent de partiële splitsing en wijzigingen aan het eigen vermogen en inzonderheid verlening van machtiging aan de Raad van Bestuur met mogelijkheid tot subdelegatie om:

i. De al dan niet vervulling van de opschortende voorwaarden die gelden ten aanzien van de partiële splitsing zoals vermeld onder punt 1.a vast te stellen;

ii. De verwezenlijking van de partiële splitsing vast te stellen;

iii. Het overgedragen vermogen exact te beschrijven, en desgevallend de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie vrij te stellen van het nemen van een ambtshalve inschrijving;

iv. De definitieve ruilverhouding in het kader van de partiële splitsing vast te stellen op basis van de geactualiseerde netto actief-waarde van de partieel te splitsen vereniging en de overnemende vereniging per 31 december 2024, berekend volgens de principes vastgelegd in het partiële splitsingsvoorstel en de bijzondere verslagen over het partiële splitsingsvoorstel, dit na revisorale controle van de cijfers per 31 december 2024;

v. Daartoe alle akten en stukken te tekenen, woonplaats te kiezen en alles te doen wat nodig of nuttig kan zijn;

vi. Alle formaliteiten te vervullen met betrekking tot de neerlegging en publicatie van de beslissingen van de Algemene Vergadering en de uitvoering van de partiële splitsing in de meest brede zin.

2. Kennisneming verslagen van Imewo van de Raad van Bestuur en van de commissaris over het boekjaar 2023.

3. Goedkeuring van de jaarrekening van Imewo afgesloten op 31 december 2023 (balans, resultatenrekening, winstverdeling, boekhoudkundige besluiten en waarderingsregels).

4. Vaststelling uitkeringen overeenkomstig art. 6:114 en volgend WVV.

5. Kwijting te verlenen afzonderlijk aan de bestuurders, de leden van de regionale bestuurscomités en de commissaris van Imewo met betrekking tot het boekjaar 2023.

6. Voorstel oprichting onthaalstructuur voor belangen in Publi-T en Publigas.

7. Desgevallend aanvaarding uitbreiding activiteiten gemeenten voor (neven)activiteiten.

8. Statutaire benoemingen.

9. Verlenen van machtiging aan de Secretaris van de Raad van Bestuur met de mogelijkheid tot subdelegatie voor de opmaak en finalisering van de nodige documenten en afhandeling van de formaliteiten met betrekking tot de agendapunten 1, 6 en desgevallend 7 en 8 te actualiseren en te finaliseren, en om de beslissingen genomen in de agendapunten 1, 6 en desgevallend 7 en 8 bij authentieke akte te doen vaststellen.

10.Statutaire mededelingen.

Verslag bestuurder:

De heer Pablo Annys brengt verslag uit.

Aanduiden vertegenwoordiger op de algemene vergadering

De gemeenteraad heeft in zitting van 15 januari 2019 drie leden aangeduid om de stad te vertegenwoordigen in de algemene vergaderingen van TMVS voor de volledige legislatuur: de heer Pieter Marechal, de heer Philip Pierins, mevrouw Sandrine De Crom. 

Als plaatsvervanger werd mevrouw Brigitte Balfoort aangeduid.

De gemeenteraad heeft in zitting van 1 maart 2021 Pieter Marechal vervangen door Carlos Knockaert als afgevaardigde in de algemene vergadering.  

Carlos Knockaert kan de vergadering bijwonen.

Agenda algemene jaarvergadering van Creat Services (voorheen TMVS dv) op 18 juni 2024:

1. Wijziging van vermogen.
2. Actualisering van bijlagen 1 en 2 aan de statuten ingevolge wijziging van vermogen.
3. Verslag van de Raad van Bestuur over het boekjaar 2023.
4. Verslag van de commissaris.
5. a.  Goedkeuring van de jaarrekening over het boekjaar 2023 afgesloten per 31 december 2023.

b.  Goedkeuring van de voorgestelde winstverdeling over het boekjaar 2023.

 6. Kwijting aan de bestuurders en de commissaris.

 7. Actualisering presentievergoeding.

 8. Statutaire benoemingen.

 Varia

Aanduiden vertegenwoordiger op de algemene vergadering.

De gemeenteraad heeft in zitting van 15 januari 2019 mevrouw Sandra Wintein aangeduid om de stad Brugge te vertegenwoordigen in de algemene vergaderingen van IKWV voor de volledige legislatuur. Als plaatsvervanger werd de heer Mathijs Goderis aangesteld.

Mevr. Mieke Hoste kan aanwezig zijn op deze algemene vergadering.

Agenda algemene vergadering van 19 juni 2024:

1. Benoeming van de heer Philip Konings als bestuurder voor de stad Blankenberge en de heer Jan Morbee als bestuurder voor de gemeente Knokke-Heist.

2. Goedkeuren werkingsverslag 2023.

3. Goedkeuren van de balans en resultatenrekening afgesloten op 31/12/2023.

4. Bestemming resultaat.

5. Verlenen kwijting aan de bestuurders, commissaris-revisor en accountant.

6. Rondvraag.

Verslag bestuurder:

Mevr. Dolores David brengt verslag uit.

Aanduiden vertegenwoordiger op de algemene vergadering

De gemeenteraad heeft in zitting van 15 januari 2019 drie leden aangeduid om de stad te vertegenwoordigen in de algemene vergaderingen van TMVW voor de volledige legislatuur: de heer Pieter Marechal, de heer Philip Pierins, de heer Jean-Marie De Plancke.

Als plaatsvervanger werd mevrouw Brigitte Balfoort aangeduid.

Naar aanleiding van de recentste statutenwijziging en aandelenverhouding, heeft de stad Brugge sindsdien slechts recht op 2 vertegenwoordigers in de algemene vergadering. Er werd beslist dat de heer Jean-Marie De Plancke niet meer zal zetelen in de algemene vergadering, maar zal zetelen in het adviescomité secundaire diensten in de plaats van de heer Jasper Pillen.

De heer Philip Pierins werd voorgedragen als lid van de raad van bestuur ter vervanging van Dolores David. Daardoor kan hij niet meer zetelen in de algemene vergadering. Voor de algemene vergadering wordt hij vervangen door Dolores David. 

Mevrouw Dolores David kan deze algemene vergadering bijwonen.

Agenda algemene vergadering van Farys op 21 juni 2024:

1. Wijzigingen in deelnemers en/of kapitaal.
2. Actualisering van bijlage 2 aan de statuten ingevolge wijzigingen in deelnemers en/of kapitaal.
3. Verslag van de Raad van Bestuur over het boekjaar 2023.
4. Verslagen van de commissaris.
5. a.  Goedkeuring van de maatschappelijke jaarrekening over het boekjaar 2023 afgesloten per 31 december 2023.

b.  Goedkeuring van de geconsolideerde jaarrekening over het boekjaar 2023 afgesloten per 31 december 2023.

 6. Kwijting aan de bestuurders en de commissaris.

 7. Actualisering presentievergoeding.

 8. Statutaire benoemingen.

Varia

De jaarrekeningen 2023 van het Centraal Kerkbestuur 1 werden ingediend. Dit betreft de kerken Christus-Koning, H. Maria Magdalena, O.L.-Vrouw, Sint-Anna, Sint-Gillis, Sint-Jacob, Sint-Pieter (met Sint-Paulus) en Sint-Walburga.  De exploitatie - en investeringstoelagen werden vastgesteld.